Oude Grieken

De Oude Grieken

4.2. Burgers en bestuur
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De Oude Grieken

4.2. Burgers en bestuur

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leg uit waarom de Griekse stadstaten niet dezelfde wetten en regels hadden

Slide 3 - Open vraag

Leg uit waarom de Griekse stadstaten zich toch 'Grieks' voelden

Slide 4 - Open vraag

Leg uit waarom de Griekse stadstaten kolonies overzee stichtten

Slide 5 - Open vraag

De Oude Grieken

4.2. Burgers en bestuur

Slide 6 - Tekstslide

Overeenkomst tussen de verschillende Griekse stadstaten (poleis):
Verschil tussen de verschillende Griekse stadstaten (poleis):

Slide 7 - Tekstslide

Overeenkomst tussen de verschillende Griekse stadstaten (poleis):

  • Taal
  • Godsdienst
  • Cultuur
  • Olympische Spelen
Verschil tussen de verschillende Griekse stadstaten (poleis):

  • Bestuursvormen
  • Wetten en regels

Slide 8 - Tekstslide

Griekse bestuursvormen


Schrijf in je schrift op wat de volgende bestuursvormen betekenen: 

Monarchie
Aristocratie
Tirannie
Democratie

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Bestuursvorm waarin een koning de macht heeft
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Tirannie
D
Democratie

Slide 15 - Quizvraag

Bestuursvorm waarin een alleenheerser met geweld aan de macht komt
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Tirannie
D
Democratie

Slide 16 - Quizvraag

Bestuursvorm waarin een groep oude, rijke mannen de macht heeft
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Tirannie
D
Democratie

Slide 17 - Quizvraag

Bestuursvorm waarin burgers via stemrecht invloed hebben op het bestuur
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Tirannie
D
Democratie

Slide 18 - Quizvraag

Ontstaan van democratie
  • Athene was eerst een aristocratie
  • - Groot verschil arm en rijk
  • - Arme boeren ontevreden
  • 594 v.Chr.: Solon 
  • Probleem oplossen door de ongelijkheid te verkleinen
  • Invoeren  democratische onderdelen
  • - Volksvergadering

Slide 19 - Tekstslide

Solon van Athene
Solon komt in 594 v. Chr. met  nieuwe wetten. Hij zorgt ervoor dat er meer gelijke rechten komen voor alle burgers.

Voorbeeld:
Solon maakte een wet die zorgde dat je als vrij man niet meer verkocht kon worden als slaaf.

Slide 20 - Tekstslide

Het volk beslist
  • 508 v.C. Voortaan mochten alle Atheense mannen met burgerrecht, ouder dan 18, meebeslissen in de volksvergadering. 
  • Athene = democratie geworden! 
  • Het volk had de macht. 
  • Vergadering kwam 40 keer per jaar bijeen. 
  • Begin: werkte democratie niet zo goed, arme Atheners kwamen niet. 
  • 460 v.C Perikles oplossing = dagvergoeding voor het bijwonen. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide


Ostracisme
Atheense burgers stemmen op scherven wie uit de stadstaat verbannen wordt
  • Tien jaar verbannen uit de stadstaat
  • Voorkomen dat een tiran aan de macht komt

Slide 24 - Tekstslide

Sparta
  • Een koning is de baas (monarchie)

  • Oorlog en het leger zijn belangrijk

  • Kinderen krijgen een zware, Spartaanse opvoeding

  • Er zijn slaven

Slide 25 - Tekstslide

Athene
  • Het volk is de baas (democratie)

  • Oorlog en het leger zijn minder belangrijk

  • Kinderen krijgen een opvoeding met veel kunst en cultuur

  • Er zijn slaven

Slide 26 - Tekstslide


De Atheense 
democratie




  • In Athene was het volk de baas
  • Er werd gestemd over belangrijke beslissingen.
  • Dat was niet altijd zo geweest...

Slide 27 - Tekstslide

Kenmerken van de Atheense democratie
  • Atheense vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen

  • Directe democratie
  • Volksvergadering (buiten)

  • Ostracisme (schervenrechtbank) voorkomt teveel macht bij één persoon

  • Onbetaalde baan

Slide 28 - Tekstslide


Democratie?!




  • Niet helemaal...
  • ...alleen mannelijke burgers (ongeveer 16% van de bevolking) 
  • Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.

Slide 29 - Tekstslide

Verschillen met de Nederlandse democratie
  • Alle mannen en vrouwen >18 jaar

  • Indirecte democratie

  • Eerste en Tweede Kamer (binnen)

  • Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)

  • Betaalde baan

Slide 30 - Tekstslide