5.3 - Planten voeden zich H1

Thema 5: Planten
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 5: Planten

Slide 1 - Tekstslide

In dit hoofdstuk:
5.1 - Planten bekijken
5.2 - Planten groeien
5.3 - Planten voeden zich
5.4 - Voortplanten
5.5 - Samenhang

Slide 2 - Tekstslide

5.2 - Planten groeien
Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Wat is GEEN onderdeel van een zaadje?
A
zaadlob
B
zaadhuid
C
kiem
D
stengel

Slide 4 - Quizvraag

Zet op de juiste volgorde
Zaadhuid neemt water op
Worteltje komt naar buiten
Stengel en blaadjes komen naar buiten
Zaadlobben zwellen op, zaadhuid knapt open

Slide 5 - Sleepvraag

Jaarringen horen bij de ... en de eindknop aan een tak bij de de ...
A
lengtegroei - diktegroei
B
diktegroei - lengtegroei
C
lengtegroei - ontwikkeling
D
ontwikkeling - lengtegroei

Slide 6 - Quizvraag


Hoe heet nummer 1?
A
Eindknop
B
Knopschubben
C
Zijknop
D
Ringlitteken

Slide 7 - Quizvraag


Hoe heet nummer 9?
A
Eindknop
B
Knopschubben
C
Zijknop
D
Ringlitteken

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer is de lichte jaarring gemaakt?
A
Lente
B
Herfst

Slide 9 - Quizvraag

5.3 - Planten voeden zich

Slide 10 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf:
Je weet wat en hoe planten eten
Je kan vertellen wat planten nodig hebben om te eten
Je weet wat voor stoffen een plant maakt
Je kan uitleggen hoe een plant reservestoffen opslaat
Je kan uitleggen hoe planten zonder bladgroenkorrels aan voedingsstoffen komen

Slide 11 - Tekstslide

Planten 'eten'
Water - wortelharen
Mineralen - wortelharen
Koolstofdioxide - huidmondjes

Maken hun eigen voeding: glucose

Slide 12 - Tekstslide

Fotosynthese
Zonlicht nodig

Koolstofdioxide + water
-zonlicht->
glucose + zuurstof

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Aan het werk
Leg in drietallen op creatieve manier de fotosynthese uit. Je mag dit doen zoals je wilt, maar enkele voorbeelden:
Liedje / rap, Poster, Dans, Schilderij, Game

Er moet in zitten:
Wat is de fotosynthese
Wat is er nodig en wat wordt gemaakt?
Waarvoor heeft de plant het gemaakte nodig?

Inleveren via de mail (dmeijer@ichthusdronten.nl) VOOR dinsdag 6 april.
Is het creatief en duidelijk genoeg? -> +1,0 op je toetscijfer (max. cijfer is een 10)

Slide 15 - Tekstslide

5.3 - Planten voeden zich
Deel 2

Slide 16 - Tekstslide

Reservestoffen en groeistoffen
Glucose die gemaakt wordt:
- deel gebruikt
- deel omgebouwd: zetmeel (r), vetten (r), eiwitten (g)

Mineralen nodig voor eiwitten

Slide 17 - Tekstslide

Knollen
dikke wortel of stengel onder de grond
Bollen
Dikke bladeren op elkaar
Reserves opslaan

Slide 18 - Tekstslide

Zaden
Reserves worden ook opgeslagen in zaden (Maïs en pinda's)

Slide 19 - Tekstslide

Parasieten
Sommige planten hebben geen bladgroenkorrels -> geen voedingsstoffen
Klavervreter (plaatje)
Haalt voedingsstoffen uit andere plant (gastheer)
Dit heet een parasiet 

Slide 20 - Tekstslide

bladgroenkorrel zorgt voor fotosynthese
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Welke stoffen heeft de plant nodig voor fotosynthese?
A
Koolstofdioxide en glucose
B
Koolstofdioxide en water
C
Zuurstof en glucose
D
Zuurstof en water

Slide 22 - Quizvraag

Hoe komt een plant aan water?

Slide 23 - Open vraag

Waar wordt glucose door de plant NIET in omgezet?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Zuurstof
D
Zetmeel

Slide 24 - Quizvraag

Zijn aardappels knollen of bollen?
A
Knollen: het zijn verdikte stengels
B
Bollen: het zijn verdikte stengels
C
Knollen: het zijn verdikte bladeren
D
Bollen: het zijn verdikte blderen

Slide 25 - Quizvraag

Voor het maken van welke stof heeft de plant mineralen nodig?
A
Glucose
B
Vetten
C
Zetmeel
D
Eiwitten

Slide 26 - Quizvraag

Hoe noem je een plant die de voedingsstoffen van andere planten 'steelt'?

Slide 27 - Open vraag

Aan het werk
Zoek thuis (of in de supermarkt) naar ten minste 10 voorbeelden van knollen, bollen en zaden die als voedsel worden verkocht 
Schrijf deze voedingsmiddelen op en schrijf er achter of het knollen, bollen of zaden zijn.

Maken: opdracht 15+16 (1h) / 16+17 (1j, 1k)


Slide 28 - Tekstslide