Oefentoets examen 4
1 / 19
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De inrichting van de ruimte heeft geen invloed op het kind
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het belangrijkst bij het inrichten van de ruimte?
A
De grootte van de ruimte
B
De functie van de ruimte en de doelgroep
C
De hoeveelheid te besteden geld
D
Lichtinval van de ruimte
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een goede voorbereide omgeving?
A
Zorgt voor emotionele stabiliteit
B
Zorgt voor samenspel
C
Komt tegemoet aan de behoefte van het kind
D
De vrijheid die het kind krijgt om te spelen
Slide 4 - Quizvraag
Hoe zorg je voor rust en ruimte ?
A
Veel verschillende kleur en materiaal gebruik
B
Multifunctioneel maken
C
Alles zoveel mogelijk in dezelfde kleur kopen
D
Meubels in neutrale tinten
Slide 5 - Quizvraag
Waarom is een lichtplan belangrijk ?
A
Bepaalt sfeer in de ruimte
B
Voelt je sneller thuis
C
Minder vermoeiend voor de ogen
D
Bepaalde plekken benadrukken
Slide 6 - Quizvraag
Wat is geschikt klimmateriaal voor baby's ?
A
Plastic lage glijbaan of bank in de groepsruimte
B
Geen klimmaterialen
C
Harde materialen zoals een oploopje of labyrint van hout
D
Zachte klimmaterialen
Slide 7 - Quizvraag
In speelhoeken moet het speelgoed opgeruimd kunnen worden in plastic bakken zodat de hoek niet rommelig wordt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Een speelhoek moet altijd dezelfde inrichting hebben zodat de kinderen weten waar ze aan toe zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste functie van de dagritme kaarten.
A
Groep ziet er gezellig uit
B
Biedt kinderen veiligheid en structuur
C
Invalmedewerker kan direct zien wat de dagstructuur is
D
Vooral voor kinderen die minder auditief zijn
Slide 10 - Quizvraag
Loose parts,
Benoem er 3 die je kan toepassen in de kinderopvang.
Benoem er 3 die je kan toepassen in de kinderopvang.
Slide 11 - Open vraag
De pedagogische visie heeft invloed op de inrichten van de ruimte
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Waar moet je rekening mee houden bij de inrichting van de peutergroep?
A
De kinderen moeten zo weinig mogelijk prikkels hebben.
B
De kinderen hebben veel bewegingsruimte nodig.
C
De kinderen willen soms niet gezien worden.
D
De kinderen willen afwisseling.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is belangrijk bij de inrichting van de binnenruimte?
A
het gebruik van markers
B
het gebruik van dagritme kaarten
C
het gebruik van zwart en grijstinten
D
het gebruik van hoge kasten
Slide 14 - Quizvraag
Welke kleuren activeren de kinderen?
A
blauw en groen tinten
B
oranje en geel
C
bruin en paars
D
wit en grijs
Slide 15 - Quizvraag
Welke hoek geeft kinderen de gelegenheid om zich terug te trekken en prikkels te verwerken.
A
Leeshoek
B
Bouwhoek
C
Poppenhoek
D
Huishoek
Slide 16 - Quizvraag
Waar moet een goed binnenklimaat voldoen?
A
Rustige kleuren
B
vloerkleden moeten goed vastliggen
C
Er moet een aangename temperatuur zijn en voldoende frisse lucht.
D
Er moet veel daglicht binnen komen.
Slide 17 - Quizvraag
Voor welke doelgroep is het belangrijk dat er veel bewegingsvrijheid is en ruimte om te ontdekken in de groep?
A
dreumesen
B
baby's
C
BSO kinderen
D
peuters
Slide 18 - Quizvraag
Waarin staat dat veiligheid van kinderen altijd gewaarborgd moet zijn?
A
pedagogisch beleidsplan
B
wet kinderopvang
C
risico inventarisatie
D
veiliheidsbeleid
