1hv - 4.3 Lezen - theorie / tekst 3

Welkom bij Nederlands
Leg klaar:
  • schrift voor je antwoorden en pen om aantekeningen te maken
  • open TAlent digitaal had 4.3 lezen alvast of leg werkboek B klaar. - blz. 28
  •  tekst 3 -- 


1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Leg klaar:
  • schrift voor je antwoorden en pen om aantekeningen te maken
  • open TAlent digitaal had 4.3 lezen alvast of leg werkboek B klaar. - blz. 28
  •  tekst 3 -- 


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen hfd 4 par. 3 lezen
  • leesstrategie studerend lezen toepassen 
  • teksdoelen herkennen: informeren en vermaken
  • een schematische samenvatting maken
  • het leespubliek vaststellen
  • het uitleggend tekstverband herkennen


Slide 2 - Tekstslide

Leesstrategie "verkennend lezen" pas je toe om een eerste indruk te krijgen. Wat doe je?

Slide 3 - Open vraag

Nauwkeurig lezen doe je als je een tekst leest om hem te BEGRIJPEN. Wat doe je dan?

Slide 4 - Open vraag

Hoe lees je als je aan het leren bent, bijv. voor een geschiedenistoets?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Studerend lezen doe je als je informatie wilt onthouden

Waarom lees je bij studerend lezen ook nauwkeurig ?

Ga naar Talent digitaal - hoofdstuk 4 - paragraaf 3
Maak opdracht 2 - 
Je hebt drie minuten. 
Ga niet uit deze les.




timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen hfd 4 par. 3 lezen
tekstdoelen herkennen: 
informeren en vermaken

Slide 8 - Tekstslide

leesdoelen - tekstdoelen
Wat wil jij als lezer bereiken als je een tekst leest = leesdoel

Wat wil de schrijver met de tekst  bereiken bij de lezer = tekstdoel

Slide 9 - Tekstslide

Welk doel heb jij als lezer wanneer je non-fictie leest?
A
je wilt geïnformeerd worden over een onderwerp
B
je wilt je vermaken

Slide 10 - Quizvraag

Welk doel heb jij als lezer wanneer je fictie leest?
A
je wilt geïnformeerd worden over een onderwerp
B
je wilt je vermaken

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Een tekstdoel
A
is wat de schrijver met de tekst wil bereiken bij de lezer
B
is wat de lezer wil bereiken met het lezen van een tekst

Slide 13 - Quizvraag

Welke woorden horen bij het tekstdoel INFORMEREN
A
feiten en spannend
B
verzonnen en spannend
C
feiten en controleerbaar
D
verzonnen en controleerbaar

Slide 14 - Quizvraag


A
informeren
B
amuseren

Slide 15 - Quizvraag


A
informeren
B
amuseren

Slide 16 - Quizvraag

Leerdoelen hfd 4 par. 3 lezen
het leespubliek vaststellen

Slide 17 - Tekstslide


Slide 18 - Open vraag


Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

De signaalwoorden ook, bovendien, eveneens, tevens, zowel ...als horen bij
A
opsommend verband
B
tegenstellend verband
C
chronologisch verband
D
toelichtend verband

Slide 22 - Quizvraag

De signaalwoorden intussen, terwijl, voordat en zodra horen bij
A
opsommend verband
B
tegenstellend verband
C
chronologisch verband
D
toelichtend verband

Slide 23 - Quizvraag

De signaalwoorden echter, evenwel, enerzijds... anderzijds horen bij
A
opsommend verband
B
tegenstellend verband
C
chronologisch verband
D
toelichtend verband

Slide 24 - Quizvraag

Maak de zin af:
Op de sportdag kun je kiezen uit veel sporten, zoals .....

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen van B1c geven altijd goede antwoorden in de onlineles met andere woorden...

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

timer
3:00
1. onderwerp
2. tekstdoel
3. soort tekst

Slide 30 - Woordweb

verkennend lezen
• Onderwerp: de rol van het fysieke aspect in jeugdvoetbal;
• Soort tekst: krantenartikel dat de lezer wil informeren;
• Tekstdoel: informeren;
• Bron/schrijver: een krant, de Volkskrant; de schrijver is Maikel Suilen.

Slide 31 - Tekstslide

timer
1:00
inleiding = al. ....
kern = al ....
slot? = al ....

Slide 32 - Woordweb

tekstindeling
inleiding  = al. 1

kern = al. 2 t/m 11

Er is geen apart slot, want in de laatste alinea.....

Slide 33 - Tekstslide

timer
1:00
Voor welk publiek? Waarom?

Slide 34 - Woordweb

Leespubliek
Alle lezers van de Volkskrant

Vooral voor mensen die geïnteresseerd zijn in voetbal.

Slide 35 - Tekstslide

Samen tekst 3 nauwkeurig lezen
Streep tijdens het lezen aan:
  • wat zijn problemen? (kleurtje 1)
  • wat zijn oplossing(en)? (kleurtje 2)

Maak in je schrift 15 en 17 - woensdag af!

Slide 36 - Tekstslide