BSM VWO 4 hoofdstuk 2 SO (2.1 + 2.2)

2. Bewegen en regelen
- Wat versta jij onder communicatie?

- Benoem 2 vormen van non-verbale communicatie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare school

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2. Bewegen en regelen
- Wat versta jij onder communicatie?

- Benoem 2 vormen van non-verbale communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Groepsvorming
Er zijn 5 verschillende fases van groepsvorming
- Forming
- Storming
- Norming
- Perorming
- Adjourning

Slide 2 - Tekstslide

Leidinggeven
- Welke vormen van leidinggeven kennen jullie?

Als jij moet lesgeven, welke vorm van leidinggeven past dan bij jou?

Slide 3 - Tekstslide

2.2 Het begeleiden van bewegingsactiviteiten
- Wat is een instructeur?

- Wat is het verschil tussen een coach en een trainer?

- Als jij onbewust onbekwaam ben, wat betekend dit dan? En hoe speel je hier op in als jij de coach bent?
- Wat is het verschil tussen inhoudelijke coaching en procesmatige coaching?

Slide 4 - Tekstslide

Scheidsrechter of spelleider
Een scheidsrechter is verantwoordelijk voor het ordelijk en eerlijk verlopen van een wedstrijd, waarbij hij of zij moet toezien op het toepassen van de regels.

Wat is dan een spelleider?

En wat houdt een jury-lid in? Bij welke sporten wordt er gebruik gemaakt van een jury? Is er een sport die zowel een scheidsrechter als een jury-lid heeft?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is geen vorm van non-verbale communicatie?
A
uiterlijk
B
kleur kleding
C
gezichtsuitdrukking
D
gebarentaal

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de 4e fase van groepsvorming?
A
Stroming
B
Performing
C
Adjourning
D
Norming

Slide 7 - Quizvraag

Een autoritaire leider is iemand waarbij de de groep evenveel invloed op heeft als de leider zelf.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Een trainer is vooral gericht op het verbeteren van fysieke prestaties.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Bart is ontzettend goed in zwemmen maar weet dit zelf niet.
Hoe noem je dit?
A
bewust bekwaam
B
onbewust bekwaam
C
onbewust onbekwaam
D
bewust onbekwaam

Slide 10 - Quizvraag

Jureren is voor een deel subjectief
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

DEMO
- Uit welke drie onderdelen bestaat een DEMO?

- Wat leer je bij een DEMO?

Slide 12 - Tekstslide