1.9 Migratiestromen
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Sociale bevolkingsgroei is
A
Emigratie - Immigratie
B
Immigratie - Emigratie
C
Emigratie + Immigratie
D
Immigratie + Emigratie
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste reden voor sociale migratie?
A
Onveilige situatie
B
Missen van familie of vrienden
C
Werkloosheid
D
Slecht weer
Slide 3 - Quizvraag
Emigratie
A
Verhuizen naar het buiteland om er te gaan wonen
B
Vanuit het buitenland een land binnenkomen om er te wonen
C
Verhuizen binnen de landsgrenzen
D
Terugkeren naar land van herkomst
Slide 4 - Quizvraag
Immigratie
A
verhuizen naar een ander land
B
naar Nederland toe verhuizen
C
verhuizen
D
vluchten
Slide 5 - Quizvraag
Wat is binnenlandse migratie?
A
Mensen verhuizen voor medische redenen
B
Mensen trekken naar een ander land voor werk
C
Mensen trekken naar de stad voor werk
D
Mensen verhuizen omdat ze moeten vluchten
Slide 6 - Quizvraag
In welke jaren
was het migratiesaldo
in Nederland negatief?
was het migratiesaldo
in Nederland negatief?
A
1995-2003
B
2003-2007
C
2007-2011
D
1995-2011
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent een negatief migratiesaldo?
A
vestigingsoverschot
B
vertrekoverschot
C
sterfte-overschot
D
de bevolking neemt toe
Slide 8 - Quizvraag
Het vestigingsoverschot en het vertrekoverschot vormen samen het migratiesaldo.
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Wat is geen pushfactor?
A
Gebrek aan werk
B
Een natuurramp
C
Goed betaald werk
D
Oorlog
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een pullfactor?
A
lage lonen
B
oorlog
C
slechte scholen
D
veel werk
