H2 Schatkist Aarde: 2.2 Het dagboek van de aarde

Hoofdstuk 2


2.2 Het dagboek van de aarde
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2


2.2 Het dagboek van de aarde

Slide 1 - Tekstslide

Hoe oud is de aarde eigenlijk?

Slide 2 - Open vraag

Waar gaat dit hoofdstuk over?
In vogelvlucht gaan we door de geschiedenis van de aarde
en leren we waaruit de aarde bestaat en hoe we de aarde als mens kunnen gebruiken.


Slide 3 - Tekstslide

§ 2.2: Het dagboek van de aarde

Leerdoelen:
* Je weet hoe een fossiel in een gesteente terechtkomt.
* Je begrijpt waarom bodemlagen en fossielen veel kunnen vertellen over de geologische geschiedenis van de aarde.
* Je kunt met behulp van voorbeelden de relatieve en absolute ouderdom van bodemlagen vaststellen.


Slide 4 - Tekstslide

Je weet al het een en ander over de geschiedenis van de continenten en het leven op aarde.
Hoe is men daar achter gekomen?
Dat deed men door gesteenten te bestuderen en de
fossielen die men daarin aantrof te onderzoeken. 

Slide 5 - Tekstslide

Alle kennis over de aarde komt door onderzoek naar de gesteenten.
In het gesteente zitten fossielen.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn fossielen?

Slide 7 - Open vraag

Elk levend wezen kan gefossiliseerd worden, als het maar snel wordt begraven onder modder of zand.
En dat moet wel gebeuren voordat het kan wegrotten of uit elkaar kan vallen.

Ook kan een afdruk van een dier of plant in een steen zichtbaar worden door hoge druk. Ook dat noemen we fossiel.

Slide 8 - Tekstslide

Fossielen; hoe ontstaan ze?
Kan alleen als overleden dieren direct worden bedekt door een laag zand of klei. (mogen niet wegrotten)

Doordat deze zandlaag druk uitoefent op het skelet blijft het bewaard

Wanneer na lange tijd de zandlaag erodeert (afslijt) kan het fossiel aan / nabij de oppervlakte komen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Fossiele planten
Fossiele planten zijn fossiele overblijfselen van (delen van) planten of afdrukken daarvan. Vaak zijn dit afdrukken of indrukken van plantenresten, terwijl de resten zelf zijn omgezet in mineralen zoals grafiet. Zo bestaat steenkool voor een groot gedeelte uit grafiet.

Slide 11 - Tekstslide

Gesteenten en fossielen geven veel informatie over de omstandigheden en het klimaat van vroeger.

De vondst van een fossiel van een mammoet op de bodem van de Noordzee wijst er bijvoorbeeld op dat er in het verleden een kouder klimaat heerste dan nu en de Noordzee droog lag. 

Slide 12 - Tekstslide

Hoe kan een dier snel begraven worden?

Slide 13 - Open vraag

Als je in de grond een laag kalksteen tegenkomt, weet je dat daar vroeger kalkskeletjes van zeedieren naar de bodem gezakt zijn. Er heeft dan op de plaats van het kalksteen dus een zee gelegen.

Slide 14 - Tekstslide

Determineren van gesteenten
Er zijn drie hoofdgroepen van gesteenten:
1. Sedimentgesteenten
2. Stollingsgesteenten
3. Metamorfe gesteenten
= bepalen waar iets bij hoort

Slide 15 - Tekstslide

Sedimentgesteenten
Dit is ontstaan doordat er laagjes zand of klei over elkaar heen zijn afgezet of gesedimenteerd. Door het gewicht, drukt de laag zand/klei/grind in elkaar.
De onderste laag is de oudste laag. Hoe dichter bij het aardoppervlakte, hoe jonger de laag.

Slide 16 - Tekstslide

Sedimentgesteenten
Ontstaan door het opeenstapelen van de sedimenten zand, grind of klei.
Zand --> zandsteen

Grind --> conglomeraat

Klei --> schalie

Slide 17 - Tekstslide

Sedimentgesteenten
Ontstaan door het opeenstapelen van de sedimenten zand, grind of klei.
Veen --> Bruinkool
Bruinkool --> steenkool
stoffelijke overblijfselen uit de zee  --> kalksteen

Slide 18 - Tekstslide

Bekend sedimentgesteente = Kalksteen
https://www.youtube.com/watch?v=24GJk8NUUEo

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Stollingsgesteenten
Ontstaan door het stollen                                            van lava.
Deze gesteenten vind je dus altijd in de buurt van (oud) vulkanische gebieden.



          basalt                                                        andesiet
(=van vloeibaar naar vast)  

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Metamorfe gesteenten
Ontstaan diep in de aarde onder hoge druk & temperatuur
Het oorspronkelijke gesteente is een stollings- of sedimentgesteente

Bijvoorbeeld.
Schalie --> leisteen
Kalksteen --> marmer

Slide 23 - Tekstslide

Van alle gesteente op aarde
= 95% stollings gesteente
en 5% sediment en metamorf gesteente
Maar.....
 wat aan het oppervlak ligt (waar we als mens bij kunnen)
= 75% sediment gesteente

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Endogene krachten zijn krachten
A
van binnenuit de aarde
B
van buiten de aarde

Slide 26 - Quizvraag

Welke drie hoofdsoorten gesteente zijn er op aarde?

Slide 27 - Open vraag

Noem verschillende soorten gesteenten op

Slide 28 - Woordweb

Relatieve ouderdom
Grondlagen die dichter aan het aardoppervlak liggen zijn jonger dan grondlagen dieper in de aarde

Slide 29 - Tekstslide

Waarom weten we zoveel over de geschiedenis van de aarde?
Absolute ouderdom:
  • Iridium --> komt van nature niet voor op aarde; maar wel in meteorieten.
  • Fossielen --> blijft alleen bewaard als het snel bedekt wordt met sediment 
  • Halfwaardetijd --> Radioactief materiaal in gesteente vervalt in vaste tijden (bv. uranium in 700 mln jaar)

Slide 30 - Tekstslide

Relatieve ouderdom
Van de meeste dingen op aarde weten we niet hoe oud ze precies zijn.
We kunnen wel aangeven of iets ouder of jonger is dan iets anders = relatieve ouderdom

Slide 31 - Tekstslide

Principes
Principe van superpositie: lagen die boven andere lagen liggen, zijn ook jonger.
Principe van oorspronkelijke horizontaliteit: lagen zijn oorspronkelijk min of meer horizontaal afgezet
Principe van zijwaartse uitstrekking: een laag loopt horizontaal door tot er een structuur of wijziging is die de laag onderbreekt
Principe van doorsnijding: een structuur die een andere doorsnijdt is jonger
Principe van inclusie: een structuur die omsloten wordt door een andere, is ouder
Principe van uniformiteit: de fysische processen die vroeger deze lagen vormden, zijn dezelfde als deze die vandaag werkzaam zijn.
Bron: https://www.paleontica.org/glossary/222/Relatieve-datering#:~:text=Relatieve%20datering%20van%20gesteentelagen%20is,miljoenen%20jaren%20kan%20worden%20gegeven.

Slide 32 - Tekstslide

Opdrachten / Huiswerk
Lees de tekst van paragraaf 2.2.
En maak de opdrachten van 2.2.

Slide 33 - Tekstslide