BSM 2.1 communicatie en 2.2 begeleiden van activiteiten
1 / 35
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Ik heb mijn boek mee
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de definitie van: Communicatie
A
Uitwisseling van informatie
B
Contact met mensen
C
Medium en ontvager
D
Verbale communicatie
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Verbale communicatie is onder andere: whatsappbericht
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten.
Verbale communicatie is onder andere: boos kijken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten.
Sleep de woorden in de goede volgorde naar links
1
2
3
4
Ontvanger
Medium
Zender
Boodschap
Slide 8 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Non-verbale communicatie is onder andere: kleding
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten.
Hoeveel fases heeft groepsvorming?
A
Is één proces
B
3
C
5
D
8
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke fase hoort bij: 'Iedereen probeert in deze fase zijn ideeen aan de man te brengen
A
Forming
B
Storming
C
Norming
D
Performing
Slide 11 - Quizvraag
Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten.
Welke fase hoort bij: 'Er is nu sprake van presteren'.
A
Forming
B
Storming
C
Norming
D
Performing
Slide 12 - Quizvraag
Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten.
Welke fase hoort bij: 'De fundering van de groep'.
A
Forming
B
Storming
C
Norming
D
Performing
Slide 13 - Quizvraag
Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten.
Geef een voorbeeld van feedback met behulp van de 'sandwichmethode'
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Noem 3 typen leiders
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke leider hoort bij: 'Ik beslis alles, luisteren doen de anderen, maar ik niet'
A
Autoritaire leider
B
Consulterende leider
C
Democratische leider
D
Alle antwoorden zijn fout
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke leider hoort bij: 'Ik luister naar de groep, maar uiteindelijk beslis ik'.
A
Autoritaire leider
B
Consulterende leider
C
Democratische leider
D
Alle antwoorden zijn fout
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke leider hoort bij: 'Ik laat het aan de proffesionals over'
A
Autoritaire leider
B
Consulterende leider
C
Democratische leider
D
Alle antwoorden zijn fout
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een instructeur? Begin je antwoord met: Een instructeur is ...
Slide 21 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is vooral het doel van een trainer?
A
Vaardigheden verbeteren
B
Geestelijke en emotionele steun
C
Instructies geven
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarvoor is een coach geschikt?
A
Begeleiden van het hele proces (sport en mentaal)
B
Geestelijke en emotionele steun
C
Instructies geven
D
A, B en C zijn fout
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kan je deze twee rollen goed combineren: Jury en deelnemer?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kan je deze twee rollen goed combineren: Spelleider en trainer?
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kan je deze twee rollen goed combineren: Scheidsrechter en coach?
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet de scheidsrechter bij tennis?
A
Scheids
B
Umpire
C
Referee
D
Empire
Slide 27 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Na 1e training
Als je ergens aan begint
Zonder na te denken sporten
Na veel trainingen, je kan het
Slide 29 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
'Ik train heel hard en word steeds beter in mijn sport' past bij:
A
Onbewust onbekwaam
B
Bewust onbekwaam
C
Bewust bekwaam
D
Onbewust bekwaam
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
'Ik voetbal al jaren, ik hoef niet meer na te denken over de handelingen met de bal' past bij:
A
Onbewust onbekwaam
B
Bewust onbekwaam
C
Bewust bekwaam
D
Onbewust bekwaam
Slide 31 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
'Wow dit is moeilijker dan ik dacht, dit lukt me nooit' past bij:
A
Onbewust onbekwaam
B
Bewust onbekwaam
C
Bewust bekwaam
D
Onbewust bekwaam
Slide 32 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
'Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan' past bij:
A
Onbewust onbekwaam
B
Bewust onbekwaam
C
Bewust bekwaam
D
Onbewust bekwaam
Slide 33 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik denk dat de toets gaat lukken!
😒🙁😐🙂😃
Slide 34 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 35 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
