Thema 3 Evolutietheorie BS10

Thema 3 Erfelijkheid en Evolutie
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Erfelijkheid en Evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Lesindeling
Lesopening
Uitleg evolutietheorie 3.10+3.11
Oefenvragen
Huiswerk
Lesafsluiting


Slide 2 - Tekstslide

Lesopening
Begrippen oefenen

Slide 3 - Tekstslide

3.1 Sleep de eigenschappen naar het juiste vak.
Erfelijk
Niet erfelijk
Behaarde bladeren
Slaphangende bladeren
Bladeren met stekels
Blauwe ogen
Rimpels
Kort haar
Wipneus

Slide 4 - Sleepvraag

de stof met de erfelijke informatie
een verandering in de erfelijke informatie
proces waarbij een cel zich opsplits in twee nieuwe cellen
ontstaan van nieuw organisme met eigen genotype vanuit uit twee geslachtscellen met ieder hun eigen enkelvoudige genen
de zichtbare erfelijke eigenschappen
alle informatie over de erfelijke eigenschappen
een stukje van een chromosoom (of een stukje DNA) met informatie over één erfelijke eigenschap
een streng DNA waarin de informatie van meerdere erfelijke eigenschappen zit
Dat wat je van je ouders aan eigenschappen hebt meegekregen
erfelijkheid
genotype
fenotype
chromosoom
gen
DNA
celdeling
geslachtelijke voortplanting
mutatie

Slide 5 - Sleepvraag

De Evolutietheorie

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet jij over evolutie?

Slide 7 - Woordweb

Evolutie
Charles Darwin was een Britse onderzoeker die de Evolutietheorie heeft bedacht


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Evolutie 
Het ontstaan van de ene soort uit de andere soort. 

Slide 10 - Tekstslide

Variatie
In de afbeelding zie je slakken die tot dezelfde soort behoren. De slakken lijken veel op elkaar, maar er zijn kleine verschillen. Er zijn bijvoorbeeld donkere en lichte slakken. Dit heet variatie

Slide 11 - Tekstslide

Selectie
In een gebied met een donkere bodem vallen de donkere slakken minder op. Vogels kunnen de lichte slakken beter zien en eten vooral die slakken op. De lichte slakken hebben een kleinere overlevingskans. Veel donkere slakken blijven wel leven en krijgen nakomelingen, die ook donker zijn. Dit heet natuurlijke selectie. Door selectie komen er langzaam minder lichte slakken en meer donkere.

Slide 12 - Tekstslide

Aanpassingen

Slide 13 - Tekstslide

Aanpassingen: schutkleur

Slide 14 - Tekstslide

Ontstaan nieuwe soorten
1. Mutaties: het milieu (omgeving) verandert en alleen de organismen die een mutatie hebben die een voordeel oplevert zullen overleven.
2. Isolatie: een nieuwe soort kan ontstaan door langdurige scheiding. (vooral bij eilanden gebeurt dit)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Gemeenschappelijke voorouder
Uit een gemeenschappelijke voorouder kunnen op deze manier verschillende soorten ontstaan.

Slide 17 - Tekstslide

Verwantschap
Hoe korter geleden twee soorten zijn ontstaan uit een gemeenschappelijke voorouder, hoe meer verwant ze zijn. 

En hoe meer verwant soorten zijn, hoe meer overeenkomsten hun DNA vertoont

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Oefenvragen 

Slide 20 - Tekstslide

Wie bedacht de evolutietheorie?

Slide 21 - Open vraag

Wat is variatie?

Slide 22 - Open vraag

Wat is natuurlijke selectie?

Slide 23 - Open vraag

Uit een gemeenschappelijke voorouder kunnen verschillende soorten ontstaan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Huiswerk
  1. Lezen TB pagina 126+127+128+129
  2. Maken WB pagina 140 opdracht 72+73+76+77+78
  3. Leren BS10: evolutietheorie alle begrippen

Slide 25 - Tekstslide

Lesafsluiting

Slide 26 - Tekstslide

Ik weet wie Charles Darwin is
Ja
Nee

Slide 27 - Poll

Ik kan uitleggen wat de evolutietheorie is
Ja
Nee

Slide 28 - Poll