Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
vrijdag 24-3 adjectives
Today
Grammar: adjectives
Workbook: opdracht 30 & 31
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Today
Grammar: adjectives
Workbook: opdracht 30 & 31
Slide 1 - Tekstslide
Homework
Please hand it in :)
Slide 2 - Tekstslide
Adjectives
Grammar
Chapter 3.
Slide 3 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 4 - Link
Wat weet je al ?
Een Engelse zin is altijd opgedeeld op dezelfde woordvolgorde:
Wie / doet/ wat / waar/ wanneer
Slide 5 - Tekstslide
Adjective.
Je kunt een adjective aan een zin toevoegen.
Een adjective is een bijvoegelijk naamwoord, het zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Je zet de Adjective voor het zelfstandig naamwoord.
Slide 6 - Tekstslide
Zelfstandig naamwoord
Dat klinkt ingewikkeld!
In het Nederlands is een zelfstandig naamwoord een woord waar je
de
,
het
of
een
voor kan zetten.
Bijvoorbeeld:
De
jurk,
het
huis,
een
brood.
De lidwoorden in het engels zijn:
a, an, the
A
dress,
an
apple,
the
box
.
Slide 7 - Tekstslide
Adjective in de zin
Een Adjective zet je voor het zelfstandig naam woord
He bought jeans.
+ adjective:
He bought
new
jeans.
New zegt iets over??
Slide 8 - Tekstslide
Adjective in de zin
Soms zet je een adjective
achter
een werkwoord.
look, seem, be, appear.
In dat geval geeft een adjective informatie over het
onderwerp.
Het onderwerp in de ze in is altijd
wie.
I
am
focussed
on learning.
You
seem
curious
about that.
Slide 9 - Tekstslide
Nog wat voorbeeld zinnen
Zonder adjective
met adjective
I like this dress
I like this green dress
He has made a cake
He has made a perfect cake
We ate candy
We ate sour candy
They drank coffee
They drank hot coffee
Anouk plays a game
Anouk play a silly game
Slide 10 - Tekstslide
Tijd voor een kleine quiz
Om te kijken of we het allemaal snappen :).
Slide 11 - Tekstslide
Zit er in de zin een adjective?
Slide 12 - Tekstslide
I like pink cotton candy
A
yes
B
no
Slide 13 - Quizvraag
He has written a letter
A
yes
B
no
Slide 14 - Quizvraag
My dad has brown shoes
A
yes
B
no
Slide 15 - Quizvraag
My mom has a beautiful necklace
A
yes
B
no
Slide 16 - Quizvraag
My sister is young
A
yes
B
no
Slide 17 - Quizvraag
I like to ride my blue bike
A
yes
B
no
Slide 18 - Quizvraag
Grab your workbook
Blz. 145
Opdracht 31
Zinnen in de juiste volgorde zetten
Klaar? Verder met het werkblad over adjectives
Slide 19 - Tekstslide
dashboard.blooket.com
Slide 20 - Link
Meer lessen zoals deze
Adjectives 2BA
Maart 2021
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Adjectives 2BA
Maart 2022
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
2VE Adjectives + Adverbs
Juni 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Adjectives
Februari 2023
- Les met
19 slides
ADJECTIVES 2T
Februari 2024
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, t, havo, vwo
Leerjaar 2,3
ADJECTIVES 2T
April 2024
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, t, havo, vwo
Leerjaar 2,3
ADJECTIVES 2T
Oktober 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, t, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Grammar 5: adjectives
Januari 2024
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 2