6.1.1 Je kunt voorbeelden noemen van een natuurlijke en een kunstmatige lichtbron.
6.1.2 Je kunt beschrijven hoe je voorwerpen in je omgeving ziet.
6.1.3 Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
6.1.4 Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht.
6.4.1 Je kunt beschrijven waar infrarode en ultraviolette straling zich in het spectrum bevinden.
6.4.2 Je kunt kenmerken benoemen van infrarode en ultraviolette straling.
6.4.4 Je kunt uitleggen wat de gevaren zijn van uv-straling.