In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom
Nodig, pen en papier en je device
Slide 1 - Tekstslide
Gebruikt in 1y en 1t
en voor tomabc1
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Kennismaken met module M3 en M7
Slide 3 - Tekstslide
Voorbereiding M3
Welke onderwerpen zijn er?
Welke leerdoelen horen bij deze onderwerpen?
Welke opdrachten zijn er bij de verschillende onderwerpen?
Hoeveel filmpjes zijn er?
Werken alle koppelingen (links)
timer
1:00
Slide 4 - Tekstslide
Voorbereiding M3
Welke onderwerpen zijn er? Snelheid, voedingstoffen en stof
Welke opdrachten zijn er bij de verschillende onderwerpen? Poster (voedingsstoffen), Practicum (Stofeigenschappen), onderzoek meetbrief (snelheid)
Hoeveel filmpjes zijn er? Stofeigenschappen (2); snelheid (3)
Welke leerdoelen horen bij deze onderwerpen?
Werken alle koppelingen (links)
Slide 5 - Tekstslide
Stofeigenschappen
Slide 6 - Tekstslide
Onderwerpen en opdrachten
Opdrachten M3
Opdracht
Opdracht
Stofeigenschappen
Witte producten uit supermarkt
Practicum
Voedingsstoffen
Poster van mond tot
Afsluitend
Toets
Praktijktoets
Slide 7 - Tekstslide
Gemaakte fouten toets
In plaats van keer delen door 10 (100 of 1000)
Fout overgenomen ipv 0,454 werd ingevoerd 0,445
Slide 8 - Tekstslide
Welke stofeigenschappen ken je?
Denk zelf eerst na, dan bespreken we het.
Slide 9 - Tekstslide
Stofeigenschappen
De eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen noemen we stofeigenschappen.
Ze zijn specifiek vóór die ene stof! Op basis daarvan kunnen stoffen worden onderscheiden.
Slide 10 - Tekstslide
Stofeigenschappen:
Brandbaarheid
Geur
Kleur
Smaak
Fase
Geleiding van elektriciteit
Dichtheid
Kookpunt
Smeltpunt
Oplosbaarheid in water
Slide 11 - Tekstslide
Brandbaarheid
Hoe gemakkelijk een stof in brand kan vliegen.
Hout brandt sneller dan ijzer
Slide 12 - Tekstslide
Geur
De geur die een stof heeft (of niet; geurloos is ook een eigenschap!) is specifiek voor een stof
Benzine heeft een duidelijke specifieke geur
Slide 13 - Tekstslide
Kleur
Stoffen hebben ook een specifieke kleur
Welke materialen herken je in de afbeelding op basis van kleur?
zilver, goud & koper
Slide 14 - Tekstslide
Smaak
Suiker heeft een zoete smaak, Spruitjes zijn vaak bitter
Zure matjes zijn zoet en zuur
Slide 15 - Tekstslide
Fase
Er wordt gekeken bij kamertemperatuur en standaarddruk wat de fase is waarin een stof zich bevindt;
Voorbeeld:
water is dan vloeibaar,
ijzer is vast
Slide 16 - Tekstslide
Geleidbaarheid
Metalen kunnen goed elektriciteit (lading) geleiden; andere stoffen zijn juist isolatoren. Hoe goed een stof kan geleiden is een stofeigenschap
Slide 17 - Tekstslide
Kookpunt
Het punt waarom een stof begint te koken verschilt per stof
Water kookt bij 100 graden
Alcohol kookt bij 78 graden
Slide 18 - Tekstslide
Smeltpunt
Punt waarop een stof begint te smelten of stollen.
Water bevriest (stolt) bij 0 graden
En kaarsvet smelt wanneer je de lont aansteekt, wanneer je de kaars uitblaast of het kaarsvet druip naar beneden, dan stolt het weer
Slide 19 - Tekstslide
Oplosbaarheid in water
Hoe goed een stof kan oplossen in water; geurstoffen lossen goed op in water, theeblaadjes niet
Slide 20 - Tekstslide
Het deeltjes model
Makkelijkere weergave van de werkelijkheid.
Moleculen zijn heel klein.
Iedere stof is opgebouwd uit deeltjes; moleculen.
Iedere stof heeft zijn eigen soort moleculen.
Moleculen bewegen voortdurend.
Moleculen trekken elkaar aan;
In een vaste stof zitten ze in een rooster, in een vloeistof bewegen
ze door elkaar, in een gas, daar de kleinste aantrekkingskracht en
bewegen ze ver uit elkaar.
Slide 21 - Tekstslide
Dichtheid
Geeft aan hoeveel deeltjes van een stof aanwezig is in een bepaald volume.
Meer deeltjes in hetzelfde volume is dus een hogere dichtheid
De dichtheid verschilt per stof!
lood: 11.3 en aluminium 2.76 g/
cm3
slaolie 0.9 g/
water 1.0 g/
cm3
cm3
Slide 22 - Tekstslide
Dichtheid
Slide 23 - Tekstslide
Wat heb je aan deze kennis?
Slide 24 - Tekstslide
Check
Pak papier en pen
Beantwoord de volgende vragen
Let op de timer
Slide 25 - Tekstslide
Check
Hoe zou je het verschil tussen zout en zoet kunnen bepalen
Waar of niet waar: Kookpunt is een stofeigenschap?
Waar of niet waar: Massa is een stofeigenschap
Noem een stofeigenschap van glas.
Welke stofeigenschap van aardgas is gevaarlijk.
De limonade is groen, wat is de stofeigenschap?
Waar of niet waar: Volume is geen stofeigenschap.
timer
5:00
Slide 26 - Tekstslide
Check
Hoe zou je het verschil tussen zout en zoet kunnen bepalen
proeven
Waar of niet waar: Kookpunt is een stofeigenschap?
waar
Waar of niet waar: Massa is een stofeigenschap
niet waar
Slide 27 - Tekstslide
Check
Noem een stofeigenschap van glas.
doorzichtig, breekbaar
Welke stofeigenschap van aardgas is gevaarlijk.
brandbaar
De limonade is groen, wat is de stofeigenschap?
kleur
Waar of niet waar: Volume is geen stofeigenschap.
waar
timer
5:00
Slide 28 - Tekstslide
Volume
600 g
Slide 29 - Tekstslide
Huiswerk
1. Doorlezen informatie stofeigenschappen en alle bronnen die erbij horen
2. Opdracht 1 maken en volgende week inleveren: 21 maart
3. Doorlezen informatie voedingsstoffen
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Hoe herken je dus het verschil in (wit) zout en (wit) suiker
Slide 32 - Open vraag
Stofeigenschap. kookpunt is een stofeigenschap.
A
Waar
B
niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Stofeigenschap. Smaak is een stofeigenschap.
A
Waar
B
niet waar
Slide 34 - Quizvraag
Noem een stofeigenschap van glas
Slide 35 - Open vraag
welke stofeigenschap van aardgas is gevaarlijk?
Slide 36 - Open vraag
De limonade is roze. Wat is de stofeigenschap?
Slide 37 - Open vraag
Leg uit! Waarom is massa geen stofeigenschap?
Slide 38 - Open vraag
stofeigenschap
geen stofeigenschap
volume
massa
dichtheid
smeltpunt
poeder
elastisch
goed oplosbaar in water
temperatuur
fase bij kamertemperatuur
kleur
geur
Slide 39 - Sleepvraag
Zijn onderstaande eigenschappen wel of geen stofeigenschap?
Stofeigenschap
Geen stofeigenschap
Smaak
Geur
Vloeibaar
Brandstof
Oplosbaarheid
Plastic
Slide 40 - Sleepvraag
Een stofeigenschap
Géén stofeigenschap
Kleur
Geur
Massa
Smaak
Hardheid
Dichtheid
Volume
Vorm
Slide 41 - Sleepvraag
Je kunt een stof herkennen aan bepaalde eigenschappen. Alleen niet elke eigenschap is een stofeigenschap.
Maak de zinnen kloppend.
In de supermarkt kun je suiker kopen. Een pak suiker weegt één kilo en smaakt zoet. Het gewicht van het pak suiker is .................... stofeigenschap en de zoete smaak is .................... stofeigenschap.
geen
wel een
Slide 42 - Sleepvraag
Maak de zin kloppend.
........................................ is een stofeigenschap, omdat
........................................ per eenheid van .........................................