Wat is recreatie les 2

Recreatie LJ 2
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Recreatie LJ 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit je erbij vandaag?
A
B
C
D

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen voor vandaag:
  • Je weet wat passieve en actieve recreatie is
  • je weet wat een vaste groep recreanten inhoudt
  • je weet wat doorlopende deelnemers zijn
  • je kunt bij verblijfsrecreatie het verschil tussen toeristische en vaste gasten benoemen
  • je kunt redenen benoemen om activiteiten te organiseren
  • je kunt doelen noemen voor recreatie - activiteiten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 1

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat verwachten we ook alweer van je tijdens de les??

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weten we het nog?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de definitie van recreatie?

Slide 7 - Open vraag

In je vrije tijd opladen om daarna weer met frisse moed aan het werk/ school/ verplichting te beginnen.
Dagrecreatie
Uur-recreatie
Verblijfsrecreatie
Bioscoop
Bowlingbaan
Pretpark
Busexcursie naar de tulpenvelden
Kartbaan
Formule 1 race op Zandvoort (alleen de zondag)
Op vakantie met je vrienden

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal 2 kenmerken van recreatie...

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van recreatie
  • Vindt plaats in de vrije tijd.
  • Vindt in of rond het huis plaats.
  • Kan ook buiten de eigen woonomgeving plaatsvinden.
  • Soms alleen, soms met (grote) groepen mensen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kunnen om in de recreatie te kunnen werken?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kunnen in de recreatie? 
  • werken als anderen vrij zijn 
  • gastvrij en enthousiast zijn 
  • goede dienstverlening
  • representatief zijn 
  • kunnen presenteren en organiseren
  • goede beheersing van de Nederlandse taal
  • eventueel Duits en/of Engels 
  • sport- en spelactiviteiten begeleiden
  • entertainen
  • activiteitenprogramma opstellen
  • front- en backoffice
  • zorgen voor veiligheid (ook bij het zwembad)
  • commercieel gericht zijn

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt een activiteit georganiseerd; wat wordt er van jou als organisator verwacht?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het organiseren van een activiteit:
Waar moet je rekening mee houden? 
  • op tijd aanwezig zijn
  • materiaal controleren en klaarzetten
  • deelnemerslijsten
  • weersomstandigheden
  • veiligheid
  • niveauverschillen
  • een alternatief programma

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Daar gaan we..

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passieve recreatie
  • Een activiteit dat is bedoeld om naar te kijken.
  • De recreant is alleen toeschouwer.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actieve recreatie
  • De recreant is actief betrokken bij de activiteit.
  • Er wordt een inspanning verwacht.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een avondje bowlen met je vrienden
actieve recreatie
passieve recreatie

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Een middag naar de voetbalwedstrijd van
Sparta Enschede - De Tubanters
actieve recreatie
passieve recreatie

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De hardloopwedstrijd waarin jij kampioen kunt worden.
actieve recreatie
passieve recreatie

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Vaste groep recreanten
  • Je hebt een vast aantal deelnemers van begin tot einde.
  • Je begint met het tellen voor de activiteit begint en sluit ook met een telling weer af. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doorlopende deelnemers
  • Deelnemers kunnen naar wens in- of uitstappen
  • Er is geen aangegeven begin- en eindtijd
  • Deelnemers zullen steeds wisselen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lekker over de rommelmarkt slenteren hoort bij:
vaste groep deelnemers
doorlopende deelnemers

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Je organiseert een voetbaltoernooitje op de camping voor de jeugd van 8 - 12 jaar
doorlopende deelenemers
vaste groep deelnemers

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Verblijfsrecreatie: toeristische gasten
  • Geïnteresseerd in de omgeving
  • Vaak gezinnen met kinderen
  • Blijven niet langer dan 2 tot 3 weken
  • Weekprogramma kan dus worden herhaald na 3 weken

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verblijfsrecreatie: vaste gasten
  • Jaarplaats of seizoenplaats
  • Eigenaar van bungalows
  • Kiezen jarenlang voor dezelfde locatie
  • Camping vaak niet te ver van de woonplaats
  • Komen niet voor het recreatieprogramma

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redenen om activiteiten te organiseren
Reclame
mond-tot-mond reclame

Overlast
overlast van bijv. hangjongeren tegengaan

Service
service bieden aan gasten

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen voor recreatie-activiteiten
Promotioneel
nieuwe gasten werven, bestaande klanten binden, imago verbeteren, onderscheiden van andere bedrijven, verblijf verlengen
Sociaal 
sociale contacten bevorderen, sociale veiligheid vergroten, kinderen bezig houden
Educatief
informatie overbrengen, bevorderen van de creativiteit

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toeristische gasten zijn niet geïnteresseerd in een recreatieprogramma.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toeristische gasten blijven vaak niet langer dan 2 tot 3 weken.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vaste gasten kiezen vaak voor een camping dicht in de buurt.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vaste gasten zijn vaak iets 'lastiger', omdat ze denken dat ze meer rechten hebben dan iemand die maar twee weekjes komt kamperen.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen gehaald?
Je weet wat passieve en actieve recreatie is
je weet wat een vaste groep recreanten inhoudt
je weet wat doorlopende deelnemers zijn
je kunt bij verblijfsrecreatie het verschil tussen toeristische en vaste gasten benoemen
je kunt redenen benoemen om activiteiten te organiseren
je kunt doelen noemen voor recreatie - activiteiten
A
B
C

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertel in 5 zinnen wat je de afgelopen 2 lessen hebt geleerd van
"Wat is recreatie".

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les: "kleuren"
"Kleuren"

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies