Recensie moderne Nederlandse literatuur Poep

Deel B schrijfdossier (PTA)
De recensie
individuele opdracht
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deel B schrijfdossier (PTA)
De recensie
individuele opdracht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigdheden
  1. Laagland boek A
  2. Op Niveau
  3. Het verhaal 'Poep' van Manon Uphoff

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De recensie
www.vandale.nl: 
"re·cen·sie (de; v; meervoud: recensies)
beoordeling, kritische beschouwing van een boek, voorstelling, film enz. in een dagblad of tijdschrift."

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis ophalen.

Eventuele vragen: 
Lees je weleens een recensie voordat je bijvoorbeeld naar een film gaat? 

Heb je weleens bedacht dat je een bepaalde film wilde zien, maar dat je er vanaf zag nadat je een recensie erover gelezen had? 

Of ging je juist naar die film, omdat de recensie zo positief was?

De inhoud van een recensie
Een recensie is de bespreking van een boek, film of andere uitvoering. In een recensie kan een schrijver positieve en/of negatieve commentaren leveren, maar altijd goed onderbouwd. 
Het is altijd meer dan alleen een beoordeling, er wordt ook inhoudelijk over het werk verteld en geanalyseerd.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen van een recensie
Een recensie bestaat uit (LL boek A theorie paragraaf 6.3 p. 193-184)):
  1. Informatie over het boek (informatie over de inhoud en de belangrijkste personages).
  2. Een analyse van het verhaal, wat wil de schrijver er eigenlijk mee vertellen, heeft het een boodschap, diepere betekenis.
  3. Een waardeoordeel: de recensent geeft aan wat volgens hem de kwaliteit of het belang van het boek is.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je oordeel en ondersteunende argumenten.
Het klinkt misschien gek: je schrijft een objectieve tekst, maar toch moet je in een recensie je eigen mening geven én argumenten die het standpunt ondersteunen. Het komt er dus op neer dat je je eigen mening weergeeft alsof het feitelijke informatie is. Dus niet: "Ik vind dat ...", maar: "Het is zo dat ..." 
Zorg dat je zinnen in begrijpelijk taal geformuleerd zijn. Doe je dat niet, dan wordt het voor de lezer tamelijk onduidelijk wat je bedoelt. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten argumenten (1)
  • Realistische argumenten: over de personages en gebeurtenissen in relatie tot de werkelijkheid. Is het verhaal geloofwaardig, komen de personages levensecht over, zijn de gebeurtenissen voorstelbaar?
  • Emotieve argumenten: over de gevoelens die de tekst bij de lezer oproept. Raakt het verhaal je? Hoe komt de sfeer van het verhaal over? Je gebruikt in je argumentatie bijvoorbeeld woorden als beklemmend, meeslepend, fascinerend, aangrijpend, verrassend, ontroerend. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten argumenten (2)
  • Morele argumenten: over normen en waarden. Wat is je oordeel over het standpunt dat of de houding die personages innemen? Hoe reageren personages op gebeurtenissen? Handelen zij goed/slecht? Keur je hun handelen goed of af, en waarom? Word je geïnspireerd na te denken over de normen en waarden van het verhaal?
  • Structurele argumenten: over de opbouw van het verhaal. Wat vind je van de vorm/opbouw van het verhaal? Je gebruikt in je argumentatie woorden als: samenhangend, eenheid, uitgebalanceerd, complex.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten argumenten (3)
  • Stilistische of esthetische argumenten: over de stijl en formulering. Vind je het verhaal mooi, origineel, slap, of clichématig? Wat vind je van het literair taalgebruik: beeldspraak, stijlmiddelen, woordgebruik?

  • In LaagLand boek A vind je nog andere vragen die je bij de soorten argumenten in je tekst kunt gebruiken(blz. 204)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot slot
Het taalgebruik van je recensie is belangrijk. Hoe enthousiaster je over het boek kunt vertellen, hoe prettiger het voor de lezer is.

Hierna volgen een paar voorbeelden van recensies o.a. in de Wereld Draait Door, steeds met een paar vragen erbij. Dit kan je helpen een beter beeld te krijgen van wat een recensie is.

Daarna wordt de opdracht verder uitgewerkt.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Ter introductie een korte recensie over 'One upon a time in Hollywood'. 
Duur: 2.26 minuten.

Eventuele extra vragen die gesteld kunnen worden:
Je hebt een recensie over een film gezien/je gaat een recensie van een film zien.
Bespreek met een klasgenoot wat jij vindt van deze recensie:

Geeft hij een duidelijk beeld van de film? Op wat voor een manier doet hij dat?
Hoor je een duidelijke mening van de recensent? Wat zegt hij? 

Kijk het filmpje eventueel nog een keer.

Once upon a time in Hollywood
Je hebt net een filmpje gezien van Marco Weijers. Hij is recensent bij De Telegraaf.
Bedenk de antwoorden op de volgende twee vragen: 
1. Geeft hij een duidelijk beeld van de film? Hoe doet hij dat?
2. Hoor je een duidelijke mening van de recensent? Wat zegt hij?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt de spreker in de samenvatting over
'Alleen de bergen zijn mijn vrienden'?

(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Achtergrondinformatie schrijver
B
Hoe het boek tot stand is gekomen
C
Waar het boek over gaat
D
De schrijfstijl van de auteur.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelt de spreker met 'Eigenlijk is het een simpel verhaal..... maar de zinnen zijn gebeeldhouwd'?
A
Simpel verhaal met stijve zinnen
B
Simpel verhaal, maar prachtig geschreven
C
Een simpel verhaal, prachtig geschreven, het is een pareltje.
D
Simpel verhaal, maar moeilijk te volgen.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is sprake van een tegenstelling: een simpel verhaal - metaforen om van te smullen. Waarom wordt deze tegenstelling gebruikt?
A
Een simpel verhaal moet ingewikkeld zijn.
B
Een simpel verhaal is nooit zomaar simpel, er zit meer achter de taal.
C
Een simpel verhaal is eigenlijk heel moeilijk te schrijven.
D
Een simpel verhaal krijgt diepgang door het taalgebruik.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geeft de spreker een spoiler weg als haar gevraagd wordt een voorbeeld te geven van een gebeeldhouwde zin?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In 20 seconden weet de spreker zijn enthousiasme over te brengen.
Wat zegt hij over het boek?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Lees het verhaal 'Poep' van Manon Uphoff via de volgende link:

Als je het verhaal uit hebt, ga je zelf aan de slag met het schrijven van een recensie. Als je meer inspiratie wil voordat je gaat schrijven, kijk dan de andere filmpjes van de DWDD-boekenrubriek: https://www.bnnvara.nl/dewerelddraaitdoor/rubrieken/boeken

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opdracht
  • Lees de opdracht: Laagland boek A blz. 204
  • Oriënteer je op het materiaal uit Op Niveau (volgende slide)
  • Lees de Rubrics Schrijven (Op Niveau blz. 439 t/m 442 -> punt 1 t/m 5 en   7 t/m 20)  en de beoordelingspunten van de docent (zie later in deze LessonUp).
  • Schrijf de recensie
  • Controleer je recensie aan de hand van de Rubrics Schrijven.
  • Verbeter waar nodig je recensie.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op Niveau als naslagwerk


Gebruik voor het schrijven van je recensie Op Niveau als naslagwerk. 

  • Blok 1: Publiek en doel - paragraaf 4 t/m 8 (blz. 54 t/m 58)

  • Blok 2:Structuur - paragraaf 32 t/m 38 (blz. 131 t/m 140) + paragraaf 48 (blz. 152-153) en 51 (blz. 157 t/m 159)
 
  • Blok 3: Argumentatie - paragraaf 80 (blz. 247-248) en 82 (blz. 250 t/m 252)

  • Blok 6: Taalverzorging - paragraaf 117 t/m 137 (blz. 400 t/m 422)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordelingsformulier docent
A
inhoud
korte samenvatting, analyse, beoordeling met verschillende soorten argumenten, objectief maar toch overtuigend
B
structuur
opbouw tekst: inleiding, kern, slot, alinea's; opbouw alinea's: kernzin + uitwerking
C
woordenschat
correct en gevarieerd; goed gebruik van signaal- en verbindingswoorden
D
taalverzorging
zinsbouw en spelling

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies