5. Herhaling + bespreken huiswerk SCHN

5 Herhaling/ Bespreken huiswerk
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5 Herhaling/ Bespreken huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak eventjes de gele opdrachten van les 2 erbij. 
We gaan deze nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
f=T1
T=f1

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk bespreken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a. Een radiosignaal gaat sneller dan geluid
b.
Formule
s = v x t
Gegevens
v = 343 m/s
t = 2 s
Berekening
s = 343 x 2
Resultaat
s = 686 m

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formule
s = v x t
Gegevens
v = 1,5 km/s = 1500 m/s
t = 3,2 s
Berekening
s = 1500 x 3,2 = 4800 m
Resultaat
diepte = 4800 / 2 = 2400 m

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigensch
Trillingstijd: het aantal seconde dat 1 trilling duurt.
Grootheid: Trillingstijd, symbool T
Eenheid: seconde, symbool s
Wat is de trillingstijd in dit plaatje?
T=f1

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigensch
Trillingstijd: het aantal seconde dat 1 trilling duurt.
Grootheid: Trillingstijd, symbool T
Eenheid: seconde, symbool s
In de het plaatje zie je dat één trilling 0,1 seconde duurt. 
Dus:   T = 0,1 s
T=f1

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigensch
Frequentie: het aantal trillingen per seconde
Grootheid: Frequentie, symbool f
Eenheid: Hertz, symbool Hz
Wat is de frequentie in dit plaatje?
f=T1

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigensch
Frequentie: het aantal trillingen per seconde
Grootheid: Frequentie, symbool f
Eenheid: Hertz, symbool Hz
In de het plaatje zie je 5 trillingen in 0,5 seconde. Er zouden dus 10 trillingen in 1 seconde zitten. Dus:    f = 10 Hz
f=T1

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigensch
.

'pieptoon'
'bromtoon'
Snaarinstrument: korte, strakke en dunne snaar
Snaarinstrument: lange, losse en dikke snaar
Veel trillingen per seconde
Weinig trillingen per seconde
Oscilloscoopscherm (golven zitten dicht op elkaar)




Oscilloscoopscherm (golven zitten wijd uit elkaar)
Hoge frequentie (f)
Lage frequentie (f)
Korte trillingstijd (T)
Lange trillingstijd (T)
Hoge toon vs Lage toon 
Hoge toon                  Lage toon

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak eventjes de gele opdrachten van les 3 erbij. 
We gaan deze nakijken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a. A = 1 trilling, B = 3 tril.,  C = 2 trill.
b. A C B

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

f=T1
f=0,000251=4000Hz=4kHz

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a. Dat de snaar 261  keer per seconde trilt

b.


c. Je moet hem losser spannen 
T=f1=2611=0,0038s

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bepalen frequentie van een toon met de iPad

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(alleen VWO) Pak eventjes de gele opdrachten van les 4 erbij. 
We gaan deze nakijken

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vraag alleen voor VWO

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vraag alleen voor VWO
a. 12
b. 
formule
T=1/f
gegevens
f = 80 Hz
berekening
T=1/80=0,0125s
resultaat
1 trilling duurt dus 0,0125 seconde, er zijn 12 trillingen. Dit duurde dus 0,15 s (12x0,0125).

c. 
formule
v=s/t
gegevens
s=6,3cm=0,063m
t=0,15s
berekening
v=0,063/0,15=0,42 m/s
resultaat
v = 0,42 m/s

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je staat op 500 meter van een muur en fluit heel hard. Hoe lang in seconde duurt het voordat je je echo hoort? De geluidssnelheid door lucht is 343 m/s.
Geef je berekening/uitleg met (eventuele) formules

Slide 27 - Open vraag

formule:
t = s / v
gegevens:
s = 1000 (500x2, want echo heen en weer)
v = 343 m/s
berekening
t = 1000/343
resultaat
t = 2,9s
Iris en Kees bevinden zich langs de rails. Hun onderlinge afstand is precies 1275 m. Iris slaat met een staaf op de rails terwijl Kees één oor op de rails houdt. Na 0,25 s hoort Kees de klap door de rails, daarna door de lucht.
Bereken de geluidssnelheid in staal.
Geef je berekening/uitleg met (eventuele) formules

Slide 28 - Open vraag

formule
v = s / t
gegevens
s = 1275 m
t = 0,25 s
berekening:
v = 1275 / 0,25
resultaat:
v = 5100 m/s
Vervolg op de vorige vraag.
Bereken hoeveel tijd er zit tussen het tijdstip dat Kees de klap via de rails hoort en het tijdstip dat Kees de klap via de lucht (20°C) hoort.
Geef je berekening/uitleg met (eventuele) formules

Slide 29 - Open vraag

formule
t = s / v
gegevens
s = 1275 m
v = 343 m/s
berekening:
t = s / v
t = 1275 / 343 = 3,72 s
resultaat:
tijd door de rails: 0,25 s
tijd door de lucht: 3,72 s
verschil: 3,47 s
Op een ossciloscoop van 8 vakjes breed is één trilling afgebeeld.
De tijdbasis staat ingestelt op 0,02ms/div.
Bereken de trillingstijd (T) in seconde.
Geef je berekening/uitleg met (eventuele) formules

Slide 30 - Open vraag

één trilling is 8 vakjes
één vakje is 0,02 ms
dus: één trilling is 0,16 ms = 0,00016 s
dus: T = 0,00016 s
Op een ossciloscoop van 8 vakjes breed is één trilling afgebeeld.
De tijdbasis staat ingestelt op 0,02ms/div.
Bereken de frequentie (f).
Geef je berekening/uitleg met (eventuele) formules

Slide 31 - Open vraag

formule:
f = 1 / T
gegevens:
T = 0,00016 s
berekening:
f = 1 / 0,00016
oplossing:
f = 6250 Hz
Wat is trillingstijd?
A
Het tijd die het aantal golfjes er over doet.
B
de tijd dat het geluid aan is.
C
De tijd van één trilling.
D
De tijd van het golfspoor

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is frequentie?
A
Aantal trillingen per seconde
B
Aantal trillingen in beeld
C
Hoogte van een trilling
D
Aantal hokjes in een trilling

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de frequentie van een trilling van 0,004 s
Geef je berekening/uitleg met (eventuele) formules

Slide 34 - Open vraag

formule
f = 1 / T
gegevens
T = 0,004 s
berekening
f = 1 / 0,004
resultaat:
f = 250 Hz
Bereken de trillingstijd van een trilling met een frequentie van 250 Hz
Geef je berekening/uitleg met (eventuele) formules

Slide 35 - Open vraag

formule
T = 1 / f
gegevens
f = 250 Hz
berekening:
T = 1 / 250
resultaat:
T = 0,004 s
Wat is de eenheid van frequentie?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is fout?
A
T in s
B
F in Hz
C
f in Hz
D
v in m/s

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies