le pronom possessif (bezittelijk voornaamwoord)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bonjour

Prend ton livre

le programme d'aujourd'hui:

• Correction des devoirs
• Het bezittelijk voornaamwoord
• Au travail
• Les devoirs
• Lesdoelen: je kunt de bezittelijke voornaamwoorden in het Frans gebruiken (mijn, jouw, zijn/haar, onze, jullie, hun)

Correction des devoirs

Exercices 16A et 16B page 63.

Correction des devoirs

Exercice 16C page 64

Regarde

Wat valt je op?

Wat staat er voor elk

 zelfstandig naamwoord 

(zoals voor moeder)?

Het bezittelijk voornaamwoord

• een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is! 

→ het geeft dus een bezit aan. 

• de vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waarover het gaat. 
• par exemple: c'est mon livre (le livre = mannelijk enkelvoud)

Het bezittelijk voornaamwoord

attention!

• Wanneer een vrouwelijk woord begint met een klinker of h wordt: ma/ta/sa → mon/ton/son

• mon ami = mijn vriend (mannelijk enkelvoud) 
• mon amie ( mijn vriendin (vrouwelijk enkelvoud)  

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'mijn'?

1. mon/ma/mes
2. ton/ta/tes
3. son/sa/ses
4. leur, leur, leurs

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je voor 'jouw'?

1. ton, ta,mes
2. mon, ma, mes
3. ton, ta, tes
4. ton, mon, tes

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'zijn/haar'?

1. mon/ma/mes
2. ton/ta/tes
3. son/sa/ses
4. notre, notre, nos

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'onze'?

1. notre, notre, nos
2. votre, votre, vos
3. son, sa, ses
4. leur, leur, leur

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'jullie, uw'?

1. mon, ma, mes
2. ton, ta, tes
3. leur, leur, leurs
4. votre, votre, vos

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'hun'?

1. mon, ma, mes
2. leur, leur, leurs
3. ton, ta, tes
4. votre, votre, vos

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles (mannelijk meervoud)

1. ton
2. tes
3. son
4. ses

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles (mannelijk meervoud)

1. leur
2. leurs

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père (mannelijk enkelvoud)

1. sa
2. ta
3. son
4. ton

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) père (mannelijk enkelvoud)

1. sa
2. ta
3. son
4. ton

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=

1. ma amie
2. mon amie

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (mijn) tante (vrouwelijk enkelvoud)

1. ma
2. ta
3. mon
4. son

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) mère (vrouwelijk enkelvoud)

1. nos
2. notre
3. votre
4. vos

Au travail

Fais exercices 17A, 18 et 20.

À mardi