1.10 Woordenschat

1.10 woordenschat
- ik begrijp de betekenis van verschillende schooltaalwoorden
ik begrijp de betekenis van woorden uit leesteksten

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.10 woordenschat
- ik begrijp de betekenis van verschillende schooltaalwoorden
ik begrijp de betekenis van woorden uit leesteksten

Slide 1 - Tekstslide

combineren
bij elkaar doen 

Slide 2 - Tekstslide

bestaan uit
is samengesteld uit

Mijn ontbijt bestaat uit yoghurt met muesli.
Zijn ochtendritueel bestaat uit.............
Onze ideale vakantie bestaat uit ....................

Slide 3 - Tekstslide

selecteren
kiezen

Slide 4 - Tekstslide

betreffen
gaan over
Wat betreft de boodschappen: denk nog even aan......
De informatieavond betreft.............
Ik heb nog wat vragen betreft..............

Slide 5 - Tekstslide

beweren
zegt dat iets zo is

Slide 6 - Tekstslide

verspreiden
verdelen

Slide 7 - Tekstslide

beoordelen
zeggen wat je van iemand vindt

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent 'combineren'?
A
samengesteld zijn
B
verdelen
C
bij elkaar doen
D
zeggen dat iets zo is

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent 'bestaan uit'?
A
is samengesteld uit
B
waar je vandaan komt
C
verdelen
D
kiezen

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent 'selecteren'?
A
bestaan uit
B
combineren
C
verdelen
D
kiezen

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent 'betreffen'?
A
samengesteld uit
B
gaan over
C
selecteren
D
zeggen dat iets zo is

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent 'beweren'?
A
zeggen dat iets zo is
B
iets bij elkaar doen
C
verdelen
D
zeggen wat je van iets of iemand vindt

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent 'verspreiden'?
A
bij elkaar doen
B
gaan over
C
verdelen
D
kiezen

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent 'beoordelen'?
A
zeggen wat je van iets of iemand vindt
B
selecteren
C
bekritiseren
D
zeggen dat iets zo is

Slide 15 - Quizvraag

gaan over
samengesteld uit
kiezen
bij elkaar doen
verdelen
zeggen wat je van iets of iemand vindt
combineren
bestaan uit
selecteren
betreffen
beoordelen
verspreiden

Slide 16 - Sleepvraag

TO DO: opdracht 1 blz. 29
klaar = opdracht 2 alvast lezen
timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide

Uitleg opdracht 2
wijkt af / afwijken = niet hetzelfde zijn

verklaart / verklaren = uitleggen

raadpleegt / raadplegen = advies zoeken

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent 'afwijken'?
A
hetzelfde zijn
B
niet hetzelfde zijn
C
weglopen
D
schrikken

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent 'verklaren'?
A
bespreken
B
vragen
C
uitleggen
D
informeren

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent 'raadplegen'?
A
bellen
B
geloven
C
bespreken
D
advies zoeken

Slide 21 - Quizvraag

TO DO: opdracht 3
Let op!!
Kies woorden uit opdracht 1 of opdracht 2
timer
4:00

Slide 22 - Tekstslide

opdracht 4 bespreken 

Slide 23 - Tekstslide

vergunning
officiële toestemming om iets te doen

Slide 24 - Tekstslide

verantwoord
veilig

Slide 25 - Tekstslide

uitvoeren
doen volgens plan

Slide 26 - Tekstslide

verzoek
vraag of iemand iets wil doen
Ik verzoek je om je jas op te hangen. 
Verzoek om stilte
Wij verzoeken je om via je de voordeur te komen.

Slide 27 - Tekstslide

Wat betekent 'vergunning'?
A
huurcontract
B
koopovereenkomst
C
officiële toestemming
D
veiligheid

Slide 28 - Quizvraag

Wat betekent 'verantwoord'?
A
veilig
B
selecteren
C
toestemming
D
mening

Slide 29 - Quizvraag

Wat betekent 'verzoek'?
A
vraag of iemand iets wil doen
B
doen volgens het plan
C
officiële toestemming
D
mening

Slide 30 - Quizvraag

TO DO: opdracht 5
timer
3:00

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Tip!
Oefen thuis op Quizlet de verschillende onderdelen die we de afgelopen lessen hebben geleerd!

Slide 33 - Tekstslide