bs 3 Het hart uitleg met vragen 4 KB herhaling

het hart 
hb blz 94 tm 98


1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

het hart 
hb blz 94 tm 98


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg het hart
Je ziet hier het buitenaangezicht van het hart.

Om het hart lopen kransslagaders om zuurstof aan het hart te geven.

Slide 3 - Tekstslide

Je hart
2 boezems, 2 kamers

Slide 4 - Tekstslide

Waar komt bloed het hart binnen?
A
boezems
B
kamers

Slide 5 - Quizvraag

Waar stroomt bloed heen vanuit de rechterkamer
A
Naar de linkerkamer
B
Naar de longen, via de longslagader
C
Naar de longen via de longader
D
Naar de rechterboezem

Slide 6 - Quizvraag

Welke kant van het hart bevat zuurstofrijk bloed?
A
Rechts
B
Links

Slide 7 - Quizvraag

Boezems en kamers


Boezem het hart in
Kamer het hart uit

Let op de hartkleppen!

Slide 8 - Tekstslide

hartkleppen
(tussen boezems en kamers
Halvemaanvormige kleppen
(tussen kamers en longslagader/aorta)

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de functie van hartkleppen?
A
bloed van de boezems niet terug naar de kamers kan stromen
B
bloed vanuit de kamers niet terug de boezems in kunnen stromen
C
dat bloed niet van de ene kamer naar de andere kamer kan stromen
D
dat het bloed niet terug stroomt naar de bloedvaten

Slide 10 - Quizvraag

Via wel onderdeel stroomt bloed uit het hart naar de longslagader toe?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 11 - Quizvraag

In welk onderdeel van het hart stroomt het zuurstofrijke bloed het hart in?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 12 - Quizvraag

In welk onderdeel van het hart stroomt het zuurstofarme bloed het hart in?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 13 - Quizvraag

Bouw van het hart

Slide 14 - Tekstslide

Hartkleppen
Kleppen tussen de boezem en de kamer: hartkleppen

Hartkleppen tussen de kamer en de bloedvaten: halvemaanvormige kleppen
(aortaklep, longslagaderklep)

Slide 15 - Tekstslide

Waarvoor zijn de hartkleppen?
A
Zodat het bloed niet terug in de kamers loopt.
B
Zodat het bloed niet zomaar het hart uit kan.
C
Zodat het bloed niet terug in de boezems loopt.
D
Zodat het bloed niet van links naar rechts kan.

Slide 16 - Quizvraag

Werking van het hart: 3 fases

Slide 17 - Tekstslide

Bij de werking van het hart zijn drie fasen te onderscheiden. Tijdens welke fase staan de kleppen tussen de boezems en de kamers open?
A
Alleen tijdens de hartpauze (fase 3)
B
Alleen tijdens het samentrekken van de boezems (fase 1)
C
Alleen tijdens het samentrekken van de kamers (fase 2)
D
Zowel tijdens de hartpauze als tijdens het samentrekken van de boezems. (fase 1 en 3)

Slide 18 - Quizvraag

Lymfevatenstelsel?

Slide 19 - Tekstslide

Wat doet je lymfevatenstelsel?
  • Lymfevaten vervoeren lymfe naar de lymfeknopen (of lymfeklieren).
  • In de lymfeklieren wordt de lymfe gecontroleerd op de aanwezigheid van ziekteverwekkers en afvalstoffen.
  • Dit gebeurt door de witte bloedcellen
  • Bij veel ziekteverwekkers zwelt een lymfeklier op

Slide 20 - Tekstslide

LYMFE
LYMFE
Basisstof 6

Slide 21 - Tekstslide

Weefselvloeistof
Een aantal belangrijke begrippen:
  • Bloedplasma, lymfevloeistof en weefselvloeistof
  • Filtratie en resorptie

Slide 22 - Tekstslide

Hoe komen stoffen bij je cellen?

Bloedplasma wordt weefselvloeistof.

Opname van stoffen uit de weefselvloeistof.

Slide 23 - Tekstslide

Bloedplasma,
weefselvloeistof,
lymfe
Bloedplasma, weefselvloeistof, lymfe

Slide 24 - Tekstslide

Lymfevaten voeren lymfe naar de lymfeklieren / lymfeknopen.

  • Hier wordt het lymfe gecontroleerd op de aanwezigheid van ziekteverwekkers.

Slide 25 - Tekstslide

Lymfeknoop

Slide 26 - Tekstslide

Lymfevaten hebben kleppen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

in een lymfeknoop wordt lymfevloeistof
A
gezuiverd van afvalstoffen
B
gezuiverd van ziekteverwekkers
C
voortgeduwd door de lymfevaten
D
gezuiverd van witte bloedcellen

Slide 28 - Quizvraag

Lymfevloeistof en bloed bestaat voor een groot deel uit dezelfde stoffen. Wat is het verschil?
A
In bloed zitten geen witte bloedcellen
B
In lymfevloeistof zitten geen rode bloedcellen
C
Alleen in bloed zit zuurstof en opgeloste stoffen
D
In lymfevloeistof zitten geen witte bloedcellen

Slide 29 - Quizvraag

Oefenvragen
Wat heb je kunnen onthouden???

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Welk onderdeel van het hart pompt het bloed naar de organen
A
Rechter Boezem
B
Linker Kamer
C
Rechter Kamer
D
Rechter Boezem

Slide 32 - Quizvraag

In welk onderdeel van het hart komt bloed uit de longader terecht
A
linkerkamer
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
rechterboezem

Slide 33 - Quizvraag

Welk onderdeel van het hart heeft de dikste wand?
A
linkerkamer
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
rechterboezem

Slide 34 - Quizvraag

Kransslagaders leveren zuurstof aan je hart
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag


Vul in bij het vraagteken?
A
Bovenste holle ader
B
Aorta
C
Kransslagader
D
Longader

Slide 36 - Quizvraag


Vul in bij het vraagteken
A
Longader
B
Onderste holle ader
C
Longader
D
Longslagader

Slide 37 - Quizvraag

Waar bestaat lymfevloeistof uit?
A
Witte bloedcellen, Afvalstoffen, Bloedplasma
B
Water, Witte bloedcellen, Opgeloste stoffen
C
Water, Opgeloste stoffen, Bloedplaatjes
D
Afvalstoffen, Bloedplaatjes, Bloedplasma

Slide 38 - Quizvraag