2. Atheense Democratie

Welke stadstaat had een democratie?
A
Sparta
B
Thebes
C
Athene
D
Korinthe
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke stadstaat had een democratie?
A
Sparta
B
Thebes
C
Athene
D
Korinthe

Slide 1 - Quizvraag

Elke stadstaat had zijn eigen koning
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Waarom stichtten de Grieken kolonies?
A
Zij wilden nieuwe gebieden overnemen
B
De Grieken hadden te vaak oorlog
C
Mensen moesten vluchten uit hun stad
D
Er was te weinig eten voor iedereen

Slide 3 - Quizvraag

De Grieken geloofden allemaal in Zeus
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een stadstaat?
A
Een stad met omliggend terrein en een eigen bestuur.
B
Een stad die onderdeel is van een grotere staat.
C
Een staat die bestaat uit een aantal kleinere steden.
D
Een staat met een aantal steden en kolonies.

Slide 5 - Quizvraag

Atheense Democratie
Je kunt uitleggen hoe de Atheense democratie werkte en hoe deze werd gevormd. 

Slide 6 - Tekstslide

Atheense democratie
  • Bij een democratie stemmen de burgers. 

  • In Athene werden de leiders direct gekozen 

  • Ostracisme

Slide 7 - Tekstslide

Solon 594 v.Chr. 
Aantal hervormingen:

  • Volksvergadering
  • Geen Atheense slaven meer

Slide 8 - Tekstslide

Athene
Kleisthenes 

501 V.Chr 

Tiran van Athene

Slide 9 - Tekstslide

Wie hadden voor de democratie de macht in Athene?
A
De adel
B
Rijke handelaren
C
De burgers
D
slaven

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de Griekse en Nederlandse democratie?

Slide 11 - Open vraag

Wat is een democratie?
A
Een bestuur met twee koningen
B
Een bestuur waarin de rijken beslissen
C
Een bestuur waarin iedereen mag meedoen
D
Een bestuur waarbij de macht bij een kleine groep mensen ligt

Slide 12 - Quizvraag

Hoort de zin bij de democratie van Athene of Nederland?
"Directe democratie."
A
Athene
B
Nederland

Slide 13 - Quizvraag

Rond 594 v.Chr. zorgde Solon voor nieuwe wetten voortaan mochten:
A
Mensen niet meer ruziën
B
Mensen niet meer verhuizen
C
Mensen met schulden niet meer als slaaf worden verkocht
D
Mensen geen alcohol meer drinken

Slide 14 - Quizvraag

Wat was het doel van Kleisthenes zijn democratie?
A
zoveel mogelijk macht voor Kleisthenes
B
voorkomen dat één leider te veel macht kon krijgen
C
arme boeren een beter en rijker leven geven
D
veroveren van Sparta en een groot rijk creëren.

Slide 15 - Quizvraag

Aantekening
  • Bij een democratie mag de burger stemmen op wie zijn leider wordt. De Grieken deden dit onder andere door op potscherven te schrijven wie er voor 10 jaar moest worden verbannen (=Ostracisme)
  • Voorheen was Athene geen democratie. Maar daar werd verandering ingebracht door Solon, die voerde in dat je niet zomaar slaaf mocht worden. 
  • Kleisthenes zorgde voor meer inspraak in het bestuur voor normale mensen. 
  • Bij een directe democratie mogen de burgers zelf meebslissen. Bij een indirecte democratie kiezen zij een volksvertegenwoordiging die dat doet. 

Slide 16 - Tekstslide