In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 1.3
Van ruilen komt geen huilen
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt het verschil tussen directe en indirecte ruil uitleggen
Je kunt uitleggen waarom bij indirecte ruil meer specialisatie en schaalvergroting mogelijk is
.. en wat dat betekent voor de arbeidsproductivitei
Slide 2 - Tekstslide
Noem de 3 uitgaven soorten
Slide 3 - Woordweb
Welke kosten betreffen dagelijkse uitgaven?
Slide 4 - Tekstslide
Welke kosten betreffen dagelijkse uitgaven?
A
Boodschappen
B
Huur, gas, water, licht
C
Auto
D
Vakantie
Slide 5 - Quizvraag
Zie vraag onder de tabel, houdt het gezin voldoende over?
Slide 6 - Tekstslide
Houdt het gezin maandelijks geld over?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Programma
Intro (8 min)
Uitleg Directe en indirecte ruil (12 min)
Zelfstandig werken aan skill tree (20 min)
Terugpakken naar lesdoelen (5 min)
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Wat is directe ruil?
A
Spullen/diensten voor spullen/diensten ruilen
B
Spullen/diensten voor een ruilmiddel ruilen
C
Spullen/ diensten voor geld ruilen
D
Zelfvoorzienend aan je spullen komen
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Wat is directeruil?
Als jij iets maakt wat je met iemand anders wil ruilen, naar wie moet je dan op zoek?
Iemand die jouw product wil hebben, én ..?
die zelf ook iets heeft wat jij wil hebben (zodat je kan ruilen)
Slide 12 - Tekstslide
Wat is indirecte ruil?
Naar wie moet je nu op zoek?
Iemand die jouw product wil hebben, én ..?
Slide 13 - Tekstslide
Wat is indirecte ruil?
Naar wie moet je nu op zoek?
Iemand die jouw product wil hebben, én ..?
die zelf ook iets heeft wat jij wil hebben (zodat je kan ruilen)
Dus bij indirecte ruil wordt ruilen makkelijker
Slide 14 - Tekstslide
Wordt er bij indirecte ruil enkel gebruik gemaakt van geld (giraal/chartaal)?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
3 nadelen directe ruil
Kost veel tijd en moeite
Weinig arbeidsverdeling/specialisatie
Schaalvergroting blijft beperkt
Slide 16 - Tekstslide
Wat is specialisatie, schaalvergroting, ed?
Specialisatie
Iemand doet waar hij of zij goed in is: arbeidsverdeling
Schaalvergroting
Je maakt meer van hetzelfde (je produceert op grotere schaal), gaat sneller/goedkoper dan bij verschillende dingen
Arbeidsproductiviteit?
Productie van een persoon in een bepaalde tijd
Slide 17 - Tekstslide
Rens produceert 800 producten op zijn werkdag van 6, Lisa produceert 1000 producten en heeft een werkdag van 8u. Wie heeft de hoogste arbeidsproductiviteit?
A
Lisa
B
Rens
Slide 18 - Quizvraag
Indirect ruilen, arbeidsverdeling en arbeidsproductiviteit stimuleren elkaar
Slide 19 - Tekstslide
Jan wil max. 4 van zijn games ruilen tegen een paar sneakers. Thijs wil zijn sneakers ruilen tegen min. 2 games. Welke vorm van ruilen is dit?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 20 - Quizvraag
Jan wil max. 4 van zijn games ruilen tegen een paar sneakers. Thijs wil zijn sneakers ruilen tegen min. 2 games. Wie heeft het meeste voordeel bij de ruil?
A
Jan
B
Thijs
Slide 21 - Quizvraag
Zelfstandig werken
Ga aan de slag met de skilltree
Slide 22 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt het verschil tussen directe en indirecte ruil uitleggen
Je kunt uitleggen waarom bij indirecte ruil meer specialisatie en schaalvergroting mogelijk is
.. en wat dat betekent voor de arbeidsproductiviteit
Je kunt de titel verklaren: "van ruilen komt geen huilen"