Woordenschat 1-2-3

Woordenschat

Hoofdstuk 1-2-3

even een korte herhaling!

Woordbetekenis?

Synoniemen, stukje van een woord, een deel van het woord is bekend..

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1,3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat

Hoofdstuk 1-2-3

even een korte herhaling!

Woordbetekenis?

Synoniemen, stukje van een woord, een deel van het woord is bekend..

Slide 1 - Tekstslide

'Stacks'  ken je het 'gewone' woord?

Een 'Fissa'  is een......?


Slide 2 - Tekstslide

Een Fissa is een....
A
Festival
B
Feestje

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Specerijen.....zijn:
A
gedroogd stukje bast, of bloem/besje van een plant
B
kruiden
C
pepersoorten

Slide 6 - Quizvraag

Een paar voorbeelden
en een paar oefeningen.
woordenschat: ook uitdrukkingen!

Slide 7 - Tekstslide

Ik zeg dit naar eer en....
A
verstand
B
geweten

Slide 8 - Quizvraag

welke woorden?

Slide 9 - Tekstslide

Op deze bankpas zit een LIMIET...
A
een cijfercode
B
een grens

Slide 10 - Quizvraag

Wat weet je van FYSIOLOGIE?
A
activiteiten in het lichaam
B
masseren en kneden
C
lichaamstherapie

Slide 11 - Quizvraag

Topsport kent DISCIPLINES
A
streng zijn, orde en tucht
B
richtingen in sport of kunst

Slide 12 - Quizvraag

Zelfstandig
Hoofdstuk 2 "Woordenschat"
blz. 52

Lesdoel
Je kunt formeel taalgebruik herkennen en begrijpen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

In een sollicitatiebrief gebruik je...
A
formeel taalgebruik
B
informeel taalgebruik

Slide 15 - Quizvraag

GELIEVE uw burger buiten op te eten.. gelieve kun je vervangen door...
A
eerst
B
altijd
C
wilt u
D
u moet

Slide 16 - Quizvraag

Figuurlijk

taalgebruik

Dat heb je goed bekeken.
Dus: hoofdstuk 1-2-3
Woordenschat.
Nu het laatste onderdeel.

Slide 17 - Tekstslide

Figuurlijk

taalgebruik

Slide 18 - Tekstslide

Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Handig om dit te herkennen.
Het zijn ook vaak uitdrukkingen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

'Boeren laten' aan tafel VALT NIET IN GOEDE AARDE:
A
is men niet blij mee
B
dan valt het eten verkeerd

Slide 21 - Quizvraag

Er leiden vele wegen naar Rome....
A
Er is eindelijk iets besloten
B
mensen zijn helemaal de weg kwijt
C
Je hebt verschillende manieren om iets te doen
D
Het komt er nu op aan

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide