Examentips deel 1: vragen

Tips CSE Nederlands
Dinsdag 23 mei 2023 13:30-15:30
1e tijdvak

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Tips CSE Nederlands
Dinsdag 23 mei 2023 13:30-15:30
1e tijdvak

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Ik weet hoe een CSE Nederlands is opgebouwd.
Ik weet welke soort vragen er worden gesteld. 
Belangrijkste theorie voor tekstbegrip in vogelvlucht. 
Ik oefen met oude examens via Examenkracht of examenblad.nl


Slide 2 - Tekstslide

Dinsdag 23 mei 2023 13:30-15:30


2022
2021
Vragen: 2 min. per vraag
36 TV1 
35 TV2 
37 TV1
36 TV2
Teksten: 3 met vragen + 1 met afbeelding
4
4
Schrijfopdracht
45 min (klad schrijven, controleren/corrigeren, net schrijven)
1 (45 min)
1 (45 min)

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld  CSE 2021 TV1
Tekst 3 Heeft altijd met de schrijfopdracht te maken

Slide 4 - Tekstslide

CSE Nederlands: 3 boekjes
  • 1 boek met teksten: je mag overal arceren/strepen
  • 1 boek met vragen: je mag strepen/arceren
  • 1 boek voor antwoorden: omcirkel je antwoord, maak verbeteringen duidelijk. 


Slide 5 - Tekstslide

Verbeteringen duidelijk maken

Slide 6 - Tekstslide

Soorten vragen
Meerkeuzevragen: streep af 2 af die sowieso fout zijn, kies de beste van overgebleven keuzes. 
Samenvattingsvragen
Open vragen

Slide 7 - Tekstslide

Samenvattingsvragen
Sommige vragen op het CSE zullen over samenvatten gaan. Deze vragen toetsen of je:
hoofdzaken in een tekst kunt herkennen;
hoofdzaken van bijzaken kunt onderscheiden;
tekstgedeelten in de juiste volgorde kunt zetten. 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld samenvattingsvraag

Slide 9 - Tekstslide

Open vragen
  • Leg uit / Verklaar: geef een uitleg in je eigen woorden. Schrijf dus geen zinnen uit de tekst over.
  • Noem twee ... / Welke twee ...: schrijf dan twee dingen op. Niet meer, alleen de eerste twee worden nagekeken.
  • Citeer een zin: schrijf de eerste twee woorden van een zin op en de laatste twee woorden. Daartussen gebruik je drie punten. Zet het regelnummer tussen haakjes. "Het is ... tekst over." (r.23)
  • Citeer een zinsgedeelte/ 1 woord: schrijf alleen de woorden op die antwoord geven, niet de gehele zin, aanhalingsteken, regelnummer tussen haakjes. " politie treedt op" (regel 37)

Slide 10 - Tekstslide

Tekstverbanden / signaalwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeldvragen tekstverbanden
  • Wat is het verband tussen alinea 4 en 5?
  • Wat is de functie van alinea 5 ten opzichte van alinea 5?

Het is belangrijk om de signaalwoorden en tekstverbanden van de vorige dia uit je hoofd te leren.
Kennen = herkennen = snel juiste antwoord kiezen

Slide 12 - Tekstslide

Tekstdoelen
  • Wat wil de schrijver bereiken bij de lezers met zijn tekst?
  • Voorbeeld van tekstdoelen:
  • Informeren;
  • Activeren;
  • Overtuigen;
  • Amuseren.

Slide 13 - Tekstslide

Functies inleiding en slot
Inleiding
Slot
Het onderwerp noemen
Een conclusie of samenvatting geven
De aanleiding noemen
Een advies of waarschuwing geven
De centrale vraag stellen
Een toekomstverwachting uitspreken
De mening van de schrijver geven
Een samenvatting geven
Een persoon of personen introduceren

Slide 14 - Tekstslide

Advertentie          
Illustraties kunnen verschillende functies hebben. 
- Helpen bij het begrijpen van de tekst
- Bedoeld om aandacht te trekken
- Noodzakelijke toevoeging
- Ter 'versiering'
Lettertypes
- belangrijk bij de opmaak van de tekst.
- Belangrijk voor de nadruk
Lees sowieso de volledige tekst; laat je niet afleiden door alle andere informatie

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdgedachte
Om de hoofdgedachte te vinden in een tekst kun je de volgende vraag stellen:
Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
Soms staat de hoofdgedachte letterlijk in de inleiding of in het slot.


Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag ....
  • Ga naar Examenkracht (via Magister) of examenblad.nl
  • Kies voor examen VMBO GT (bijv.: 2021 TV1 / 2021 TV 2 / 2022 TV 1 / 2022 TV2)
  • Via examenkracht kun je kiezen voor soorten vragen om gericht te oefenen. 

Slide 17 - Tekstslide