1.3 Van ruilen komt geen huilen

Paragraaf 1.3
Van ruilen komt geen huilen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.3
Van ruilen komt geen huilen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Uitleg
Wat is directe ruil? 
Als jij iets maakt wat je met iemand anders wil ruilen, naar wie moet je dan op zoek?
  • Iemand die jouw product wil hebben, én ..?
  • die zelf ook iets heeft wat jij wil hebben (zodat je kan ruilen)

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg
Wat is indirecte ruil? 
Naar wie moet je nu op zoek?
  • Iemand die jouw product wil hebben, én ..?

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg
Wat is indirecte ruil? 
Naar wie moet je nu op zoek?
  • Iemand die jouw product wil hebben, én ..?
  • die zelf ook iets heeft wat jij wil hebben (zodat je kan ruilen)
Dus bij indirecte ruil wordt ruilen makkelijker

Slide 5 - Tekstslide

Directe en indirecte ruil
Directe ruil: Je ruilt goederen en diensten voor andere goederen of diensten.

Indirecte ruil: Je ruilt goederen en diensten voor geld.

Slide 6 - Tekstslide

Voordelen indirecte ruil
Specialisatie (= het zich toeleggen op een beperkt aantal werkzaamheden )
Hogere arbeidsproductiviteit
Meer schaalvergroting

Slide 7 - Tekstslide

Nadelen directe ruil
  1. kost veel tijd en moeite
  2. er is weinig arbeidsverdeling (= verdelen van de taken)
  3. schaalvergroting (= het kunnen produceren van meer producten ) blijft beperkt 

Slide 8 - Tekstslide

Specialisatie
Zich richten op het maken van maar één goed of het leveren van één dienst

Voordelen: je wordt er beter in, het gaat sneller en wordt goedkoper

Arbeidsverdeling en specialisatie horen bij elkaar

Slide 9 - Tekstslide

specialisatie: je richten op één taak
diepte-investeringen: machines, computer, robot

Slide 10 - Tekstslide

Wat is specialisatie, schaalvergroting, ed?
Specialisatie
  • Iemand doet waar hij of zij  goed in is: arbeidsverdeling
Schaalvergroting
  • Je maakt meer van hetzelfde (je produceert op grotere schaal), gaat sneller/goedkoper dan bij verschillende dingen
Arbeidsproductiviteit?
  • Productie van een persoon in een bepaalde tijd

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg

Slide 12 - Tekstslide