In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Workshop 4 - Over Leven
Evolutie
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog van Workshop 3?
Slide 2 - Woordweb
Inhoud
Start van het leven (wetenschappelijk)
De evolutietheorie
Darwin en voorbeelden van evolutie
Bewijsmaterialen
Tot slot / toekomst
In het nieuws
Handig materiaal
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de begrippen genotypen en fenotypen gebruiken om onderscheid te maken tussen invloed van genen en het milieu op de eigenschappen van een organisme.
Je kunt de aanpassingen van een organisme uitleggen aan de hand van de evolutie theorie van Darwin.
Je kunt de eerste twee stappen van het ontstaan van cellen benoemen.
Slide 4 - Tekstslide
Hoe zat het ook alweer? Wanneer waren organismen 1 soort?
Slide 5 - Open vraag
Noteer 3 woorden (in 1 bericht) waaraan jij denkt bij het woord evolutie?
(Foto-)Autotroof (fotosynthese) later --> eencellig --> meercellig
4 miljard jaar geleden
Cyanobacteriën
Slide 7 - Tekstslide
De evolutietheorie
Definitie: Het veranderen, verdwijnen en ontstaan van soorten in de loop der tijd.
Vanuit 1 gemeenschappelijke voorouder (de eerste cel) ontwikkelen zich alle levensvormen door evolutie.
Mutatie zorgde voor variatie en nieuwe soorten leven. (uitleg hierna)
Slide 8 - Tekstslide
Hoe werkt evolutie?
We beginnen met 2 begrippen: Fenotype en genotype -->
Slide 9 - Tekstslide
Waar zit dat genotype dan?
-Is je DNA
-In bijna alle cellen
-Bepaald door
ouders
Slide 10 - Tekstslide
Wat bepaalt je fenotype?
Genotype (DNA) + milieu = Fenotype
Zie ook rechts -->
Is dit voorbeeld nu evolutie?
Slide 11 - Tekstslide
Concept Check
1 minuut: Voor jezelf opschrijven:
Geef een voorbeeld van Fenotype en leg uit waarom.
Bijv. Fenotype is .... omdat ....
2 minuten: Delen met je MC.
Slide 12 - Tekstslide
Mutatie -> daardoor Variatie
Slide 13 - Tekstslide
Hoe kan het fenotype op natuurlijke wijze veranderen?
Mutatie = spontane verandering in het DNA (genotype) in een ei- of zaadcel Gevolg = variatie
Hoe werkt evolutie?
Slide 14 - Tekstslide
Variatie... en dan?
In een groep is variatie (afbeelding rechts)
Positief fenotype--> grotere overlevingskans --> survival of the fittest
Positief fenotype --> kan voortplanten --> Natuurlijke selectie (ouders geven fenotype en genotype door)
Door het ontstaan van barrières kan je niet meer bij je soortgenoten --> Isolatie (bijv. 2 soorten bomen)
2 groepen kunnen onderling niet meer voortplanten --> nieuwe soort
Slide 15 - Tekstslide
Concept Check
1 minuut: Voor jezelf opschrijven:
Hoe verloopt het proces van evolutie, noem verschillende stappen.
4 minuten: Delen met je MC.
Slide 16 - Tekstslide
Charles Darwin - Evolutie
Hoe kwam hij op dit idee?
Slide 17 - Tekstslide
De Beagle
5 jaar
Galapagos eilanden
Charles Darwin - Evolutie
Slide 18 - Tekstslide
Observatie Vinken met verschillende snavels, grootte, kleur, enz. Anders dan op vaste land.
Wat zou een verklaring kunnen zijn? Reden/oorzaak
Verschil in eetpatroon
Verschil in begroeiing op het eiland
Darwinvinken
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Rare denkwijzen over evolutie
Hoe dan?
Passen organismen zich aan?
Lamarck - Jean Baptiste Lamarck
Slide 21 - Tekstslide
Theorie van Jean Baptiste Lamarck --> Lamarckisme -->FOUT
Rare denkwijzen over evolutie
Slide 22 - Tekstslide
Evolutie - Hoe dan wel?
Mutatie - sommigen lange nek - variatie - dankzij erfelijke mutatie
Survival of the fittest- alleen als je nek lang genoeg is, kan je bij het eten (boom) en overleef je Natuurlijke selectie - als je het overleeft, kan jij je voortplanten. De natuur (boomlengte) selecteert wie het overleeft.
Isolatie - door fysieke barrière - je isoleert je van de ouder groep
Slide 23 - Tekstslide
Terugblik evolutietheorie
Evolutie is een proces van duizenden jaren, waarin soorten veranderen, ontstaan of verdwijnen.
Binnen 1 soort heb je verschillen nodig - variatie (door mutatie)
Voordelige verschillen vergroten de overlevingskans - survival of the fittest
Wie overleeft kan zich voortplanten - deze verschillen worden doorgegeven aan het nageslacht - Natuurlijke selectie
Door het ontstaan van barrières kan je niet meer bij je soortgenoten - Isolatie
Verandering vindt niet plaats in één individu - de aanpassing moet succesvol zijn voor meerdere organismen (in je eentje geen voortplanting) en erfelijk zijn