H2: de geologische geschiedenis

H2: Schatkist aarde
§2.1 Het gezicht van de aarde verandert -
Het ontstaan van de aarde 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2: Schatkist aarde
§2.1 Het gezicht van de aarde verandert -
Het ontstaan van de aarde 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen: 
Je kan de 4 tijdperken uit de geologische tijdschaal benoemen.  
Je kan beschrijven hoe het leven op aarde er in de 4 tijdperken, uit de geologische tijdschaal, uit zag. 
Je kan uitleggen wat een massa-extinctie is.  
Je kan uitleggen wat de gevolgen van de massa-extincties voor het leven op aarde waren.  

Slide 2 - Tekstslide

Waar ging de vorige les over?

Slide 3 - Woordweb

De geologische geschiedenis
Geologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het ontstaan en de verandering van de aardkorst, zoals platentektoniek, verwering en erosie. 
De aardkorst is opgebouwd uit verschillende lagen/soorten gesteente. Door onderzoek weten we tegenwoordig dat de aarde zo'n 4.6 miljard jaar oud is. De geologische geschiedenis is opgebouwd in 4 hoofdperioden, samen vormen ze een geologische tijdschaal. 

Slide 4 - Tekstslide

De geologische tijdschaal 
De geologische tijdschaal kent vier hoofdperioden:
  1. Het Precambrium
  2. Het Paleozoïcum 
  3. Het Mesozoïcum
  4. Het Kenozoïcum 
Door te kijken naar de verschillende hoofdperioden leren we veel over de ontwikkeling van het leven op aarde, maar ook de vorming van de continenten en het gesteente op aarde. 

Slide 5 - Tekstslide

Het Precambrium
Het Precambrium beslaat 88% van de geschiedenis van de aarde. De belangrijkste kenmerken zijn:
  •  Ontstaan van de aarde. 
  •  Eerste eencellige levensvormen, in de oceanen, op aarde.
  •  Continenten verschenen en verdwenen. 
  •  De aarde bevroor een aantal keren tot ijsbal. 
  •  Aan het einde van het precambrium kwam de platentektoniek zoals wij die nu kennen op gang. 

Slide 6 - Tekstslide

Het Paleozoïcum
Het Paleozoïcum kenmerkt zich door: 
  •  Tijdperk van de supercontinenten. Eerst Rodina en aan het einde van het tijdperk vormt Pangea zich. 
  •  Nederland lag op het zuidelijk halfrond ter hoogte van het huidige Pattagonië. 
  • De hoeveelheid zuurstof in de atmosfeer neemt toe. Hierdoor kunnen er in het Paleozoïcum complexere levensvormen ontstaan. Kenmerkend zijn de trilobieten. 

Slide 7 - Tekstslide

Het Mesozoïcum
De kenmerken van het Mesozoïcum zijn:
  • Het opbreken van het supercontinent Pangea. 
  • Het is het tijdperk van de dinosauriërs. In de oceanen zijn grote zeereptielen de baas. 
  • Aan het eind van het Mesozoïcum ligt Nederland onder water, kalkafzetting (later kalksteen). Ook vormen zich gesteenten die aardolie kunnen bevatten.
  •  De meteorietinslag bij Yucatan maakt een eind aan dit tijdperk. De dinosauriërs sterven uit. Het leven op aarde verandert. 

Slide 8 - Tekstslide

Het Kenozoïcum
Door het uitsterven van de dinosauriërs krijgen de zoogdieren kans om zich verder te ontwikkelen. Dit is dan ook het tijdperk van de zoogdieren. 
De eerste mensachtigen ontstaan. 
De continenten komen op hun huidige plek te liggen en de grote bergketens op aarde (Rocky Mountains, Himalaya en Alpen) worden gevormd. 
De mens deed zijn intrede op aarde. 

Slide 9 - Tekstslide

Noem twee kenmerken van het Precambrium.

Slide 10 - Open vraag

Welke diersoorten leefden in het Mesozoïcum?

Slide 11 - Open vraag

In welk tijdperk ontstond het supercontinent Pangea?

Slide 12 - Open vraag

Wat is een massa-extinctie? Gebruik een voorbeeld waaruit blijkt dat je dit begrip kent.

Slide 13 - Open vraag

Aan de slag!
Je maakt opdracht 5,6 en 7 en je werkt de leerdoelen uit in je schrift. 

Klaar? Maak in de online methode de box bij §2.1.

 

Slide 14 - Tekstslide

Wat ik nog wil vragen over §2.1

Slide 15 - Woordweb