Kapitel 1 Grammatik sein vmbo

Die Formen von "sein
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Die Formen von "sein

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
ich ....
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
wir ...
A
bin
B
bist
C
sind
D
seid

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
es ...
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
ihr
A
bin
B
bist
C
sind
D
seid

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal het persoonlijke voornaamwoord in het Duits:
zij (enkelvoud)

Slide 6 - Open vraag

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
jullie

Slide 7 - Open vraag

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
u

Slide 8 - Open vraag

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
hij

Slide 9 - Open vraag

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
zij (meervoud)

Slide 10 - Open vraag

Vertaal in het Duits:
ik ben

Slide 11 - Open vraag

Vertaal in het Duits:
zij is

Slide 12 - Open vraag

Vertaal in het Duits:
wij zijn

Slide 13 - Open vraag

vertaal:
het is

Slide 14 - Open vraag

Tom und Maria sind in der Schule,
... haben Sport.
Vervang Tom und Marie door een persoonlijk vnw.

Slide 15 - Open vraag

vertaal:
ben jij

Slide 16 - Open vraag

vertaal:
zijn jullie

Slide 17 - Open vraag

vertaal:
u bent

Slide 18 - Open vraag

Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist

Slide 19 - Sleepvraag