oefentoets 4,1 & 4.2 & 4.3

Door de veroveringen werd Rome enorm groot. Om het beter te besturen werd het opgedeeld in provincies
In elke provincie was een gouverneur de baas. Noem twee taken van een gouverneur
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Door de veroveringen werd Rome enorm groot. Om het beter te besturen werd het opgedeeld in provincies
In elke provincie was een gouverneur de baas. Noem twee taken van een gouverneur

Slide 1 - Open vraag

Wat is de juiste volgorde?
A
koninkrijk, keizerrijk, republiek
B
keizerrijk, republiek, koninkrijk
C
koninkrijk, republiek, keizerrijk

Slide 2 - Quizvraag

509 v.C.
42 v.C.
44 v.C.
27 v.C.
Rome wordt een republiek
Julius Caesar wordt vermoord
Julius Caesar wordt dictator voor het leven
Augustus wordt de 1e keizer van Rome

Slide 3 - Sleepvraag

...... is Latijn voor ‘Romeinse Vrede’ en verwijst naar een periode van 200 jaar in de Romeinse geschiedenis.
A
Augustus
B
Latium
C
Pax Romana
D
Senaat

Slide 4 - Quizvraag

Opdr. 14 (R / 3p) 
Sleep de verschillende groepen naar de juiste plek in de piramide
1
2
3
4
5
Slaven
gewone Romeinen
aanzienlijke families
arme Romeinen
Rijke handelaren

Slide 5 - Sleepvraag

Hoe noem je de bezitloze klasse in de Romeinse samenleving?
A
Ekklesia
B
Aristocratie
C
Pax romana
D
Proletariaat

Slide 6 - Quizvraag

Wat was een reden van de autoriteiten om de 'brood en spelen' te houden?

Slide 7 - Open vraag

Gebruik de zes feiten die je ziet in de afbeelding.
Zet ze in de goede chronologische volgorde.

Slide 8 - Open vraag

Slavernij was bij de Romeinen heel normaal. Er waren veel slaven in Rome, van de miljoen inwoners waren ongeveer 400.000 slaven!
Noem twee manieren hoe je een slaaf kon worden.

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent multiculturele samenleving, noem twee oorzaken van deze samenleving in het romeinse rijk.

Slide 10 - Open vraag


1) Welke cultuur had het Romeinse rijk?
2) Wat is een andere naam voor deze cultuur?
3) Hoe wordt de verspreiding genoemd van deze cultuur?

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent tolerantie?
A
Onaardig zijn
B
In veel goden geloven
C
Verdraagzaamheid
D
In een god geloven

Slide 12 - Quizvraag