3H_U1_pc met avoir en etre

BONJOUR ET BIENVENUE 2AHA!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR ET BIENVENUE 2AHA!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

wat werkt bij leerwerk?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

wat werkt bij maakwerk?

Slide 9 - Woordweb

Les buts d'aujourd'hui
- ik kan de passé composé herkennen en gebruiken


Slide 10 - Tekstslide

Passé Composé

Slide 11 - Tekstslide

Hoe maak je de passé composé?
A
avoir + voltooid deelw.
B
etre + voltooid deelw.
C
avoir of etre + voltooid deelw.
D
avoir en etre + voltooid deelw.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de Passé Composé?
A
J'ai parlé
B
Je parlais
C
Je parlerai
D
Je parlerais

Slide 13 - Quizvraag

Je (rester, passé composé)
A
J'ai resté
B
Je suis resté
C
Je reste
D
Je restais

Slide 14 - Quizvraag

ik ben geweest (passé composé)
A
je suis été
B
j'ai été
C
j'ai êtré
D
je suis êtré

Slide 15 - Quizvraag

Elle (regarder, passé composé) un film sur Netflix
A
a regardé
B
est regarder
C
est regardé
D
est regardée

Slide 16 - Quizvraag

Elles... (parler)
(passé composé)
A
ont parlé
B
sont parlé
C
sont parler
D
ont parlées

Slide 17 - Quizvraag

le passé composé (vtt):

* speelt zich af in de verleden tijd
* bestaat uit 2 werkwoorden:

1. hulpwerkwoord (avoir of être) --> être-huis (volgende dia)
2. voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord:
  • stam + é (bij ww eindigend op -er)
  • stam + u (bij ww eindigend op -re)
  • stam + i (bij ww eindigend op -ir)

óf onregelmatig:
  • j'ai eu
  • j'ai été
  • j'ai fait
  • j'ai mis

Slide 18 - Tekstslide

WANNEER ETRE OF AVOIR?


Het Etre-Huis

Slide 19 - Tekstslide

Bijvoorbeeld (être)
Elle (aller) .........               Elle est allée
Nous (entrer) ....              Nous sommes entrés
Pierre (monter)...            Pierre est monté


Slide 20 - Tekstslide

Deze stap alleen doen als je voor être gekozen hebt!
Is het onderwerp van je zin (het onderwerp staat vóór de vorm van être):
  • vrouwelijk enkelvoud (elle): zet een extra -e achter het voltooid deelwoord. Bijv. Elle est allée
  • Mannelijk meervoud (ils, nous, vous): zet een extra -s achter het voltooid deelwoord. Bijv. Ils sont entrés
  • Vrouwelijk meervoud (elles): zet een extra -es achter het voltooid deelwoord. Bijv. Elles sont montées

Slide 21 - Tekstslide

zij is binnengegaan
A
il est entré
B
elle est entré
C
elle est entrée
D
elle est entrés

Slide 22 - Quizvraag

wij zijn geboren
A
nous sommes né
B
nous avons né
C
nous sommes nés
D
nous sommes nées

Slide 23 - Quizvraag

jij hebt gekozen
A
tu as choisi
B
tu a choisi
C
tu est choisi
D
tu es choisi

Slide 24 - Quizvraag

Hij heeft gewoond
A
il a habité
B
il a habite
C
il habitait
D
il est habité

Slide 25 - Quizvraag

Zij hebben gesproken
A
elles ont parlent
B
elles ont parlé
C
elles sont parlé
D
elles sont parlées

Slide 26 - Quizvraag

hij is gegaan
A
Il a allé
B
Il est allé
C
Il allé
D
Il va

Slide 27 - Quizvraag

jullie hebben ontmoet
A
vous avez rencontrés
B
vous êtes rencontré
C
vous avez rencontré
D
vous avez rencontrés

Slide 28 - Quizvraag

Zet in de passé composé:
Nous (travailler=werken)

Slide 29 - Open vraag

Mettez au passé composé:
tu (jouer à la console)

Slide 30 - Open vraag

ik heb gedanst
A
je suis dansé
B
je danse
C
j'ai dansé
D
je dansé

Slide 31 - Quizvraag

Mettez au passé composé:
ils (choisir=kiezen)

Slide 32 - Open vraag

Quels sont les verbes qui utilisent l'auxiliaire être au passé composé ?

Slide 33 - Woordweb

Slide 34 - Video