Evolutie in de context van 'Het bedreigende verlies van de biodiversiteit!'

Evolutie..
...in de context van 'Het bedreigende verlies van de biodiversiteit!'
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 12 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Evolutie..
...in de context van 'Het bedreigende verlies van de biodiversiteit!'

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is biodiversiteit?
  • Biodiversiteit wordt meestal beschreven als de “verscheidenheid aan leven, in allerlei vormen, op aarde” ofwel soortenrijkdom.

  • Er zijn drie vormen van biodiversiteit:
  • Genetisch
  • Soort
  • Ecosysteem

Des te meer diversiteit, des te sterker het aanpassingsvermogen in veranderende omstandigheden.



Slide 2 - Tekstslide

1 minuut
0

Slide 3 - Video

3:30 minuten
timer
2:00
Wat levert biodiversiteit ons op?

Slide 4 - Woordweb

2 minuten

Slide 5 - Tekstslide

1 minuut
Evolutie...
  • ...is het proces waarbij levende organismen in de loop van generaties veranderen. 

  • Het is een geleidelijke verandering, waarbij soorten zich aanpassen aan hun omgeving om beter te overleven en zich voort te planten.

  • Er hebben in het verleden reeds 5 massa-extincties plaatsgevonden. Er ontstond daardoor veel ruimte voor nieuwe soorten om te ontstaan en zich te ontwikkelen. 




 



Slide 6 - Tekstslide

2 minuten
Wat is een soort?
  • Een groep organismen die “onder natuurlijke omstandigheden zich voortplanten en vruchtbare nakomelingen produceren”.

  • Een soort is de kleinste eenheid waarin organismen geordend worden.  Ordenen is het indelen in groepen. Taxonomie is de wetenschap van naamgeving en ordening.

  • Hybriden zijn meestal onvruchtbaar. Voortplanting wel mogelijk, maar...geen vruchtbare nakomelingen. Meestal gebeurd dit alleen in soorten die in gevangenschap leven.







Slide 7 - Tekstslide

2 minuten
Wat betekent dit nu precies? Soms is het heel duidelijk dat dieren tot een andere soort behoren. Vaak kijken we dan eerst naar het uiterlijk en op basis daarvan is het als snel aannemelijk, dat een slang en een muis verschillende soorten dieren zijn. De oorzaak van dat verschillende uiterlijk komt doordat beide dieren andere bouwstenen (genen) hebben. Dit zorgt er ook voor, dat deze dieren zich niet samen kunnen voortplanten. Maar soms lijken de genen én het uiterlijk van dieren heel veel op elkaar. Dan wordt het al wat moeilijker om te weten of het verschillende soorten zijn.
Dat wordt nog lastiger als je de twee verschillende diersoorten wél met elkaar kunt kruisen. Een bekend voorbeeld van zo’n kruising is het muildier of muilezel. Dit zijn nakomelingen, die ontstaan na het kruisen van een paard en een ezel. Ondanks dat deze twee soorten zich normaal gesproken niet samen voortplanten, is het technisch gezien wel mogelijk. Maar het nageslacht is hoogst zelden vruchtbaar, je kunt niet met muilezels of muildieren gaan fokken. Dus hoewel paarden en ezels veel overeenkomsten hebben én zich samen kunnen voortplanten worden zij toch tot verschillende soorten gerekend.
Conceptcartoon
Overleg in vijftallen wat jullie mening is over de uitspraken die op het conceptcartoon staan. 
Duur: 10 minuten
Aansluitend een aantal quizvragen.




timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen stammen af van apen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evolutie is een doelgericht proces.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evolutie gebeurd te snel om waar te zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evolutie vindt plaats op een vertakte wijze in plaats van lineair.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Misconcepten
  • Mensen stammen af van apen (in plaats van een gemeenschappelijke voorouder te delen).

  • Evolutie is een doelgericht proces (in plaats van een willekeurig proces gedreven door natuurlijke selectie).



  • Evolutie gebeurt te snel om waar te zijn.


  • Evolutie is een rechte lijn (in plaats van een vertakt pad)


Slide 13 - Tekstslide

5 minuten
Door middel van deca rtoon kunnen leerlingen op een visuele en interactieve manier kennismaken met de belangrijkste aspecten van evolutie en de meest voorkomende misvattingen erover.

Evolutie gebeurd te snel en een rechte lijn dat wordt verduidelijkt met een filmpje op de volgende slide: de evolutie van bacteriën.
Lesplanning
Login bij LessonUp (alle tabbladen die je niet nodig hebt afsluiten)
Is niet alles afgesloten wanneer ik controleer, dan heb je een kruisje verdiend.
Ter herinnering: drie kruisjes per vier lesweken is geen beloning. 
Tijdens filmpje kijken kom ik het huiswerk controlen en of de schoolspullen kompleet zijn.
Korte herhaling paragraaf 1 en 2
Behandleling paragraaf 3
Indelen tweetallen geologische tijdschalen (praktijkopdracht)


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 3
Filmpje: geologische tijdschaal
Een korte herhaling basisstof 1 en 2

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fossielen
  • Fossielen zijn resten of sporen van organsimen die versteend zijn.

  • Onderzoekers gebruiken ze om te achterhalen hoe deze organsimen eruitzagen, leefden en hoe hun leefomgeving eruitzag.

  • Oudste fossielen dateren van ongeveer 3,4 miljoen jaar geleden. 

  • Stromatolieten: Dit zijn gelaagde afzettingsgesteenten (sedimenten) die ontstaan door de activiteit van micro-organismen, zoals bacteriën en algen. Ze worden vaak beschouwd als de oudste fossielen op aarde.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soort of geen soort?
  • Om meer overzicht te creëren in de soortenrijkdom worden organismen volgens een systeem geordend. Ordenen is het indelen van organismen in groepen. Wetenschapsveld: taxonomie.
  • De kleinste groepering waarin we organismen ordenen is de soort.
  • We weten dat organismen tot dezelfde soort behoren wanneer ze zich kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare nakoemlingen produceren.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kangoeroe en kangoeroerat
Soms lijken organismen heel veel op elkaar en is het op basis van uiterlijke kenmerken niet mogelijk om ze te oonderscheiden als verschillende soorten. Inmiddels gebruiken we DNA-technologie om deze niet waar te nemen verschillen wel duidelijk te maken.

Hoewel beide dieren een buidel hebben waarin ze hun jongen dragen, behoren ze tot verschillende families. 

Kangoeroes zijn groter en komen voornamelijk in Australië voor, terwijl kangoeroeratten kleiner zijn en ook in andere delen van Oceanië leven.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommige soorten sterven uit
Hoe gaat het met de natuur wereldwijd?
De populatiegrootte wilde dieren is gemiddeld met een schrikbarende 73 procent afgenomen ten opzichte van 1970.
Voor geïnteresseerde onder jullie:
(klik op de link om het rapport in te zien)

In 2018 waren er nog slechts twee vrouwtjes over in het wild. Helaas zijn beide dieren inmiddels overleden, waardoor de soort in het wild als uitgestorven wordt beschouwd.
In gevangenschap leven nog enkele embryo's in de hoop de soort in de toekomst te kunnen reintroduceren.





Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen
Alle organismen worden gevormd door cellen.
8,7 miljoen soorten die op dit moment bekend zijn en dagelijks worden nieuwe soorten ontdekt. 

Om wegwijs te worden in deze grote hoeveelheid informatie worden organismen ingedeeld in groepen: ordening
Het wetenschapsveld van de taxonomie.

Alle cellen hebben drie overeenkomsten:
  • celmembraan: bepaald wat er in en uit de cel gaat.
  • Cytoplasma: een stroperige vloeistof met opgeloste stoffen die de cel nodig heeft om goed te functioneren.
  • Chromosomen: de dragers van de erfelijke informatie. 


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Domeinen
Over het aantal domeinen bestaat nog veel onzekerheid. Er is nu een hypothese dat er twee domeinen zijn: bacteriën en archaea. De eukaryoten, organismen met een celkern, zijn geëvolueerd uit het domein van de archaea. Archaea zijn onze voorouders.

Domein: 
prokaryoten (organismen zonder een celkern)
- bacteriën
- archaea
eukaryoten (organismen met een celkern)
- schimmels
- planten
- dieren




Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 26 - Video

Bacteriën worden blootgesteld aan een steeds grotere hoeveelheid van antibiotica. Door de snelle generatietijd kunnen er snel mutaties ontstaan in veranderende omstandigheden.

De rest van deze lessenserie ligt de nadruk op geslachtelijke voortplanting en complexere levensvormen. 
het binominale systeem

Het  is een systeem voor het wetenschappelijk benoemen van soorten, ontwikkeld door de Zweedse natuuronderzoeker Carolus Linnaeus in de 18e eeuw. Het woord 'binomiaal' betekent 'twee namen'. Elke soort krijgt namelijk een unieke, tweeledige naam die wereldwijd wordt gebruikt.
Duidelijkheid: Het voorkomt verwarring, omdat elke soort maar één wetenschappelijke naam heeft.
Orde:Het helpt bij het classificeren en ordenen van alle levende organismen.
Universaliteit: Het systeem wordt wereldwijd gebruikt, waardoor wetenschappers uit verschillende landen over dezelfde soorten kunnen communiceren.
De wetenschappelijke naam van een soort bestaat uit twee delen:
1. Geslachtsnaam: Dit is het eerste deel van de naam en begint altijd met een hoofdletter. Het geeft aan tot welk geslacht het organisme behoort.
2. Soortnaam: Dit is het tweede deel van de naam en wordt met een kleine letter geschreven. Het geeft de specifieke soort aan binnen het geslacht. 
De wetenschappelijke naam van de wolf is *Canis lupus*.
Canis is het geslacht (honden) / lupus is de soort (wolf) / Binominale nomenclatuur voorbeeld: Canis lupus



















Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijk van de planten
  • - bestaat de plant uit een of meer cellen?
  • - bestaat de plant uit wortels, stengels (vaten) en bladeren?
  • - op welke manier plant de plant zich voort?

  • Algen (wieren): eencellig of meercellig - geen bladeren, wortels of vaten. Eencellige ongeslachtelijke voortplanting - meercellige geslachtelijke voortplanting.
  • Mossen: meercellig - wel bladeren - geen wortels en vaten - geslachtelijke voortplanting - sporen - sporendoosje
  • Vaatplanten: meercellig met wortels, bladeren en vaten. Voortplanting door middel van sporen (soms in sporenhoopjes of sporendoosjes)
  • - varens (sporenhoopjes)
  • - paardenstaarten
  • - zaadplanten (naaktzadigen of bedektzadigen)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Er worden verschillende beroepencontexten geïntroduceerd.
Biotechnologie: organismen gebruiken om producten voor ons te maken, zoals we met cyanobacteriën bioplastic kunnen produceren.
Bepaald soort algen kan als veevoer gebruikt worden waardoor er minder methaan geproduceerd wordt door het vee.
Rijk van de dieren 
  • Dieren indelen op basis van:
  • - heeft het dier organen?
  • - heeft het dier symmetrie? Zo ja, welk type?
  • - is er een skelet? Zo ja, welk type?

  • Symmetrie: twee helften die elkaars spiegelbeeld zijn.
  • - Tweezijdig symmetrisch
  • - meerzijdig symmetrisch
  • - radiaal symmetrisch

  • Asymmetrisch: geen mogelijkheid tot twee helften die elkaars spiegelbeeld kunnen zijn.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk filmpje zou je willen bekijken?
Sponzen
Neteldieren
Wormen

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geleedpotigen

Uitwendig skelet (chitine): bescherming en stevigheid.

Poten opgebouwd uit meerdere leden.
Lichaam opgebouwd uit segmenten.

veelpotigen
kreeftachtigen
spinachtigen
insecten

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gewervelden
  • Inwendig skelet / Wervelkolom

  • Vissen - Amfibiën - Reptielen - Vogels - Zoogdieren

  • Huid: schubben - slijm - veren - haren

  • Lichaamstemperatuur: koudbloedig of warmbloedig

  • Ademhalingsorganen: kieuwen - longen - huid

  • Manier van voorplanting: zoogdieren zijn  levendbarend en de rest leggen eieren (zonder schaal - leerachtige schaal - kalkschaal).

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe planten amfibiën zich voort?
A
Met eieren.
B
Levendbarend.

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van gewervelden?
A
Uitwendig skelet.
B
Inwendig skelet.

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn zoogdieren warmbloedig of koudbloedig?
A
Koudbloedig.
B
Warmbloedig.

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor symmetrie hebben veel dieren?
A
Asymmetrisch symmetrisch.
B
Tweezijdig symmetrisch.

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heeft een geleedpotige een uitwendig skelet?
A
Nee, een inwendig skelet.
B
Ja, een uitwendig skelet.

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evolutionaire stamboom
fylogenetische boom: een diagram dat de evolutionaire relaties tussen verschillende soorten of groepen organismen weergeeft. 
Gemeenschappelijke voorouders: Hoe dichter twee soorten bij elkaar op de boom staan, hoe nauwer ze verwant zijn.
Verwante soorten: Je kunt identificeren welke soorten het meest verwant zijn aan elkaar.
Evolutie: Je kunt de evolutie van een groep organismen over tijd volgen. Zo kun je zien welke kenmerken zich wanneer hebben ontwikkeld.
Uitgestorven soorten / Diversiteit: Je krijgt een beeld van de diversiteit binnen een groep organismen.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De les was zeer leerzaam.
Helemaal mee eens!
Deels mee eens.
Niet mee eens.
Ik weet het niet.

Slide 49 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De les voldeed aan mijn verwachtingen.
Verre van mijn verwachtingen.
Voldeed prima aan mijn verwachtingen.
Boven verwachting, heel goed!
Verwachtte meer van de les.

Slide 50 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies