Fictie - Blok 2 - mavo 4

Blok 2 - Fictie
Mavo 4
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Blok 2 - Fictie
Mavo 4

Slide 1 - Tekstslide

Setting en sfeer
Tijd en ruimte vormen de setting die de auteur kiest voor een verhaal. 

Slide 2 - Tekstslide

Setting en sfeer
Op welke manier kan tijd in een verhaal zichtbaar gemaakt worden?
  • Noemen van jaartal.
  • Historische gebeurtenissen.
  • Historische figuren.
  • Beschrijven van ruimte met kenmerkende gebouwen, gebruiken of voorwerpen. 

Slide 3 - Tekstslide

Setting en sfeer
Wat is ruimte?

Ruimte heeft te maken met waar het verhaal zich afspeelt. Niet alleen een bepaalde stad of dorp. Het kan ook een kamer zijn, of een wijk of zelfs een planeet. 
Ook weer, geluiden of geuren kunnen een rol spelen

Slide 4 - Tekstslide

Setting en sfeer
Wat is sfeer?

De manier waarop de ruimte wordt beschreven kan een bepaalde sfeer oproepen. Dat kan negatief of positief zijn. 
Kan bijvoorbeeld vrolijk zijn of juist dreigend. 

Slide 5 - Tekstslide

Tijd, vertelvolgorde en verteltempo 
Chronologische volgorde

Dan worden de gebeurtenissen verteld in de volgorde waarin ze gebeurd zijn. 

Slide 6 - Tekstslide

Tijd, vertelvolgorde en verteltempo 
Terugverwijzing

In een terugverwijzing verwijst een personage naar iets wat eerder gebeurde. Meestal is een terugverwijzing kort: enkele woorden of zinnen. Of het gaat om een gedachte. 

Slide 7 - Tekstslide

Tijd, vertelvolgorde en verteltempo 
Vooruitwijzing

Dat is een mededeling over iets wat later zal gebeuren of een gedachte van een personage van angst of hoop voor de toekomst. 

Slide 8 - Tekstslide

Tijd, vertelvolgorde en verteltempo 
Niet-chronologische volgorde

De gebeurtenissen staan in een andere volgorde dan waarin ze gebeurd zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Tijd, vertelvolgorde en verteltempo 
Flashbacks

Het verhaal springt vanuit het heden terug in de tijd, naar gebeurtenissen die eerder hebben plaatsgevonden.

Flashback is langer dan een terugverwijzing. 

Slide 10 - Tekstslide