AF TM8 Bewegingsstelsel 1

M1W1
3
bewegingsstelsel
1
TM module 8
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

M1W1
3
bewegingsstelsel
1
TM module 8

Slide 1 - Tekstslide

8
bewegingsstelsel
LEERDOELEN...
  • vier functies van het skelet
  • bot opbouw
  • soorten botten
  • soorten gewrichten
  • Je kan bij een plaatje aangeven welk bot of spier getoond wordt en wat deze spier doet










Slide 2 - Tekstslide

1.1
skelet

Slide 3 - Tekstslide

functie van het skelet...
  • het geeft stevigheid
  • het beschermt organen
  • maakt bewegen mogelijk
  • maakt bloedcellen
1.1
skelet

Slide 4 - Tekstslide

  • het skelet van een volwassene  bestaat uit ongeveer 206 botten
  • een aantal botten groeit aan elkaar
1.1
skelet

Slide 5 - Tekstslide

1.2
botten

Slide 6 - Tekstslide

van buiten naar binnen is bot opgebouwd uit...
  1. een beschermend botvlies
  2. een compacte botlaag (met botcellen in ringen gelegen)
  3. een sponzige botlaag (met daartussen beenmerg)
1.2.1
opbouw
botvlies
1
compact bot
2
sponzig bot
3

Slide 7 - Tekstslide

botcellen maken hun omgeving, de matrix bestaat uit...
  • kalk en zouten (stevigheid)
  • collagene vezels (rek)
  • hoe ouder iemand is, hoe minder vezels het bot heeft
1.2.1
opbouw
botcel
matrix van kalk, zouten en collagene vezels

Slide 8 - Tekstslide

botten worden blijvend opgebouwd en afgebroken...
  • botopbouwende cellen delen zich in gewone botcellen (osteoblasten)
  • botafbrekende cellen lossen het bot op (osteoclasten)
1.2.2
aanmaak en afbraak
botopbouwende cel
botafbrekende cel

Slide 9 - Tekstslide

er zijn 5 soorten botten...
  • lange beenderen (pijpbeenderen) zijn botten met een lange schacht (diafyse) en twee uiteinden (epifysen)...
1.2.3
soorten botten

Slide 10 - Tekstslide

  • tussen schacht en uiteinde zit de groeischijf om het bot in de lengte te laten groeien
  • botcellen laten het bot in de breedte groeien
  • het (gele) beenmerg bestaat uit vet
  • het (rode) beenmerg maakt bloedcellen
1.2.3
soorten botten
beenmerg
(rood = bloedcelvormend, geel = vet)

Slide 11 - Tekstslide

er zijn 5 soorten botten...
  • korte beenderen zijn botten met een kubusvorm
1.2.3
soorten botten

Slide 12 - Tekstslide

er zijn 5 soorten botten...
  • platte beenderen zijn botten met een platte vorm
1.2.3
soorten botten

Slide 13 - Tekstslide

er zijn 5 soorten botten...
  • onregelmatige beenderen zijn botten zonder een duidelijke vorm
1.2.3
soorten botten

Slide 14 - Tekstslide

er zijn 5 soorten botten...
  • sesambeenderen zijn ovale botten die in een pees zitten
1.2.3
soorten botten

Slide 15 - Tekstslide

voorbeelden (lang)
1.2.3
soorten botten

Slide 16 - Tekstslide

voorbeelden (kort, sesam)
1.2.3
soorten botten

Slide 17 - Tekstslide

voorbeelden (plat)
1.2.3
soorten botten

Slide 18 - Tekstslide

voorbeelden (onregelmatig)
1.2.3
soorten botten

Slide 19 - Tekstslide

1.3
botverbindingen

Slide 20 - Tekstslide

een gewricht (articulatio) is een beweegbare verbinding tussen twee botten en bestaat uit...
  • een vlies, dat gewrichts-smeer (synovia) maakt
1.3.1
gewrichten
synoviaal membraan
synovia (gewrichtssmeer)

Slide 21 - Tekstslide

een gewricht (articulatio) is een beweegbare verbinding tussen twee botten en bestaat uit...
  • een kapsel en gewrichtsband voor de stevigheid
1.3.1
gewrichten
gewrichtskapsel
gewrichtsband

Slide 22 - Tekstslide

er zijn 5 soorten synoviale gewrichten...
  1. kogelgewricht;
  2. eigewricht;
  3. zadelgewricht;
  4. scharniergewricht;
  5. rolgewricht
1.3.1
gewrichten
K
E
Z
S
R

Slide 23 - Tekstslide

voorbeelden (kogel)
1.3.1
gewrichten

Slide 24 - Tekstslide

voorbeelden (ei)
1.3.1
gewrichten

Slide 25 - Tekstslide

voorbeelden (zadel)
1.3.1
gewrichten

Slide 26 - Tekstslide

voorbeelden (scharnier)
1.3.1
gewrichten

Slide 27 - Tekstslide

voorbeelden (rol)
1.3.1
gewrichten

Slide 28 - Tekstslide

1.4
spieren

Slide 29 - Tekstslide

1 dwarsgestreepte spieren

  • zitten vast aan het skelet
  • bewust (willekeurig) in te spannen
  • trekken snel samen
  • raken snel vermoeid
1.4.1
soorten spierweefsel

Slide 30 - Tekstslide

2 gladde spieren

  • zitten in de wand van holle organen
  • niet bewust (onwillekeurig) in te spannen
  • trekken traag samen
  • raken niet vermoeid
1.4.1
soorten spierweefsel

Slide 31 - Tekstslide

3 hartspieren

  • zitten in het hart
  • niet bewust (onwillekeurig) in te spannen
  • trekken snel samen
  • raken niet vermoeid
1.4.1
soorten spierweefsel

Slide 32 - Tekstslide

Functies van spieren

  1. beweging mogelijk maken (spieren trekken aan het bot)
  2. positiebepaling (spieren laten het brein weten in welke houding je ligt, staat of  beweegt)

1.4.2
skeletspieren

Slide 33 - Tekstslide

skeletspieren zijn een verzameling kabels van bot naar bot...
  • om elk groepje kabels ligt een beschermend vliesje
  • om de hele spier ligt ook een beschermend vlies, de spierschede (fascie)
1.4.2
skeletspieren

Slide 34 - Tekstslide

skeletspieren zijn een verzameling kabels van bot naar bot...
  • aan de uiteinden zijn deze kabels van stevig bindweefsel
  • dit deel trekt niet samen
  • dit deel is weinig doorbloed
  • dit wordt pees genoemd
1.4.2
skeletspieren

Slide 35 - Tekstslide

skeletspieren zijn een verzameling kabels van bot naar bot...
  • elke spier bestaat uit een aantal spierbundels
  • elke bundel bestaat uit veel spiervezels
  • elke vezel bestaat uit veel spiercellen (fibrillen)
1.4.2
skeletspieren

Slide 36 - Tekstslide

skeletspieren zijn een verzameling kabels van bot naar bot...
  • spierfibrillen bestaan uit lange rijen eiwitten
  • deze kunnen over elkaar heen schuiven
  • zo trekt een spier samen
1.4.2
skeletspieren

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

werking van de spier...
  • een zenuw geeft het signaal
  • samentrekken kost veel energie (glucose nodig)
1.4.2
skeletspieren

Slide 39 - Tekstslide

antagonisten...
  • een spier kan alleen korter worden (inspanning)
  • een andere spier moet zich inspannen om deze eerste spier te doen ontspannen
  • er zijn altijd twee spieren nodig voor een hele beweging...
1.4.2
skeletspieren

Slide 40 - Tekstslide

antagonisten...
  • de ene spier buigt
  • de andere spier strekt, deze noem je de antagonist
laten buigen
1
laten strekken
2
1.4.2
skeletspieren

Slide 41 - Tekstslide

synergisten...
  • spieren die gezamenlijk werken om een beweging mogelijk te maken
1.4.2
skeletspieren

Slide 42 - Tekstslide

synergisten...
  • spieren die gezamenlijk werken om een beweging mogelijk te maken
1.4.2
skeletspieren

Slide 43 - Tekstslide

spiertonus...
  • om spieren niet af te breken als ze niet daadwerkelijk gebruikt worden, blijft het brein de spier prikkelen
  • dit heet spierspanning of spiertonus
1.4.2
skeletspieren

Slide 44 - Tekstslide