Spreken en gesprekken voeren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Spreken en gesprekken voeren

klas 1

Wat gaan we vandaag doen?

- Opstarten (5 min)

- Herhaling vorige les (5 min)

- Uitleg een gesprek voeren (filmpje) (10 min)

- Opdracht in groepjes (15 min)

- nakijken (10 min)

Lesdoel

Ik kan een kort gesprek voeren.

Terugblik vorige les

Wat hebben we de vorige les geleerd/gedaan?

Wanneer gebruik je een komma?

1. Bij een opsomming: Voor mijn verjaardag nodig ik Tom, Wim, Marlies en Hajar uit. 

2. Tussen twee persoonsvormen: Toen ik hier de hoek omsloeg, viel ik bijna. 

2. Bij voegwoorden: Ik ben goed in wiskunde, maar biologie vind ik lastig. 

Een gesprek voeren

Zo voer je een gesprek

Als jij praat:

- Praat je rustig en hard genoeg.

- Spreek je de woorden duidelijk uit. 

- Laat de ander ook aan het woord. Stel bijvoorbeeld een vraag. 

Een gesprek voeren

Zo voer je een gesprek

Als jij luistert:

- Laat de ander uitpraten. 

- Laat je merken dat je luistert. Je kijkt de ander aan, kijkt vriendelijk of door te knikken. 

- Stel een vraag als iets niet duidelijk is of als je meer wilt weten.  

Een gesprek voeren

Stel niet steeds vragen waarop iemand met ja /  nee of een paar woorden kan antwoorden. Stel vragen waar de ander een langer antwoord op kan geven.

Bijvoorbeeld:

- Wat vind jij leuk aan Minecraft?

- Waarom wil je graag op dezelfde sportclub als je vrienden?

apps.noordhoff.nl

Gezamenlijke opdracht

1. Bedenk voor jezelf 4 vragen over vriendschap die je aan je klasgenoot kan stellen. Schrijf deze op.

4 vrijwilligers gaan voor de klas staan.

1. De linkerkant begint. Hij stelt een vraag over vriendschap aan de gene naast hem.

2. De klasgenoot die antwoord stelt daarna een vraag aan de volgende.

Opdracht 2 samen maken

Spreken en gesprekken (een gesprek voeren)

Zelfstandig werken

Nakijken: opdracht 1 & 3

Klaar? Leg je boekje op de hoek van je tafel en ga iets in stilte voor jezelf doen.