In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Politiek
Thema's Maatschappijleer: Politiek
6. Het Parlement
Slide 1 - Tekstslide
https:
Slide 2 - Link
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waaruit het Parlement in Nederland bestaat, en welke taken het heeft.
Slide 3 - Tekstslide
6. Het Parlement
wat gaan we doen?
herhaling
vragen paragraaf 5?
uitleg paragraaf 6
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wie zitten er in de Tweede Kamer?
Fracties = een groep personen van een politieke partij die in de Tweede Kamer zit
Regeringspartijen (coalitie)= deze partijen zitten ook in de regering
Oppositiepartijen = deze partijen zitten niet in de regering, wel in de Tweede Kamer
Slide 6 - Tekstslide
Video
Hoe werkt de Tweede Kamer?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Hoofdtaken Tweede Kamer
Controleren van de regering (controlerende taak)
Maken van wetten (wetgevende taak)
Slide 9 - Tekstslide
Hoofdtaken Eerste Kamer
Controleren van de regering (controlerende taak)
Chambre du reflection (Kamer van reflectie = nogmaals, vooral technisch, bekijken van een wetsvoorstel dat al door de Tweede Kamer is goedgekeurd)
wetgevende taak
Slide 10 - Tekstslide
Controlerende rechten van de Eerste- en Tweede Kamer
1) vragen recht
2) recht van enquête
= onderzoek doen
3) recht van interpellatie
= ministers verplichten tot een debat
4) budget recht
= wanneer het gaat over geld
5) recht van motie
Slide 11 - Tekstslide
1e en 2e kamer
beide stemrecht
Wetgevende rechten die alleen de Tweede kamer heeft
Recht van amendement
(wetsvoorstellen aanpassen)
Recht van initiatief
(Kamerleden kunnen zelf met een wetsvoorstel komen i.p.v. de minister)
Slide 12 - Tekstslide
Nadelen twee-kamersysteem
Wetsvoorstellen duren langer
Kost meer (belasting-)geld
Chambre du doublure (Kamer van herhaling)
Slide 13 - Tekstslide
Voordelen twee-kamersysteem
Extra (juridisch-technische) controle
Moment van bezinning
Leden van de Eerste Kamer (senatoren) staan wat verder van de politiek af
Slide 14 - Tekstslide
Hoeveel Kamerleden zitten er in de Eerste Kamer?
A
75
B
100
C
150
D
175
Slide 15 - Quizvraag
Waaruit bestaat het parlement?
A
regering en het kabinet
B
de Eerste Kamer en de koning
C
de Eerste en Tweede Kamer
D
de ministers en staatssecretarissen
Slide 16 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist? 1. De Tweede Kamer bestaat uit de leden van de oppositiepartijen. 2. De regering bestaat uit de ministers van de coalitiepartijen.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 17 - Quizvraag
Van welke partij is de minister-president altijd lid?
A
een linkse partij
B
een middenpartij
C
een oppositiepartij
D
een coalitiepartij
Slide 18 - Quizvraag
zijn de uitspraken juist of onjuist? 1. Eerst stemt de Tweede Kamer over een wetsvoorstel en daarna de Eerste Kamer.
2. De leden van de Tweede Kamer voeren de wetten uit.
A
1 is onjuist, 2 is juist.
B
1 is juist, 2 is onjuist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 19 - Quizvraag
De Kamerleden keuren een wetsvoorstel van een minister goed. Van welk recht maken de Kamerleden gebruik?
A
Recht van interpellatie
B
Vragenrecht
C
Recht van initiatief
D
Stemrecht
Slide 20 - Quizvraag
Een Kamerlid wil graag dat een minister in zijn wetsvoorstel een wijziging aanbrengt. Van welk recht maakt het Kamerlid gebruik?
A
Recht van interpellatie
B
Recht van amendement
C
Motierecht
D
Vragenrecht
Slide 21 - Quizvraag
Welke twee taken heeft het parlement? 1. Stemmen over wetsvoorstellen. 2. Ministers controleren. 3. Ministers en staatssecretarissen kiezen. 4. Wetten uitvoeren.
A
1 & 2
B
1 & 3
C
2 & 3
D
3 & 4
Slide 22 - Quizvraag
Aan het werk
Maak de oefentoets die op Magister staat. Deze bespreken we tijdens de volgende les.