1.2 organen, weefsels, cellen

biologie 1.2 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

biologie 1.2 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke vogel is hier geblokt?

Slide 3 - Open vraag

houtduif! (niet te verwarren met de stadsduif)

Slide 4 - Tekstslide

TO DO - komende lessen
ma         * huiswerk bespreken
                * werken aan 1.2 opdr. 10 t/m 13, 15, 18 (en eventueel 1.3)

do          * bespreken 1.2 en voorbereiden microscopie

ma         * oefenen met maken van preparaat
                * oefenen met werken met microscoop
                * oefenen met maken van tekening

Slide 5 - Tekstslide

lesdoelen
De volgende begrippen kan je uitleggen: 

* weefsel
* orgaan
* orgaanstelsel
* biomimicry
LET OP
Dit zijn de begrippen die in de uitleg voor zullen komen. 

Dit zijn niet alle blauwe woorden uit de tekst. 

Je moet ze wel allemaal kennen en kunnen toelichten. 

Slide 6 - Tekstslide

lesdoelen
* je hebt de tekst van 1.2 en 1.3 gelezen en begrepen

* je hebt onderzoek gedaan naar biomimicry / biomimetica

* je hebt enkele vragen beantwoord over paragraaf 1.2 en 1.3

Slide 7 - Tekstslide

Waarom heb je voor biologie gekozen?

Slide 8 - Open vraag

bespreking huiswerk
Welke opgaven wil je bespreken?

1) wat is nou eigenlijk de vraag? - bedenk wat je weet over belangrijke termen uit de vraag
2) welke informatie kan ik uit de bronnen halen?
3) formuleer een antwoord - herhaal de vraag
4) controleer je antwoord - heb ik niet alleen maar de vraag herhaald?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Slide 12 - Video

Welke uitvinding is op deze stekelnoot gebaseerd?

Slide 13 - Open vraag

Welk design is geïnspireerd op de ijsvogel?
A
een Japanse trein
B
een Duitse auto
C
een Amerikaans gevechtsvliegtuig
D
een Nederlandse ligfiets

Slide 14 - Quizvraag

Noem een design wat op een paardenbloempluis geïnspireerd kan zijn.

Slide 15 - Open vraag

Zoek een voorbeeld van biomimicry: het (deel van) organisme OF het product wat erop gebaseerd is.
Straks mag je het toelichten!

Slide 16 - Open vraag

aan de slag - in stilte!
1) Lees paragraaf 1.2.

2) Maak opdracht 10 t/m 17.

KLAAR? Begin een begrippenlijst van 1.2.

DAARMEE KLAAR? Lees verder en maak opgave 18 of lees 1.3.
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

biologie herhalen 1.2 en start 1.3 

Slide 18 - Tekstslide

lesdoelen
* Je kent de onderdelen van een plantaardige cel en                      een dierlijke cel. 

* Je kent de onderdelen van een microscoop.

* Je kan voorbeelden noemen/herkennen van organen,                weefsels en cellen. 

Slide 19 - Tekstslide

De slokdarm behoort tot het ...
A
Bloedvatenstelsel
B
Bottenstelsel
C
Verteringstelsel
D
Ademhalingstelsel

Slide 20 - Quizvraag

Tot welk orgaanstelsel behoren de nieren?

Slide 21 - Open vraag

Wat is een ander woord voor de alvleesklier?

Slide 22 - Open vraag

Noem naast de zenuwen nog twee onderdelen van het zenuwstelsel.

Slide 23 - Open vraag

In welke tekening is een weefsel aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quizvraag

Wat voor type weefsel zie je hier?
A
bindweefsel
B
dekweefsel
C
spierweefsel
D
tussencelstof

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet het donkerbruine orgaan?
A
Het hart
B
De maag
C
De long
D
De lever

Slide 26 - Quizvraag

Welke cel heeft cytoplasma?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 27 - Quizvraag


Wat voor cel is dit?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel
C
Bacteriële cel

Slide 28 - Quizvraag

Wat heeft biomimicry eigenlijk met organen, weefsels en cellen te maken?

Slide 29 - Open vraag

en dan nu... in stilte 
* begrippenlijst maken 1.3 & 1.4
- alle blauwe woorden + uitleg en/of tekening
- staat er iets over in de BINAS? Schrijf het nr. van de tabel erbij. 

* opdrachten van de planner maken: 1.3 opdr 19 t/m 27

* voorbereiden microscopie: lees blz. 56 en 57.


timer
15:00

Slide 30 - Tekstslide

Geef deze les beoordeling.
A
Onvoldoende!
B
Voldoende.
C
Goed.
D
Zeer goed!

Slide 31 - Quizvraag

Leg je beoordeling uit:
Wat vond je goed? Wat kan er beter?

Slide 32 - Open vraag