Een 72-jarige vrouw heeft last van kortademigheid bij inspanning en pretibiaal oedeem. Haar huisarts constateert een verhoogde centraal veneuze druk en een hoge bloeddruk, en start haar op furosemide. Na twee dagen zijn haar symptomen sterk verminderd en wordt een ACE-remmer toegevoegd. Bij een vervolgafspraak zijn haar symptomen bijna verdwenen, maar ze blijft kortademig bij het traplopen. Een echocardiogram toont aan dat haar linker ventrikel normaal samentrekt en dat de kleppen goed functioneren, hoewel de wanden van de linker ventrikel iets verdikt zijn. Wat is de juiste classificatie van haar hartfalen op dit moment?
C
De hartfalen zijn verdwenen