week 2 - wie zijn de deelnemers in een strafproces?
Criminaliteit
schooljaar 2020/2021, OP2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
rechtenMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Criminaliteit
schooljaar 2020/2021, OP2
Slide 1 - Tekstslide
deelnemers aan het strafproces
Slide 2 - Woordweb
wie zijn de deelnemers aan het strafproces?
vaste deelnemers zijn:
verdachte (vaak met zijn advocaat)
opsporingsambtenaar (vaak de politie)
officier van justitie, is degene die leiding geeft aan de opsporing en vervolging
rechter, is degene die uiteindelijk bepaalt of je schuldig bent en welke straf er wordt opgelegd
Slide 3 - Tekstslide
verdere mogelijke deelnemers zijn:
slachtoffer (evt. met advocaat)
getuige
(jeugd)reclassering, instantie die personen begeleidt die als gevolg van het (vermoeden van het) plegen van een misdrijf met politie of justitie in aanraking zijn gekomen
raad voor de kinderbescherming, instantie die bij jeugdigen een rapportage maakt over hen ter informatie en advies
rechter-commissaris: houdt toezicht op het opsporingsonderzoek en beslist daarbij over voorlopige hechtenis en bepaalde opsporingsmethoden
Slide 4 - Tekstslide
Lees hoofdstuk 10.7 en 12.4 en 12.6 uit het bronnenboek strafrecht en beantwoord daarna de onderstaande vraag/vragen
Slide 5 - Tekstslide
Wie bepaalt of de verdachte schuldig is?
A
officier van justitie
B
politie
C
rechter
Slide 6 - Quizvraag
Wie bepaalt er of een verdachte voor de rechter moet verschijnen?
A
advocaat
B
rechter
C
politie
D
officier van justitie
Slide 7 - Quizvraag
Wie behartigt de belangen van een verdachte?
A
politie
B
advocaat
C
rechter
Slide 8 - Quizvraag
Met wie krijg je als minderjarige verdachte te maken als de rechter het nodig vindt dat je wordt begeleid?
A
raad voor de kinderbescherming
B
advocaat
C
jeugdreclassering
Slide 9 - Quizvraag
Wie is de "baas" van de politie tijdens het opsporingsonderzoek?
A
rechter
B
verdachte
C
officier van justitie
Slide 10 - Quizvraag
sporenonderzoek door opsporingsambtenaar
Opsporingsambtenaren die een strafbaar feit onderzoeken moeten een bijdrage leveren aan het vinden van bewijsmateriaal om een zaak op te lossen. Dit kan door het horen van getuigen en de verdachte, maar dit kan ook met sporenonderzoek.
Kijk goed naar het volgende filmpje zodat je niet alleen weet hoe sporenonderzoek door de opsporingsambtenaar werkt, maar ook zodat je de vragen die daarna komen weet te beantwoorden.
Slide 11 - Tekstslide
https:
Slide 12 - Link
Voor welk feit werd er aangifte gedaan door de man?
A
autoinbraak
B
fietsendiefstal
C
woninginbraak
Slide 13 - Quizvraag
Noem 4 dingen van het menselijk lichaam waarin DNA gevonden kan worden
Slide 14 - Open vraag
Welk spoor werd er gevonden bij de auto?
A
een haar
B
een vingerafdruk
C
een huidschilfer
D
bloed
Slide 15 - Quizvraag
wie moet er toestemming geven om het spoor te onderzoeken?
A
de politie
B
de officier van justitie
C
de rechter
D
de rechter-commissaris
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de naam waarin door het NFI wordt gekeken of er een match is met DNA dat gevonden is bij een misdrijf?
A
het politiesysteem
B
de NFI databank
C
de DNA databank
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel procent van de woninginbraken in Nederland wordt er opgelost met gevonden DNA?
A
2%
B
20%
C
45%
D
6%
Slide 18 - Quizvraag
de getuige
net als sporenonderzoek bewijs op kan leveren in een strafzaak, kan dit ook door een verklaring van een getuige
de getuige is verplicht bij een rechter te verklaren wat hij heeft waargenomen, tenzij je verschoningsrecht hebt
als de getuige liegt bij de rechter, dan pleegt hij het strafbare feit meineed, waarvoor je 3 maanden gevangenisstraf krijgt
Slide 19 - Tekstslide
Wanneer denk je dat je recht hebt op verschoningsrecht?
Slide 20 - Open vraag
hoe betrouwbaar is een getuigeveklaring?
Kijk naar het volgende filmpje om hierachter te komen!
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
01:59
Noteer alles wat je is opgevallen tijdens het zien van het filmpje
Slide 23 - Open vraag
03:08
Je hoort dat er van alles is verandert tijdens het filmpje, nog véél meer dus dan de jas! Nu je dit weet, kun je dan nog meer opnoemen? geef dit hier aan