Overhoring vragen 3BBC

Wat is een andere benaming voor meiose?
A
Chromosoomdeling
B
reductiedeling
C
directe celdeling
1 / 33
volgende
Slide 1: Quizvraag
AnatomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is een andere benaming voor meiose?
A
Chromosoomdeling
B
reductiedeling
C
directe celdeling

Slide 1 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen bevat een menselijke celkern?
A
24
B
50
C
46
D
95

Slide 2 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een vegetatieve levensverrichting

Slide 3 - Open vraag

Wat voor klier is een speekselklier?
A
Eccriene klier
B
Apocriene klier
C
Holocriene klier

Slide 4 - Quizvraag

Secretieklieren scheiden stoffen af die nuttig zijn voor het lichaam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Waar komt trilhaarepitheel voor?
A
Slijmvliezen van de luchtwegen.
B
In de eileider.
C
in de buis van Eustachius.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 6 - Quizvraag

Waar bestaat elastische vezels uit?
A
Uit het eiwit collageen.
B
Uit het eiwit elastine.
C
uit reticuline vezels.

Slide 7 - Quizvraag

Waar in ons lichaam vinden wij glasachtig kraakbeen?

Slide 8 - Open vraag

Waar zorgen onze motorische zenuwen voor?
A
Beweging
B
Gevoel
C
alle antwoorden zijn juist.

Slide 9 - Quizvraag

Waar in ons lichaam kun je glad spierweefsel vinden?

Slide 10 - Open vraag

In rood beenmerg worden worden bloedcellen gemaakt.
A
waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Benoem minimaal 2 voorbeelden van platte beenderen?

Slide 12 - Open vraag

Noem minimaal 2 voorbeelden van onregelmatige beenderen

Slide 13 - Open vraag

Distaal is......
A
in het midden gelegen.
B
Aan de rand gelegen.
C
van de romp af gelegen.
D
aan de buitenzijde gelegen.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is maxilla
A
onderkaak
B
kaakrand
C
neusholte
D
bovenkaak

Slide 15 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een platte spier.

Slide 16 - Open vraag

Wat zijn synergisten?
A
Spieren die elkaars werking ondersteunen.
B
Spieren die elkaar tegenwerken.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is spiertonus?

Slide 18 - Open vraag

In welke huidlaag start het verhoorningsproces?
A
Hoornlaag
B
Korrellaag
C
stekelcellenlaag

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de Latijnse benaming van de doorschijnende laag?

Slide 20 - Open vraag

Wat zijn melanocyten?
A
Pigmentvormende cellen.
B
Bloedplaatjes
C
propigment

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie
van de onderhuid?

Slide 22 - Woordweb

Een droge huid wordt ook wel.........genoemd.
A
Sebostase
B
Seborrhoe

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken
van een vette huid?

Slide 24 - Woordweb

Noem verschillende functies van talg.

Slide 25 - Open vraag

Benoem verschillende functies van zweet.

Slide 26 - Open vraag

Wanneer zweet zichtbaar is spreken we van perspiratie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van haargroei?
A
Katagene fase- anagene fase - telogene fase.
B
Telogene fase- anagene fase- katagene fase.
C
Anagene fase- katagene fase- telogene fase.

Slide 28 - Quizvraag

Een ander woord voor rode bloedcellen is.....
A
Leukocyten
B
erytrocyten
C
Hemoglobine
D
Anemie

Slide 29 - Quizvraag

Wat zijn granulocyten?

Slide 30 - Open vraag

Wat zijn trombocyten?

Slide 31 - Open vraag

Wat gebeurt er bij diffusie?

Slide 32 - Open vraag

Wat gebeurt er bij osmose?

Slide 33 - Open vraag