Thema 7 les 3e Schoonmaakwerk

start (vertaal in het Nederlands)
A
beginnen
B
aan het begin
C
eindigen
D
start
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

start (vertaal in het Nederlands)
A
beginnen
B
aan het begin
C
eindigen
D
start

Slide 1 - Quizvraag

Mrs (vertaal in het Nederlands)
A
opa
B
meneer
C
mevrouw
D
oma

Slide 2 - Quizvraag

ask a question (vertaal in het Nederlands)
A
je weet het niet
B
een vraag stellen
C
een vraag beantwoorden
D
een vraag krijgen

Slide 3 - Quizvraag

sweater (vertaal in het Nederlands)
A
trui
B
sweater
C
vest
D
hoody

Slide 4 - Quizvraag

cleaning cart (vertaal in het Nederlands)
A
schone kaart
B
schoonmaakwagen
C
materiaalwagen
D
schoonmaken

Slide 5 - Quizvraag

a little (vertaal in het Nederlands)
A
weinig
B
een beetje
C
een kleintje
D
veel

Slide 6 - Quizvraag

work (vertaal in het Nederlands)
A
werken, werk
B
werken
C
huiswerk
D
werk

Slide 7 - Quizvraag

early (vertaal in het Nederlands)
A
ochtend
B
laat
C
vroege vogel
D
vroeg

Slide 8 - Quizvraag

cart (vertaal in het Nederlands)
A
kar
B
auto
C
vrachtwagen
D
kart

Slide 9 - Quizvraag

as fast as (vertaal in het Nederlands)
A
zo langzaam als
B
heel snel
C
zo snel als
D
hard rijden

Slide 10 - Quizvraag

such (vertaal in het Nederlands)
A
deze
B
zulke
C
gehad
D
die

Slide 11 - Quizvraag

cleaning cloths (vertaal in het Nederlands)
A
dweil
B
schone kleren
C
schoonmaakdoeken
D
stofdoek

Slide 12 - Quizvraag

had (vertaal in het Nederlands)
A
heb
B
had
C
gehad
D
hadden

Slide 13 - Quizvraag