Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Le Passé Composé
Wanneer gebruik je de passé composé ?
een gebeurtenis, een actie in het verleden
Tijdens de vakantie ben ik naar Frankrijk geweest
de gebeurtenis, actie is over
Ik heb een appel gegeten (de appel is op/ik ben klaar met eten)
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-6
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wanneer gebruik je de passé composé ?
een gebeurtenis, een actie in het verleden
Tijdens de vakantie ben ik naar Frankrijk geweest
de gebeurtenis, actie is over
Ik heb een appel gegeten (de appel is op/ik ben klaar met eten)
Slide 1 - Tekstslide
Mettez au passé composé:
habiter (=wonen)
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
Résultats
stam: habit
j'ai habité
tu as habité
il a habité
elle a habité
on a habité
nous avons habité
vous avez habité
ils ont habité
elles ont habité
Slide 2 - Tekstslide
le passé composé (vtt):
speelt zich af in de verleden tijd
bestaat uit 2 werkwoorden:
1.
hulpwerkwoord
(avoir of être)
2.
voltooid deelwoord,
regels:
stam +
é
(bij ww eindigend op -er)
stam +
u
(bij ww eindigend op -re)
stam +
i
(bij ww eindigend op -ir)
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer gebruik je avoir of être als hulpwerkwoord?
Gemakkelijke maar niet in alle gevallen opgaande regel:
gebruik hetzelfde hulpwerkwoord als wij in het Nederlands doen, vb:
ik
heb
gegeven =
j'
ai
donné
hij
is
binnengekomen =
il
est
entré
Slide 4 - Tekstslide
WANNEER ETRE OF AVOIR?
Het Etre-Huis
Slide 5 - Tekstslide
LET OP: Ik
BEN
geweest, maar toch is
avoir
het hulpwerkwoord + volt dlw is
onregelmatig
J' ai été
Tu as été
Il, elle, on a été
nous avons été
vous avez été
Ils, elles ont été
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Wat is juist?
A
il a habité
B
il a habite
Slide 9 - Quizvraag
Wat is goed?
A
elles ont parlent
B
elles ont parlé
Slide 10 - Quizvraag
wat is goed
A
il est arrivé
B
ils a arrivé
Slide 11 - Quizvraag
wat is goed
A
nous sommes été
B
nous avons été
Slide 12 - Quizvraag
wat is goed
A
vous avez rencontré
B
vous êtes rencontré
Slide 13 - Quizvraag
Zet in de passé composé:
Nous (travailler=werken)
Slide 14 - Open vraag
Mettez au passé composé:
elle (être)
Slide 15 - Open vraag
Mettez au passé composé:
ils (faire)
Slide 16 - Open vraag
Mettez au passé composé:
tu (jouer à la console)
Slide 17 - Open vraag
Mettez au passé composé:
ils (choisir=kiezen)
Slide 18 - Open vraag
Mettez au passé composé:
on (vendre=verkopen)
Slide 19 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
les 3 - 26 maart 2024
Maart 2024
- Les met
20 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
herhaling passé composé
Oktober 2022
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
ho 3 passé composé met avoir en etre
12 dagen geleden
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H_U1_pc met avoir en etre
September 2022
- Les met
34 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Workshop passé composé
Oktober 2024
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Workshop passé composé
Oktober 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
herhaling passé composé
September 2021
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Révision les verbes + le Passé Composé (avoir)
November 2020
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1