Autotroof (fotosynthese) later --> eencellig --> meercellig
4 miljard jaar geleden
Cyanobacteriën
Slide 4 - Tekstslide
De evolutietheorie
Definitie: Het veranderen, verdwijnen en ontstaan van soorten in de loop der duizenden jaren.
Vanuit 1 gemeenschappelijke voorouder (de eerste cel) ontwikkelen zich alle levensvormen door evolutie.
Mutatie zorgde voor variatie en nieuwe soorten leven. (uitleg hierna)
Slide 5 - Tekstslide
Hoe werkt evolutie?
We beginnen met 2 begrippen: Fenotype en genotype -->
Slide 6 - Tekstslide
Hoe werkt evolutie?
Genotype (DNA) + milieu = Fenotype
Zie ook rechts -->
Slide 7 - Tekstslide
Hoe kan het fenotype op natuurlijke wijze veranderen?
Mutatie = spontane verandering in het DNA (genotype) Gevolg = variatie (mutatie moet dan wel in een zaadcel/eicel gebeuren)
Hoe werkt evolutie?
Slide 8 - Tekstslide
Charles Darwin - Evolutie
Hoe kwam hij op dit idee?
Slide 9 - Tekstslide
De Beagle
5 jaar
Galapagos eilanden
Charles Darwin - Evolutie
Slide 10 - Tekstslide
Observatie Vinken met verschillende snavels, grootte, kleur, enz. Anders dan op vaste land.
Wat zou een verklaring kunnen zijn?
Reden/oorzaak
Verschil in eetpatroon
Verschil in begroeiing op het eiland
Darwinvinken
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Evolutie volgens Lamarck
Hoe dan?
Passen organismen zich aan?
Lamarck - Jean Baptiste Lamarck
Slide 13 - Tekstslide
Theorie van Jean Baptiste Lamarck --> Lamarckisme -->FOUT
Evolutie volgens Lamarck
Slide 14 - Tekstslide
Evolutie - Hoe dan wel?
Mutatie leidt tot variatie - dankzij erfelijke mutatie
Survival of the fittest- alleen als je nek lang genoeg is, kan je bij het eten (boom) en overleef je Natuurlijke selectie - als je het overleeft, kan jij je voortplanten. De natuur (boomlengte) selecteert wie het overleeft.
Isolatie - Niet stiekem toch blijven kruisen met kortere giraffes - je isoleert je van de ouder groep
Slide 15 - Tekstslide
Terugblik evolutietheorie
Evolutie is een proces van miljoenen jaren, waarin soorten veranderen, ontstaan of verdwijnen.
Binnen 1 soort heb je verschillen nodig - variatie (door mutatie)
Voordelige verschillen vergroten de overlevingskans - survival of the fittest
Wie overleeft kan zich voortplanten - deze verschillen worden doorgegeven aan het nageslacht - Natuurlijke selectie
Je moet je niet blijven voortplanten met de oude allereerste ‘versie’. - Isolatie
Verandering vindt niet plaats in één individu - de aanpassing moet succesvol zijn voor meerdere organismen (in je eentje geen voortplanting) en erfelijk zijn