K6 - Grammatik B

K6 - Grammatik B
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

K6 - Grammatik B

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel dieser Stunde
  • Je leert hoe je 'naar' en 'bij' moet vertalen en wanneer je welke vertaling moet gebruiken. 

Slide 2 - Tekstslide

Huh? Wie?

Slide 3 - Tekstslide

naar = zu, nach of in
zu +3
bij personen, meestal ook bij dingen met een lidwoord (gebouwen/plekken)
Ich fahre zu meiner Freundin. 

Ich fahre zum Strand.
nach
bij richting zonder lidwoord
Ich fahre nach Hause.
nach
bij aardrijkskundige namen zonder lidwoord
Ich fahre nach Deutschland.
in +4
bij aardrijkskundige namen met lidwoord
Ich fahre in die Niederlande.

Slide 4 - Tekstslide

bij = bei of zu
bei +3
bij stilstand of een toestand je kunt vragen: waar?
Sie wohnt bei ihrer Tante.
zu +3
bij beweging
je kunt vragen: waarheen?
Er kommt heute zu mir.

Slide 5 - Tekstslide

Übung macht den Meister!

Slide 6 - Tekstslide

Fahrt ihr dieses Jahr in den Urlaub ... Frankreich?
A
nach
B
zu
C
in

Slide 7 - Quizvraag

Nein, wir fahren ... die Türkei. Und du?
A
nach
B
zu
C
in

Slide 8 - Quizvraag

Wir fahren ... die Schweiz.
A
nach
B
zu
C
in

Slide 9 - Quizvraag

Ist es noch weit ... dem Freizeitpark?
A
nach
B
zu
C
in

Slide 10 - Quizvraag

An den Ampeln fahren Sie ... rechts.
A
nach
B
zu
C
in

Slide 11 - Quizvraag

An den Ampeln ... links?
A
nach
B
zu
C
in

Slide 12 - Quizvraag

Gibt es noch Fragen?

Slide 13 - Tekstslide