16-3-2021: H.5 - Woordenschat

Welkom
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik op tegenstellingen
  • Wat zijn tegenstellingen?  
  • Woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.

Wie kan een tegenstelling noemen?

Slide 2 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
  • Hard -> Zacht
  • Groot -> Klein
  • Mooi -> Lelijk

Slide 3 - Tekstslide

Onbekend woord vinden?
Stel je voor: Je kent de betekenis van het woord verzendkosten niet. Maar je wil weten wat het woord betekent. Hoe zou jij dit aanpakken?

(de batterij van je telefoon is leeg, en je bent op het platteland dus 4g werkt niet.)

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen voor vandaag
1. Bekende woorden van onbekende woorden vinden.
2. Wat samenstellingen zijn.
3. Wat voorvoegsels zijn.
4. Wat achtervoegsels zijn. 
5. En hoe deze te gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Samenstellingen
Woorden kunnen samengesteld zijn uit twee woorden. Bijvoorbeeld prijsverhoging. Je kent het woord prijs en het woord verhoging.

Prijsverhoging betekent dat de prijs omhoog gaat. 

Slide 6 - Tekstslide

Voorvoegsels
Naast samenstellingen kennen we ook voorvoegsels. Een voorvoegsel plaats je voor een woord, waardoor de betekenis verandert.

Onverkoopbaar - is niet verkoopbaar
Hergebruiken - Opnieuw gebruiken

Slide 7 - Tekstslide

Achtervoegsel
Woorden met achtervoegsels. Gebeurt hetzelfde als bij een voorvoegsel, alleen dan plaatsen we iets achter een woord waardoor de betekenis verandert.

Smakeloos - zonder smaak
Smaakvol - met veel smaak

Slide 8 - Tekstslide

Samen oefenen
Wat is de betekenis van de volgende woorden?

1. De verlichting in het winkelcentrum is sfeervol.
2. Die opmerking van jou was ongepast.
3. De herinrichting van mijn slaapkamer was een hele klus. 

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig oefenen
  • Jullie gaan zelfstandig aan het werk met de opdrachten. 
  • Je mag hierbij je boek of laptop gebruiken.
  • Heb je vragen? Stel ze aan mevrouw Rosing of mij.
  • Voor 15 minuten aan de slag.
  • Heb je de opdrachten af? Dan mag je verder met de extra opdrachten. 

Slide 10 - Tekstslide