Thema 3 bs. 1 Bloed

Regels
Telefoon weg 
Je bent stil als ik praat
Je steekt je vinger op als je wat wil zeggen/vragen
Je luistert naar elkaar, want je hebt respect voor elkaar


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Regels
Telefoon weg 
Je bent stil als ik praat
Je steekt je vinger op als je wat wil zeggen/vragen
Je luistert naar elkaar, want je hebt respect voor elkaar


Slide 1 - Tekstslide

leesboek 

5 min lezen 
zorg dat je altijd een leesboek bij je hebt
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Thema 3 
Basisstof 1 Bloed

Slide 3 - Tekstslide

Programma
  • Uitleg basisstof 1
  • Quiz
  • Huiswerk 

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je van bloed?

Slide 5 - Woordweb

Leerdoelen
  • Je kunt de onderdelen noemen, waar het bloed uit bestaat en deze in afbeeldingen herkennen en benoemen.
  • Je kunt de functies van de verschillende bloedbestanddelen noemen.
  • Je kunt uitleggen wat bloedarmoede is.
  • Je kunt uitleggen wat etter/pus is.
  • Je kunt uitleggen wat trombose is.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bloedplasma
- Plasma-eiwitten  7%
- Water 91%
- Opgeloste stoffen 2%

Functie: vervoert, beetje zuurstof, koolstofdioxide, voedingsstoffen en afvalstoffen 

Slide 8 - Tekstslide

Rode bloedcellen
- Geen celkern           
- Functie: Vervoeren zuurstof            
- Zuurstof bindt aan de rode kleurstof
 hemoglobine , hierdoor  kunnen rode
bloedcellen makkelijk zuurstof opnemen
en afgeven                    

Slide 9 - Tekstslide

Bloedarmoede
Om hemoglobine te maken heb je ijzerzouten nodig. 
Als je te weinig hemoglobine in je bloed hebt , noem je dat bloedarmoede.

Slide 10 - Tekstslide

Witte bloedcellen 
- Hebben een celkern 
- Functie: Ze maken ziekteverwekkers onschadelijk
- Worden gemaakt in het beenmerg
- Hebben geen vaste vorm

Slide 11 - Tekstslide

Witte bloedcellen

Slide 12 - Tekstslide

Etter/Pus 
Bij het bestrijden van de ziekteverwekkers, gaan witte bloedcellen dood. Dit gebeurt vaak bij een ontstoken wond
Een mengsel van gedode bacteriën en dode witte bloedcellen

Slide 13 - Tekstslide

Bloedplaatjes
- Zijn geen cellen, maar stukjes van uiteengevallen cellen 
- Hebben geen celkern                                                             
-Functie:  helpen bij de bloedstolling--> het maken van een korstje buiten het bloedvat

Slide 14 - Tekstslide

Trombose
Wanneer de stolling binnen in een bloedvat plaatsvind , ontstaat er een bloedprop in het bloedvat. Dit noem je trombose.

Slide 15 - Tekstslide

Quiz

Slide 16 - Tekstslide

Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
voedingsstoffen vervoeren

Slide 18 - Quizvraag


Uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Voedingsstoffen vervoeren

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Vervoeren voedingsstoffen

Slide 21 - Quizvraag

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof
B
Voedingsstof
C
Hemoglobine
D
Bloed

Slide 22 - Quizvraag

Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft geen vaste vorm?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
D
bloedplasma

Slide 23 - Quizvraag


Waar bestaat pus uit?
A
dode bacteriën en etter
B
dode witte cellen en etter
C
dode bloedplaatjes en rode bloedcellen
D
dode witte bloedcellen en bacteriën

Slide 24 - Quizvraag


Wat is trombose?
A
een bloedvat
B
een prop in de luchtpijp
C
een prop in een bloedvat
D
een gescheurd bloedvat

Slide 25 - Quizvraag

Evaluatie leerdoelen
  • Je kunt de onderdelen noemen, waar het bloed uit bestaat en deze in afbeeldingen herkennen en benoemen.
  • Je kunt de functies van de verschillende bloedbestanddelen noemen en uitleggen hoe ze werken.
  • Je kunt uitleggen wat bloedarmoede is, waardoor dit kan worden veroorzaakt en wat de gevolgen ervan zijn.
  • Je kunt na elkaar de processen noemen bij het vormen van een korstje op de wond.

Slide 26 - Tekstslide

(Huis)werk
Maak thema 3 basisstof 1 bloed 

Slide 27 - Tekstslide