5.3 - Planten voeden zich TL1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

Thema 5: Planten

In dit hoofdstuk:

5.1 - Planten bekijken

5.2 - Planten groeien

5.3 - Planten voeden zich

5.4 - Voortplanten

5.5 - Samenhang: De aarbeienkwekerij

5.2 - Planten groeien

Herhaling

Wat is GEEN onderdeel van een zaadje?

1. zaadlob
2. zaadhuid
3. kiem
4. stengel

Zet op de juiste volgorde

Zaadhuid neemt water op

Worteltje komt naar buiten

Stengel en blaadjes komen naar buiten

Zaadlobben zwellen op, zaadhuid knapt open

Jaarringen horen bij de ... en de eindknop aan een tak bij de ...

1. lengtegroei - diktegroei
2. diktegroei - lengtegroei
3. lengtegroei - ontwikkeling
4. ontwikkeling - lengtegroei

Hoe heet nummer 3

1. Eindknop
2. Knopschubben
3. Zijknop
4. Ringlitteken

Wanneer is de lichte jaarring gemaakt?

1. lente
2. zomer
3. herfst
4. winter

5.3 - Planten voeden zich

Doelen van de paragraaf:

• Je weet wat en hoe planten eten
  
• Je kan vertellen wat planten nodig hebben om te eten
  
• Je weet wat voor stoffen een plant maakt
  
• Je kan uitleggen hoe een plant reservestoffen opslaat
  

Fotosynthese

Tekenen op het bord

Maak aantekeningen!

zuurstof

CO2

water

zonlicht

glucose

Knollen

dikke wortel of stengel onder de grond

Bollen

Dikke bladeren op elkaar

Reserves opslaan

Is dit een bol of een knol?

Zaden

Reserves worden ook opgeslagen in zaden 

(Maïs en pinda's)

bladgroenkorrels zorgen voor fotosynthese

1. juist
2. onjuist

Welke stoffen heeft de plant nodig voor fotosynthese?

1. Koolstofdioxide en glucose
2. Koolstofdioxide en water
3. Zuurstof en glucose
4. Zuurstof en water

Hoe komt een plant aan water?

Waar wordt glucose door de plant NIET in omgezet?

1. Eiwitten
2. Vetten
3. Zuurstof
4. Zetmeel

Zijn aardappels knollen of bollen?

1. Knollen: het zijn verdikte stengels
2. Bollen: het zijn verdikte stengels
3. Knollen: het zijn verdikte bladeren
4. Bollen: het zijn verdikte blderen

Voor het maken van welke stof heeft de plant mineralen nodig?

1. Glucose
2. Vetten
3. Zetmeel
4. Eiwitten

Aan het werk

Maken:

Alle opdrachten van 5.3