Hoofdstuk 2 les 3

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Huiswerk
  • Introductie hoofdstuk 2 paragraaf 3
  • Aan de slag met hoofdstuk 2 paragraaf 3
  • Vergelijkend warenonderzoek
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Wat voor consument ben jij?

2.1 Samen sta je sterker
2.2 Waar heb je recht op?
2.3 Hoe wil je wonen?
2.4 Wat doe jij voor het milieu?

Slide 4 - Tekstslide

  • Je kunt uitleggen wat de woningmarkt is.
  • Je kunt vaststellen of je als huurder recht hebt op huurtoeslag.
  • Je kunt kosten noemen waarmee je te maken hebt als je een huis koopt.
  • Je kunt uitleggen wat een hypothecaire lening is.
  • Je kunt voorbeelden noemen van gemeentelijke belastingen.

Slide 5 - Tekstslide

Noem een voordeel van een huurwoning ten opzichte van een koopwoning.

Slide 6 - Open vraag

Noem een nadeel van een huurwoning ten opzichte van een koopwoning.

Slide 7 - Open vraag

Woningmarkt
Totaal van alle woningen die te koop staan en alle mensen die op zoek zijn naar een woning. 
Markt voor huurwoningen
Markt voor koopwoningen

Slide 8 - Tekstslide

Hoe gaat het op dit moment met de woningmarkt. Maak eens een screenshot van een krantenartikel waaruit dit blijkt.

Slide 9 - Open vraag

Een huis huren
Huurdersovereenkomst.
Huurtoeslag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ga de komende 15 minuten aan de slag met  paragraaf 2.3


timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Een huis kopen
Kosten koper
- Notariskosten
- Overdrachtsbelasting

Slide 13 - Tekstslide

Geld lenen om een huis te kopen?

Hypothecaire lening
Onderpand

Slide 14 - Tekstslide

Gemeentelijke belastingen
OZB (alleen koopwoning)
Rioolheffing
Afvalstoffenheffing
Hondenbelasting (alleen als je een hond hebt)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

2-toets hoofdstuk 2
17 november

Huiswerk voor volgende week, 2.3 af.

Slide 17 - Tekstslide

Vergelijkend warenonderzoek!
Pen en rekenmachine (andere spullen in de tas).

Slide 18 - Tekstslide

Groepjes 


Groepjesmaker

Slide 19 - Tekstslide

Let op!
In de opdracht staat Bolletje, dit moeten jullie vervangen door AH kruidnoten!
Dus Smikkelhuys, Ah Kruidnoten en Favorina.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

  • Je kunt uitleggen wat de woningmarkt is.
  • Je kunt vaststellen of je als huurder recht hebt op huurtoeslag.
  • Je kunt kosten noemen waarmee je te maken hebt als je een huis koopt.
  • Je kunt uitleggen wat een hypothecaire lening is.
  • Je kunt voorbeelden noemen van gemeentelijke belastingen.

Slide 22 - Tekstslide

Wat is huurtoeslag ?
A
Is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen
B
Een financiële bijdrage van de bank
C
Is een financiële bijdrage van de bank waarmee je een deel van de huur kunt betalen
D
Is een financiële ondersteuning van de overheid

Slide 23 - Quizvraag

Achter de vraagprijs van een woning staat vaak Kosten Koper (K.K.)
Wie moet dit betalen?
A
de makelaar
B
de huurder
C
degene die het huis verkoopt
D
degene die het huis koopt

Slide 24 - Quizvraag

Welke soort gemeentelijke belasting hoort bij de afbeelding?
A
rioolheffing
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerendezaakbelastingen (OZB)

Slide 25 - Quizvraag

Welke soort gemeentelijke belasting hoort bij de afbeelding?
A
rioolheffing
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerendezaakbelastingen (OZB)

Slide 26 - Quizvraag

Welke soort gemeentelijke belasting hoort bij de afbeelding?
A
rioolheffing
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerendezaakbelastingen (OZB)

Slide 27 - Quizvraag

Welke soort gemeentelijke belasting hoort bij de afbeelding?
A
rioolheffing
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerendezaakbelastingen (OZB)

Slide 28 - Quizvraag

Sleep de juiste begrippen naar de juiste plek. 
Koopwoningen
Sociale sector woningen
vrije sector woningen
huurwoningen

Slide 29 - Sleepvraag

Uit welke 2 soorten kosten bestaan de kosten koper (k.k)?
A
btw en overdrachtsbelasting
B
overdrachtsbelasting van 2% en advocaatkosten
C
advocaatkosten en btw
D
notariskosten, 2% overdrachtsbelasting en btw

Slide 30 - Quizvraag

Huiswerk voor de volgende les

§2.3 af, ga hier nu mee verder. 

Klaar?
Maken rekenopgave hoofdstuk 2

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide