Je gaat zelfstandig een filmpje kijken hoe je in het Frans mensen kunt beschrijven. Je kunt het filmpje elk moment stopzetten of opnieuw kijken. Zorg ervoor dat je tijdens het kijken/luisteren in ieder geval de volgende woorden in het Frans opschrijft in je schrift:
Het haar
Zij is blond
Zij heeft blauwe ogen
Hij is groot
Zij is klein
Zij is mooi
Hij is mooi
Hij draagt een bril
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
00:33
Vertaal: het haar
Slide 6 - Open vraag
00:33
Vertaal: zij is blond
Slide 7 - Open vraag
01:03
Vertaal: zij heeft blauwe ogen
Slide 8 - Open vraag
01:25
Vertaal: hij is groot
Slide 9 - Open vraag
01:25
Vertaal: zij is klein
Slide 10 - Open vraag
01:52
Vertaal: zij is mooi
Slide 11 - Open vraag
01:52
Vertaal: hij is mooi
Slide 12 - Open vraag
02:11
Vertaal: hij draagt een bril
Slide 13 - Open vraag
Les devoirs
Faites (maak)
Op je laptop (Word/Google Docs)
Zoek op internet een plaatje van een persoon
Beschrijf de persoon in minimaal 5 (complete) Franse zinnen. (zie voorbeeld op dia 15) - gebruik ww. avoir & être