In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Logica & Geldigheid
Slide 1 - Tekstslide
Voorbeeld van een redenering
Als ik ziek ben, dan lig ik in bed.
Ik lig in bed.
Dus ik ben ziek.
Slide 2 - Tekstslide
Logische geldigheid
In tekens
Spreek uit als
Voorbeeldzin
p --> q
Als p het geval is, dan is q het geval
Als het ijzelt, dan worden de straten glad.
p
p is het geval
Het ijzelt.
q
dus q is het geval
De straten worden dus glad.
Slide 3 - Tekstslide
Voorbeeld van een redenering
Alle mensen zijn sterfelijk.
Socrates is een mens.
Dus Socrates is sterfelijk.
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeeld van een redenering
Als Eva thuis is, staat haar fiets in de schuur.
Eva is thuis.
Dus haar fiets staat in de schuur.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is in dit voorbeeld de conclusie?
Slide 6 - Open vraag
Is het een geldige redenering?
Ja
Nee
Slide 7 - Poll
Voorbeeld van een redenering
Mensen zijn bloeddorstige monsters.
Jij bent een mens.
Dus jij bent een bloeddorstig monster.
Slide 8 - Tekstslide
Is het een geldige redenering?
Ja
Nee
Slide 9 - Poll
Ongeldigheid
In tekens
Spreek uit als
Voorbeeldzin
p --> q
Als p het geval is, dan is q het geval
Als je de toets goed hebt geleerd, haal je een voldoende.
q
q is het geval
Je haalt een voldoende.
p
dus p is het geval
Dus je hebt de toets goed geleerd.
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld van een redenering
Als je de toets goed hebt geleerd, dan haal je een voldoende.
Je hebt het proefwerk niet goed geleerd.
Dus je haalt geen voldoende.
Slide 11 - Tekstslide
Is het een geldige redenering?
Ja
Nee
Slide 12 - Poll
Verzwegen argumenten
Vaak zijn redeneringen niet compleet:
Willem rijdt in een Tesla, dus hij is erg milieubewust.
Er wordt een argument verzwegen:
Als je in een elektrische auto rijdt, dan ben je milieubewust.
Namelijk: niet alle mensen die een elektrische auto rijden, zijn milieubewust. Sommigen ontlenen er status aan, anderen willen minder belasting betalen.
Slide 13 - Tekstslide
Een verzwegen argument is impliciet in de argumentatie aanwezig.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het verzwegen argument?
Anna Woltz is een goede schrijver, zij is zo populair bij leerlingen.
A
Anna Woltz is de beste jeugdboekenschrijfster
B
Leerlingen hebben een slechte smaak
C
Een schrijver die populair is bij leerlingen, is een goede schrijver
D
Anna Woltz is populair bij leerlingen, en is dus een goede schrijver
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het verzwegen argument?
'Hij zorgt goed voor zichzelf, want hij doucht elke dag.'
A
Als je elke dag doucht, dan zorg je goed voor jezelf.
B
Als je goed voor jezelf zorgt, dan douch je elke dag.
C
Als je niet goed voor jezelf zorgt, dan douch je niet elke dag.
D
Iedereen die elke dag doucht, zorgt goed voor zichzelf.
Slide 16 - Quizvraag
Hoe zou je tegen dit verzwegen argument in kunnen gaan?
Slide 17 - Open vraag
Verzwegen argumenten
Door een verzwegen argument boven water te halen, zie je dat kritiek mogelijk is.
(Bijvoorbeeld: veel douchen is slecht voor je huid.)
Let op! De tegenwerping is inhoudelijk en gaat niet in op de logische geldigheid van de redenering.
Slide 18 - Tekstslide
Drogredenen
Soms kom je een aannemelijk argument tegen, dat toch niet klopt.
Bijvoorbeeld: Ik houd niet van katten, want katten zijn stom.
Hier is sprake van een cirkelredenering.
Slide 19 - Tekstslide
Kan je nog een voorbeeld geven van een cirkelredenering?