Examentraining 2021 (tijdvak 3)

Examentraining 2021  Geschiedenis

Tijdvak 3
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examentraining 2021  Geschiedenis

Tijdvak 3

Slide 1 - Tekstslide

Democratisering van NL
Hoofdstuk 1

Slide 2 - Tekstslide

In 1848 werd de grondwet veranderd. In deze nieuwe grondwet zijn
veranderingen opgenomen in de manier waarop de Tweede Kamer werd
gekozen.
1. Welke politieke stroming stelde deze veranderingen voor?
2. Noem één van die veranderingen (in de manier waarop de Tweede
Kamer werd gekozen).

Slide 3 - Open vraag

Vanaf 1848 wordt jaarlijks een troonrede voorgelezen aan de
Staten-Generaal.

Wie is politiek verantwoordelijk voor de inhoud van de troonrede?
A
de Eerste Kamer
B
de koning
C
de ministers
D
de Tweede Kamer

Slide 4 - Quizvraag


Slide 5 - Open vraag

De manier waarop de volksvertegenwoordiging wordt gekozen, wordt
kiesstelsel genoemd.

Bij welk kiesstelsel past de bron? En om welke reden past de bron bij het
kiesstelsel?
A
kiesstelsel = districtenstelsel reden = er kan gekozen worden uit verschillende kandidaten op de lijst van de partij
B
kiesstelsel = districtenstelsel reden = er kan gestemd worden op 1 kandidaat
C
kiesstelsel = evenredige vertegenw. reden = er kan gekozen worden uit verschillende kandidaten op de lijst van de partij
D
kiesstelsel = evenredige vertegenw. reden = er kan gestemd worden op 1 kandidaat

Slide 6 - Quizvraag

De toespraak is gehouden naar aanleiding van een politieke gebeurtenis
in Nederland.
--> Welke politieke gebeurtenis wordt bedoeld?

Slide 7 - Open vraag

De Eerste Wereldoorlog
Hoofdstuk 2

Slide 8 - Tekstslide

Welke gebeurtenis was de aanleiding voor de situatie die in de bron
wordt beschreven?

Slide 9 - Open vraag

Gebruik bron 2

Welke begrippen horen bij de bron?
A
imperialisme + loopgravenoorlog
B
loopgravenoorlog + militarisme
C
militarisme + nationalisme
D
nationalisme + imperialisme

Slide 10 - Quizvraag

De prentbriefkaart bevat een propagandaboodschap.

--> Welke propagandaboodschap wordt bedoeld?

Slide 11 - Open vraag

In de bron zijn enkele kenmerken te herkennen van de manier waarop
tijdens de Eerste Wereldoorlog werd gevochten.

--> Noem twee kenmerken die zijn te herkennen in de bron.

Slide 12 - Open vraag

Een leerling maakt een werkstuk over de Eerste Wereldoorlog. Hij wil
deze bron gebruiken, maar twijfelt aan de betrouwbaarheid van de
informatie.
--> Geef één reden waarom de informatie uit de bron zorgt voor twijfel.

Slide 13 - Open vraag

Het Interbellum
Hoofdstuk 3

Slide 14 - Tekstslide

In de bron is een ontwikkeling in Duitsland in het jaar 1923 te herkennen.

--> Hoe wordt de ontwikkeling genoemd die te herkennen is in de bron?

Slide 15 - Open vraag

Enkele jaren na de ondertekening van het Verdrag van Versailles pleegt Hitler een staatsgreep. Daarbij spelen de volgende drie situaties een rol:
1. De Duitse regering doet niets om de ontwikkeling in de bron te stoppen.
2. De Duitse regering voldeed niet aan de herstelbetalingen.
3. Het Franse leger bezet het Ruhrgebied, een belangrijk deel van Duitsland.
Wat is de juiste tijdsvolgorde van deze situaties?
A
Verdrag van Versailles → 1 → 2 → 3 → staatsgreep van Hitler
B
Verdrag van Versailles → 2 → 3 → 1 → staatsgreep van Hitler
C
Verdrag van Versailles → 3 → 1 → 2 → staatsgreep van Hitler

Slide 16 - Quizvraag

In 1933 werd door de nieuwe Duitse regering een nieuw radiotoestel
geïntroduceerd: de Volksradio. Er was bewust gekozen voor een
goedkope radio. Met deze Volksradio kon alleen naar Duitse zenders
worden geluisterd.
1. Welk begrip past bij de introductie van de goedkope Volksradio?
2. En welk begrip past bij de ontvangst van alléén Duitse zenders?
A
1 = propaganda 2 = indoctrinatie
B
1 = propaganda 2 = persoonsverheerlijking
C
1 = terreur 2 = indoctrinatie
D
1 = terreur 2 = persoonsverheerlijking

Slide 17 - Quizvraag

"De leden van deze nazi-organisatie stonden ook wel bekend als
bruinhemden. Zij moesten de partijbijeenkomsten beschermen tegen
politieke tegenstanders. Zij vormden knokploegen tegen Joden,
communisten en andere tegenstanders van Hitler."

Welke organisatie wordt omschreven?
A
Gestapo
B
NSDAP
C
SA
D
SS

Slide 18 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de bron?
A
aanpassingspolitiek
B
gelijkschakeling
C
propaganda
D
werkverschaffing

Slide 19 - Quizvraag

Naar aanleiding van welke politieke gebeurtenis is deze spotprent
gemaakt?

Slide 20 - Open vraag

Is het waarschijnlijk dat deze spotprent in 1939 is verschenen in een
Duitse krant?
A
Ja, want door de censuur werd de publicatie van spotprenten over deze twee politieke leiders goedgekeurd.
B
Ja, want door de propaganda mochten er weer spotprenten worden gepubliceerd.
C
Nee, want door de censuur mochten er geen spotprenten over deze twee politieke leiders worden gepubliceerd.
D
Nee, want door de propaganda werd de publicatie van alle spotprenten verboden.

Slide 21 - Quizvraag

Hieronder staan vier gebeurtenissen die te maken hebben met Duitsland
in de periode 1918-1939:
1. De Duitse keizer vlucht naar Nederland.
2. Duitsland wordt extra zwaar getroffen door de beurskrach.
3. Het Dawesplan wordt ingevoerd.
4. Tijdens de Kristallnacht worden minstens 7.500 winkels verwoest.
--> Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.

Slide 22 - Open vraag

De Tweede Wereldoorlog
Hoofdstuk 4

Slide 23 - Tekstslide


Slide 24 - Open vraag

1. De gevangene zat vast als slachtoffer van het …
(nationaal-socialisme / stalinisme).
2 De gevangene was een … (krijgsgevangene / politiek gevangene).
3 De tocht te voet was een gevolg van … (operatie Barbarossa / de
Slag om Stalingrad).

Slide 25 - Open vraag

Door wie en waarom werd tijdens de Tweede Wereldoorlog deze poster
gebruikt als propaganda?
A
Door de Duitsers, omdat ze wilden laten zien dat de Engelse bombardementen geen effect hadden.
B
Door de Duitsers, omdat ze wilden laten zien welke gevolgen de bombardementen hadden voor de Engelse bevolking.
C
Door de Engelsen, omdat ze wilden laten zien dat de Engelse bombardementen veel effect hadden.
D
Door de Engelsen, omdat ze wilden laten zien welke gevolgen de bombardementen hadden voor de Engelse bevolking.

Slide 26 - Quizvraag

1. Amerikanen
2. Duitsers
3. Engelsen
4. Japanners
5. NSB’ers
--> Welke 3 groepen mensen werden in Nederlands-Indië gevangen
gezet door de Nederlanders door Pearl Harbor?

Slide 27 - Open vraag

In december 1942 beloofde koningin Wilhelmina in een radiotoespraak dat
Nederlands-Indië na de oorlog meer politieke zelfstandigheid zou krijgen
dan daarvoor. Veel Indonesiërs geloofden niet dat deze belofte veel
waard was.

Noem één reden waarom haar belofte op dat moment op de
Indonesiërs niet veel indruk maakte.

Slide 28 - Open vraag

In de titel van het boek is de achternaam van een persoon weggehaald.

--> Welke achternaam moet op de stippellijn worden ingevuld?

Slide 29 - Open vraag

In welke krant heeft dit overlijdensbericht gestaan: in een NSB-krant of in
een verzetskrant?

Verklaar je keuze.

Slide 30 - Open vraag

Iemand beweert dat je het de man niet kwalijk kunt nemen dat hij dit werk
deed.

--> Geef een argument voor deze bewering.

Slide 31 - Open vraag

Nederland was tijdens de Duitse bezetting geen rechtsstaat, maar vóór en
na de oorlog wel.

--> Noem twee verschillende kenmerken van de rechtsstaat die tijdens de
bezetting van Nederland niet van toepassing waren.

Slide 32 - Open vraag

In welk Europees land werd deze vriendschappelijke voetbalwedstrijd
gespeeld?

Slide 33 - Open vraag

De Gaulle was tijdens de Tweede Wereldoorlog de belangrijkste
geallieerde leider uit Frankrijk.

--> Welke andere geallieerde leiders zijn afgebeeld in de bron?

Slide 34 - Open vraag

Door wie en met welke reden is deze poster verspreid?
A
Door de Duitse bezetter, om de Franse bevolking te laten zien dat het verzet alléén staat in de strijd tegen de nationaal-socialisten.
B
Door de Duitse bezetter, om de Franse bevolking te laten zien dat ze samen tegen het communisme vechten.
C
Door het Franse verzet, om de bevolking te laten zien dat ze niet alleen staan in de strijd tegen de nationaal-socialisten.
D
Door het Franse verzet, om de Geallieerden te laten zien dat ze tegen het communisme vechten.

Slide 35 - Quizvraag

Over welke gebeurtenis gaat de bron?

Slide 36 - Open vraag

Tussen het begin van de bevrijding van Zuid-Nederland en de bevrijding
van de rest van Nederland vinden de volgende gebeurtenissen plaats:
1. De eerste hongertochten vinden plaats tijdens de Hongerwinter in het
Westen van Nederland.
2. De Geallieerden slagen er niet in om de brug bij Arnhem te veroveren.
3. Radio Oranje roept vanuit Londen op tot de Spoorwegstaking.

Wat is de juiste volgorde van deze gebeurtenissen, van vroeger naar later?
A
het begin van de bevrijding in Zuid-Nederland 1 → 2 → 3 bevrijding van de rest van Nederland
B
het begin van de bevrijding in Zuid-Nederland 1 → 3 → 2 bevrijding van de rest van Nederland
C
het begin van de bevrijding in Zuid-Nederland 3 → 1 → 2 bevrijding van de rest van Nederland
D
het begin van de bevrijding in Zuid-Nederland 3 → 2 → 1 bevrijding van de rest van Nederland

Slide 37 - Quizvraag