Ga nooit zomaar iets doen. Lees practicumopdrachten altijd goed in !
Zet je veiligheidsbril op en doe een labjas aan als dat wordt gevraagd.
Lang haar in een staart.
Ruik nooit zomaar aan een stof.
Wees voorzichtig met glaswerk.
Draai nooit zomaar aan de gaskraan.
Als je iets morst, ruim je het meteen op.
Slide 10 - Tekstslide
Gevaarlijke stoffen
Slide 11 - Tekstslide
Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Licht ontvlambaar
B
Oxiderend
C
Mileu gevaarlijk
D
Irriterend
Slide 12 - Quizvraag
Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Bijtend (corrosief)
B
Giftig
C
Explosief
D
Mileu gevaarlijk
Slide 13 - Quizvraag
Onbekende stoffen onderzoeken
Onbekende stoffen onderzoek je door er heel voorzichtig, vanaf een afstand, aan te ruiken. Sommige stoffen herken je dan direct, bijvoorbeeld Ammoniak of Alcohol.
Slide 14 - Tekstslide
Etiketen
Slide 15 - Tekstslide
R- en S-zinnen
R-zinnen: maakt gevaar duidelijk (risico)
S-zinnen: passende veiligheidsmaatregel (safety)
Wereldwijd dezelfde codes, wel zo duidelijk
Er bestaan ook nog A zinnen, deze geven een advies
Slide 16 - Tekstslide
Proef 1 (boek)
Proef kleur
Slide 17 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak alle opdrachten uit 1.2
Kijk 1.1 na
Hierna gaan we bezig met het project!
Slide 18 - Tekstslide
WAAROM DOE JE ONDERZOEK?
Je wilt bijvoorbeeld weten waardoor een papieren zak kan opstijgen.
Je stelt jezelf dus eigenlijk een vraag.
Elk onderzoek, proef of experiment begint met een ONDERZOEKSVRAAG.
Tijdens het onderzoek ga je op zoek naar antwoorden op die onderzoeksvraag en hoe je dit moet verkrijgen.
Slide 19 - Tekstslide
3 stappen van onderzoek doen
Onderzoeksvraag Wat wil je weten en hoe ga je het uitvoeren?
Uitvoeren Wat neem je waar? Wat zie, hoor, ruik of voel je?