(pak je computer en start met de evaluatie in teams)
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Ga zitten volgens de plattegrond
(pak je computer en start met de evaluatie in teams)
Slide 1 - Tekstslide
Toetsen periode 2
19 december: toets tijdvak 6
Toetsweek 2: Toets tijdvak 7&8
Programma tot de kerst
6.1 Een Wereldeconomie
6.2 De Gouden eeuw van Nederland
6.3 Het absolutisme
6.4 De wetenschappelijke revolutie
19 december: Toets!
Agenda
Slide 2 - Tekstslide
Vorige les
Onderwerpen
Handelskapitalisme
De VOC
Het begin van een wereldeconomie
Kenmerkend aspect
Wereldwijde handelscontacten
handelskapitalisme
en het begin van een wereldeconomie
Kenmerkend aspect deze les
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse republiek
Slide 3 - Tekstslide
Nijverheid:
Grondstoffen werden niet langer alleen doorverkocht.
Men ging grondstoffen bewerken: dit noem je nijverheid.
Zo werd Amsterdam van een stapelmarkt --> plek voor luxegoederen.
nijverheid / ambacht
Ambachtslieden: mensen die iets maken met hun handen.
Andere naam voor ambachten, is nijverheid.
Slide 4 - Tekstslide
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht
Slide 5 - Tekstslide
De Republiek
Steden en graafschappen (stadniveau)
Gewesten (provincie niveau)
Staten-generaal (landelijk niveau)
bijzondere personen:
Stadhouder (aanvoerder leger en vloot)
Raadspensionaris (geeft juridisch en financieel advies aan de staten generaal)
Slide 6 - Tekstslide
Wat is er bijzonder?
De republiek werd niet bestuurd door vorsten maar door stedelijke regenten in de staten-generaal.
De stadhouder speelde een belangrijke rol in het leger en de bestuur.
De raadspensionaris was de debelangrijkste ambetnaar van de republiek.
Slide 7 - Tekstslide
De staatkundige situatie in de republiek
Slide 8 - Tekstslide
Generaliteitslanden
Brabant, delen van Vlaanderen en Zuid Limburg werden 'generaliteitslanden'
Deze gebieden werden bestuurd door de Staten-Generaal.
Zijn veroverd door stadhouder Maurits
Slide 9 - Tekstslide
Bloeiende handel in de Nederlanden
1. Van af c.a. 1600: alleen nog oorlog in het zuiden en oosten van de Nederlanden: Holland en Zeeland konden bloeien.
2. Nederland was een stapelplaats. Graanhandel met Polen en Oost-Pruisen, pakhuizen (stapelplaats) en doorverkopen.
Hout uit Scandinavië
Wijn en zout uit Zuid-Europa
Specerijen uit Azië
Suiker en tabak uit Amerika
Slide 10 - Tekstslide
Bloeiende economie
Slide 11 - Tekstslide
Groei nijverheid
Door deze Ooszeehandel groeide ook de nijverheid
scheepsbouw
touwslagerijen
zijlmakerijen
Slide 12 - Tekstslide
Bloeiende economie
Slide 13 - Tekstslide
Sociaal
lage werkloosheid
armenzorg
relatief hoge welvaart
Slide 14 - Tekstslide
Bloeiende cultuur
Slide 15 - Tekstslide
culturele bloei
Burgers waren de belangrijkste kopers van kunst.
Er werden veel boeken gedrukt die in andere landen verboden waren.
Er was gewetensvrijheid. (Je werd niet vervolgd, maar had wel andere rechten dan de calvinisten.)
Slide 16 - Tekstslide
Samenvattend
Slide 17 - Tekstslide
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch & cultureel opzicht van de Nederlandse republiek.
Opdracht oorzaken gouden eeuw. + weeplanner
HUISWERK (zie weekplanner)
Slide 18 - Tekstslide
Vragen maken
Slide 19 - Tekstslide
Ten tweede: Wat wordt er verstaan onder de culturele bloei van de Republiek?
A
Er werden meer kerken gebouwd
B
Burgers lieten veel schilderijen en andere kunst maken
C
Er werd enorm veel geld verdiend met specerijenhandel
D
Er was veel immigratie naar de Republiek
Slide 20 - Quizvraag
2. Bekijk de afbeelding. Bij welke twee kenmerkende aspecten is de afbeelding het meest passend? (1p) a. de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek b. de wetenschappelijke revolutie c. het streven van vorsten naar absolute macht d. wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
A
a-b
B
a-d
C
b-c
D
b-d
Slide 21 - Quizvraag
Waardoor week de culturele bloei van de Republiek af van die in andere landen?
A
Er woonden veel beroemde schilders in de Republiek
B
In de Republiek was meer geld voor kunst en cultuur
C
Er was hier geen hofcultuur, maar een burgercultuur
D
De mensen in de Republiek hadden een bijzondere smaak
Slide 22 - Quizvraag
Gouden Eeuw Welke eeuw was de Gouden Eeuw?
A
14e eeuw
B
15e eeuw
C
16e eeuw
D
17e eeuw
Slide 23 - Quizvraag
Waarom wordt de "Gouden Eeuw" de GOUDEN eeuw genoemd?
A
Doordat in Nederland erg veel verdiend is in deze eeuw.
B
In de kunst werd erg veel goud gebruikt.
C
Deze eeuw was Nederland leidend op veel gebieden. Bijvoorbeeld sport.
D
Het was een eeuw van grote voorspoed.
Slide 24 - Quizvraag
De Republiek was in staatkundig opzicht bijzonder, want:
A
De Republiek was heel erg rijk geworden van de handel.
B
Er was een constante machtsstrijd tussen twee partijen.
C
Het bestuur was niet via één centraal persoon geregeld.